4u30, we zijn allebei al wakker. Half bevroren. In onze tent, met slaapkledij, met slaaplaken, met slaapzak en een dik deken. Ondanks al dit hebben we allebei heel veel kou gehad. Welkom tot het campeerleven zou ik zeggen.
Het is nog stikdonker, ideaal om de duizenden sterren te zien. Minder ideaal om onze daktent op te plooien. De bus Duitsers vertrekt rond 5u30 naar Sossusvlei, Titi vroeg of we mee kunnen met hen. Nope, volgens de gids een verzekerings aangelegenheid. Dan maar zelf rijden. Dus moeten we onze tent opplooien. Niet zo evident in het donker, half verkleumd. Maar het gaat wonderbaarlijk goed, een 20' later is het in de saccoche.
En vlug ontbijtje en we kunnen vertrekken. Dankzij een kop koffie die Titi mee smokkelde uit het restaurant. Het leven is voor de rapper, 'k heb er een mee ook al is het nog zo vroeg.
Pikdonker rijden we op de gravel-kiezel wegen. Goed opletten, voor vooral die vervelende ribbels die een aanslag zijn voor banden en vering. Gelukkig (weeral) geen verkeer. We rijden naar Sossusvlei om de befaamde rode duinen te zien. Zonsopgang zien kan enkel wanneer je in het park slaapt. Schijteduur gelijk damme zeggen, dus niet voor ons. Dat zullen we wel googlen. Wij gaan gewoon voor de pracht van de omgeving. Het 2de deel van de route is heel slecht, gemiddeld 40-50 km/u. Dat schiet niet echt goed op maar aangezien we vroeg vertrokken zijn we vrij vroeg aan de ingang. Een medewerkster aan de ingang vraagt wat gegevens van ons, oa. Waar we vandaan komen. Onze ochtendhumor staat op punt, we zeggen Namibië. Zij kijkt een seconde naar ons en begint te lachen. Dat we albino's zijn zou een stap te ver zijn. Maar het ijs is gebroken. Waarschijnlijk moeten we eerst uitleggen wat ijs is, want rond 9u zal de thermometer al vlot voorbij de 30°C staan. Eens in het nationalepark is de weg aangelegd met perfect asfalt. Alles voor de toeristen zeker?
65 km moeten we rijden, onderweg zien we al de eerste rode duinen verschijnen in de Sesriem Canyon. Met de opkomende zon een mooi schouwspel. Terug één constante, het dorre. Één strook is iets groener met kleine bomen, duidelijk de rivierbedding maar zonder water.
De asfaltweg eindigt, gaat over in een zandweg. Borden waarschuwen dat de weg enkel voor 4x4 is. Die hebben wij, we vervolgen onze weg. Of dat was toch de bedoeling. 50m verder zitten we al vast in het mulle zand. Er rijdt een soort shuttleservice over en weer. Een chauffeur stopt en adviseert ons om met één van hen verder te rijden. Right, ónze Jeepie is betaald en zal ons wel verder brengen. In ware Dakar stijl jeep in 4L met differentieel aan, maximale tractie dus. Voor-achter, links-rechts. Weinig later slagen we erin om los te komen en naar een harder stuk te rijden. Goed opgelet in de eerste les : bandendruk aflaten tot 1,5kg voor meer grip. 2 Italiaanse jongens zien ons bezig, vragen om hen te helpen met de bandendruk. Ook zij krijgen 1,5, we vertrekken samen. Héél mul zand, het wordt stil in Jeepie. Enkel "smek smek" van het zenuwachtig kauwgommen is te horen. Wij bouwen snelheid op, klieven door het zand. Pasta en Pesto zitten al vrij snel terug vast, besluiten het op te geven en verder te rijden met een chauffeur. Mietjes!
Wij volgen locals, weten het juiste spoor te vinden, komen ongeschonden aan op de parkeerplaats. Hoera, 1-0 voor de Belgen.
We vragen of we nog iets verder kunnen rijden aan één van de chauffeurs. Ja, dat kan. Met welke auto? Een jeep? Nee dat kan niet. Eigenlijk helemaal niet want 50m verder staat een verboden toegang bord. Het voelt een beetje aan als zwart Azië. Op alles ja zeggen maar eigenlijk niet verstaan waar het over gaat.
We zijn toeristen voor iets, doen zoals vele anderen dwz. een duin opstappen in Dead vlei, het eindstation. Een flinke workout maar zeker de moeite waard.
De duinenpartij is prachtig rood, de ene na de andere. Een beetje per toeval zien we tussen de duinen een witte dorre vlakte met de voor daar zeer bekende "kameeldoornbomen". De vlakte is eigenlijk een meer maar opgedroogd waardoor de grond lijkt te barsten. Als het regent staat de vlakte onder water, net als een meer. Maar dat gebeurde niet meer sinds 2011.
Snikheet is het op de vlakte, en mijn horloge zegt 10u. Wie hier op de middag komt, smelt weg denk ik.
Wij keren terug naar Jeepie, nog een klein beetje lucht uit de banden voor de zekerheid. We volgen terug zo'n shuttle, komen nergens in de problemen. We zijn klaar voor de volgende uitdaging : koffie maken met ons gasfornuisje. Gasbrander aan, water in de ketel, ketel op de brander, laten koken, oploskoffie in een tas en water erover gieten. Onze overlevingsmodus staat op high.
Aan de uitgang van het park staat onze zelfde mevrouw. Ze herkent ons, begint al te lachen, Namibië ja ja.
Het eerste tankstation dat we passeren stoppen we, om Jeepie vol te tanken. We hebben 2 benzine tanken, 1 is er leeg denk ik, de 2de 2/3 vol. Maar geen risico's nemen, volgooien die handel. Goede beslissing, we kunnen 80L diesel tanken. Voor 70€. Kunde niet voor sukkelen. We komen een volgend project tegen, eerst dit afwerken.
De terugweg is nog altijd even slecht zoniet slechter. Door elkaar geschud bereiken we 2u later onze camping. De tent is super vlug uitgeklapt, een beetje herorganiseren, en wasjes doen.
Tijd voor ontspanning. Een koffietje op het terras, een frisse duik in het zwembad. Een douche nemen. Of was het eerst douchen en dan zwemmen? Maakt niet uit, we zijn weer proper en vrij van stof.
Bij daglicht koken is handiger, de BBQ gaat terug aan voor kip met courgette in een thaise rode currysaus. Kamperen hoeft niet gelijk te staan met slecht eten of pakjes eten.
We gaan nog wat chillen aan de receptie alvorens terug de tent in te duiken voor de nacht. Deze keer gewapend met skikousen en fleecetrui!!
Laat de nacht en de sterren maar komen.
Geschreven door Waarzijnwenu