De dag begint vooral met tegenstrijdigheden. We krijgen een wake up call om 05u. Hadden we niet gevraagd. We hebben een bus zonder airco. We hebben er één mét gevraagd. Eén van die dagen. Om 5u45 vertrekken we dus met de bus richting Yangon. We kregen van het guesthouse een lunchpakket. 1 hard gekookt ei, 1 mandarijn, 1 zakje oploskoffie en 3 dikke sneden brood, besmeerd met confituur. Enkel de mandarijn en het ei eet ik op, de rest verdwijnt in de vuilbak. Titi eet ook de boterhammen op, ze zal er later spijt van krijgen. Een rit van 6u. We zitten op de eerste rij zetels. De buschauffeur heeft waarschijnlijk iets goed te maken want hij legt er nogal de pees op. Nu zien we de weg wel, een paar dagen terug kwamen we hier nog aan in het midden van de nacht, in het donker. Het is een smal, slingerend bergbaantje doorheen prachtige natuur. Heel groen. En met de opkomende zon in de ochtendnevel geeft dat prachtige beelden. Langsheen het baantje liggen dorpjes, eerder een verzameling van wat hutten. Landbouwers. We passeren er enkele op de weg. 3 ossenkarren, gevuld met stro en mensen. Jammer genoeg zijn onze ogen nog geen fototoestel. De beelden staan op ons netvlies, niet op een digitaal kaartje. Een eerste stop voor toilet. Vervolgens wordt de omgeving één groot landbouwgebied. Granen, vooral rijst. De rijst is al geoogst. Ze zijn nu bezig de rijstkorrels te scheiden van de halmen. Op sommige plaatsen is dat al gebeurd en worden de halmen gestapeld op het veld, of op wagens. Met uiteraard het obligate branden op de velden. Door al die bedrijvigheid is het druk op de weg. De toeter zwijgt geen minuut. Evenmin de rochels die veelvuldig weerklinken in de bus. De keel eens goed schrapen en hup, het plastic zakje vullen. 10u is stoppen voor lunch. Voor ons is koffie voorlopig voldoende. Terug weg. Het wordt al flink warm in de bus. Als we vragen om de airco wat kouder te zetten, blijkt dat die of er niet is of niet werkt. We maken wat van onze neus, het was uitdrukkelijk beloofd dat die er zou zijn. Het is vechten tegen de bierkaai. Gelukkig is het niet ver meer tot het eindstation. Een busstation zoals zo dikwijls in Azië. Druk, vuil. Taxichauffeurs die direct aan je oren komen zeuren. We gaan iets verder en vinden daar een taxi voor onze prijs. Die brengt ons in één uur naar het andere, grotere busstation. Van daaruit vertrekken we vanavond met de nachtbus naar Bagan. We zijn ruim op tijd, 6u te vroeg. We konden deze morgen een latere bus nemen maar dat zou kantje boordje geweest zijn. Dus het zekere voor het onzekere genomen. We halen onze tickets in het kantoor. We laten er onze bagage achter en gaan op zoek naar een cola. Titi's maag vecht met de boterhammen van deze morgen. Een heleboel kleine winkeltjes. Nergens cola light of zero. Volle gesuikerde frisdrank daarentegen à volonté. We nemen er de beste uit, om toch iets met bubbels te hebben. We beginnen na één week Myanmar al te snakken naar iets niet-zoet of niet-gefrituurd. Terwijl we op het terras de drank nuttigen, komt de éne na de andere non bedelen. We zouden beginnen te twijfelen of ze wel echt zijn. Ze zijn nogal opdringerig, niet zoals het moet/mag. We gaan terug naar het kantoor van de busmaatschappij. Tijd aftellen. We krijgen koffie, met melk en mierenzoet. Onze nachtbus is een VIP bus, misschien krijgen we wel bubbels. Je kan een nekkussentje kopen bij hen voor de helft van de prijs (1000) als je van Yangon naar Mandalay reist. Ik vraag rond bij medereizigers in de wachtruimte. 1 gaat naar Mandalay. Ik vraag of hij één wil kopen voor mij. Ik betaal hem terug, iedereen gelukkig. Capiche. Yes yes. Hij gaat naar de desk en komt terug met één van de medewerkers. Die doet de glazen kast open, neemt een kussentje en zegt : 2000. Ik kijk wat verwonderd naar de andere reiziger, we hadden toch een deal. Yes yes, maar jij gaat toch niet naar Mandalay?? Lap, weeral één die op alles ja zegt maar er eigenlijk niets van begrepen had. Laat maar, ik trek wel mijn plan, we moeten vertrekken. De bus op. Heel comfortabele zetels. Hij kan een stuk kantelen met een benensteun, zoals een relaxzetel. De mijne is natuurlijk voor een deel kapot. Het schuimrubber van de benensteun is doorgescheurd en de ijzeren rails steken eruit. De dubbele rij naast mij is vrij, ik eigen me één van die zetels toe. We krijgen een fleece dekentje. Het is 20u30, de lichten gaan uit. We doen onze oordopjes in, de eyepad op. Als we net indommelen, gaan alle lichten in de bus terug aan. We stoppen aan een grote wegparking. Het is 22u45, tijd om nog iets te eten. We kopen een kleinigheid. Na 30' iedereen terug op de bus. We rijden nog maar net of de hostess komt rond met een karretje. We krijgen een snack met koffie of thee. De logica achter de volgorde gaat aan ons voorbij. En geen bubbels dus. We installeren ons terug voor de nacht. Ik zal toch een paar uur kunnen slapen, totdat 4 Australiërs voor mij de nacht een geschikt moment vinden om luidkeels met elkaar te praten. Titi slaapt nog minder. In het begin is de weg vrij vlak, daarna is het terug één en al turbulentie. Slaapbussen noemen ze dat. Om 5u gaan terug alle lichten aan. De hostess komt rond, iedereen moet wakker, we zijn aan het eindstation. Ruim 2u30 vroeger dan voorzien. Of ze waren gewoon mis in het kantoor. Slaapdronken stappen we af. Direct een ganse meute taxichauffeurs die rond je hangen, je vastnemen. Niet het beste moment. Van alle kiezen we de minst agressieve eruit. We onderhandelen. We kunnen de taxi delen met een Frans koppel. We betalen nog teveel, dat weten we zeker. Maar de taxi's weten ook dat ze sterk staan. Toeristen die gedropt worden op een afgelegen plaats, 's morgens vroeg en die naar hun hotel moeten. 20' later zijn we al aan het Kaday Aung hotel. Een vriendelijke ontvangst. We krijgen onze kamer al. Het is nog maar 6u, we besluiten nog een paar uur slaap in te halen. Temeer omdat het Titi's beurt is omdat buikziek te zijn. De ijskoffie van gisteren middag doet zijn werk. Ijsblokjes in Azië zijn nooit een goed idee.
Geschreven door Waarzijnwenu