Dag 87
Het is net 4 uur wanneer ik wakker schiet en de regendruppels op mijn dak hoor vallen. Het zijn er weliswaar niet erg veel, maar ik ben toch bang voor de lekkage aan mijn dak. Het kastje dat het moet ontgelden is snel leeg gemaakt, een dikke rol keukenpapier en een handdoek komen er voor in de plaats. Maar ik heb me zorgen om niets gemaakt, vanmorgen is alles gewoon nog droog, de regen heeft maar heel even geduurd en heeft geen schade veroorzaakt. Dat het opgelost moet worden voordat ik naar huis rijd en er onderweg nog veel meer regen valt, dat weet ik en ik ga er ook wat aan doen. Vandaag nog, maar eerst naar de verlaten Minas de Mazarron.
Ik ben vroeg, hoe kan het anders. Op de kleine oneffen parkeerplaats net buiten Mazarron poot ik het busje zo neer dat ik straks makkelijk weg kan rijden, want wie weet hoe druk het hier wordt…. Er staat geen bord ‘Verboden toegang ’, iedereen kan hier ongemoeid rondlopen te midden van de restanten van een eens zo florerende industrie. Tenminste, als je de ingang kunt vinden. Er staan geen wegwijzers maar net naast de parkeerplaats loopt een soort pad, een beetje overwoekerd, in een smalle droog staande rivierbedding. Na wat geklauter houdt het pad oftewel de rivierbedding op.
Terug naar het busje om de échte toegang te vinden. Bergop, redelijk ‘breed’ en toegankelijk met om de 100 meter een witte paal met cijfers erop, dit moet hem zijn. Maar ook hier loopt het dood, weliswaar met een mooi uitzicht maar daar kom ik niet voor. Weer glibberend bergaf terug naar de parkeerplaats waar net iemand aan komt rijden wiens huis honderd meter verderop staat. Een Spanjaard die geen andere taal kent maar wel begrijpt waar ik naartoe wil. Iets hogerop ligt de toegang, een grote berg zand met rotsblokken waar je over heen moet klimmen om op de brede onverharde weg te komen die naar de mijnen leidt. De bergen schitteren me in het zonlicht tegemoet, die kleuren: rood, terra, geel , groen ontstaan door de oxidatie van het mijnafval.
Tot het eind van de jaren zestig was het hier een drukte van belang, er werden o.a. ijzer, aluin,koper, rode oker, lood en zilver tot op een diepte van 500 meter gewonnen. De reeks mineralen in de grond en de strategische ligging dichtbij zee rechtvaardigden de mijn industrie totdat de werkomstandigheden niet langer acceptabel werden geacht. Nu ben ik de enige die hier rondloopt en vergaap me aan de omgeving, vervallen gebouwen met graffiti beschilderd, een enkele palmboom, maar geniet vooral van de fascinerende kleuren alsof je op een andere planeet bent. Voor het hoofdgebouw ligt een grote esplanade in geel en rood-achtige tinten, de aarde is hier volledig uitgedroogd.
Over de ruïnes vliegen kraaien op en af, en verbreken met hun krassende stem de doodse stilte. Het lijkt een beetje op een horrorfilm. Het onkruid en talrijke konijnen hebben de gebouwen overgenomen waardoor het een ideale plek voor hun is om holen te graven. Op een van de gebouwen is nog duidelijk een M-vormig logo te zien dat waarschijnlijk van het bedrijf is dat destijds de mijn exploiteerde
Baloe moet aan de riem blijven, er zijn talloze diepe schachten en ongemarkeerde waterputten en dijken en gebieden waar gaten in de grond zitten door regenval en aardverschuivingen. Ik moet er niet aan denken dat ik hem hier kwijt raak in een of andere put als hij achter de konijnen aan zit.
Ik had hier nog veel en veel langer kunnen ronddwalen maar Baloetje wordt moe en heeft nog steeds wat last van zijn poot ondanks de tabletten die hij dagelijks krijgt en met zo’n oudje moet je natuurlijk rekening houden…
Niet ver van de mijnen ligt de garage waar ik vorig jaar vanaf het strand van Mazarron naartoe ben gesleept omdat ik de versnelling niet in de achteruit kreeg omdat er een bout was losgeschoten. Ze hebben me toen zo goed geholpen en dus trek ik de stoute schoenen aan om te vragen of ze iets aan de lekkage kunnen doen.
Wie niet waagt die niet wint, toch? In de garage staat dezelfde man als vorig jaar en als hij me ziet binnenkomen trekt er een teken van herkenning over zijn gezicht. Even een kleine opheldering van mijn kant en dan weet hij meteen te vertellen dat het ‘over de bout van de achteruit’ gaat. Hoeveel auto’s zou hij wel niet in dat jaar gezien hebben? Maar dit keer kan hij me niet helpen en verwijst me naar een bedrijf dat zo’n 500 meter verder ligt. Maar ook die kunnen me jammer genoeg niet helpen en ik krijg van hun het adres van een bedrijf in Murcia.
Nog even twijfel ik om er nu naartoe te rijden maar het is veel te mooi weer en er is geen regen meer voorspeld. Die lekkage komt nog wel een keer aan de beurt, het strand en de zee is veel aantrekkelijker. Op hetzelfde plekje als gisteren, Baloe in de schaduw achter de bank die er staat en ik met een boek in de zon in mijn eigen luie stoel. Ik heb bijna niets meer te wensen…
Geschreven door Carry.gaat.weer.op.reis