Dag 85
Ik heb net mijn ontbijt achter de kiezen of er komt met veel lawaai, luid toeterend en drukte een autootje het terrein oprijden: de bakker. Gisteren heb ik hem waarschijnlijk gemist maar vandaag ben ik er als de kippen bij. Niet dat ik brood nodig heb, maar iets lekkers voor bij de Wiener Melange gaat er straks na de wandeling wel in. De auto ligt vol met zoete dingen, kiezen is moeilijk maar de rij die achter mij aansluit wordt steeds langer dus wijs ik snel op een groot iets waar de pudding bijna uit stroomt. Terwijl ik al bij de camper zit zie ik dat het merendeel van de rij alleen voor het stokbrood gaat en even is er twijfel of ik nog een keertje terug zal gaan maar ik weet me te beheersen…
Onze ochtendwandeling gaat over de verschillende stranden naar het zuiden richting San Juan de los Terreros en eindelijk heb ik goed bereik om met het thuisfront te bellen. Mia probeert me al 2 avonden via whatsapp te bellen maar de verbinding is te slecht. Waar ik even niet aan heb gedacht is dat ik haar zelf ook kan bellen met het Spaanse kaartje dat ik in mijn telefoon heb en dus bel ik haar terwijl ik met mijn voeten in de zee sta en de zon op mijn blote armen brandt. Ik sla meteen twee vliegen in een klap want ik tref haar aan bij Kitty in Craubeek, mijn andere tante. Kan ik ze meteen allebei goed jaloers maken….
Ook de Spanjaarden zelf hebben vandaag het strand ontdekt, weliswaar met een dikke jas aan die pas ver in de middag uit gaat terwijl ik in een t-shirt en korte broek rond loop. Maar voor hun is het gewoon nog steeds winter.
Halverwege de klif staan een paar ruïnes, ingegooide ruiten, tekeningen op de gevels en lekkende daken. Daar tegenaan hebben een paar Duitsers zich met hun campers gesetteld, zo te zien hippies, of bestaan die niet meer? Honden die loslopen, tafels die vol liggen met afval uit de zee, een beetje artistiek gerangschikt en er klinkt wat gitaar-gejengel. Het is duidelijk een onderkomen voor langere tijd. Het pad dat er langs loopt komt op Playa Las Palmeras uit, waar geen kip, hond, mens of camper te zien is. Een prachtige plek met palmbomen en zandstrand voor de deur. Hoewel deur? Als er geen camper staat is er ook geen deur, maar waarom?
Daar kom ik al snel achter wanneer ik het pad volg dat naar de weg loop, want de toegang tot dit strand is gebarricadeerd. Jammer, ik had me hier al zien staan vannacht, weg van die dikke bier drinkende Duitsers. Hoewel ik daar vandaag niet veel last van heb gehad, zij zijn tot een uur of half drie op het strand gebleven en zijn daarna honderd meter verder bij Engelse vrienden gaan pimpelen en eten. Tenminste dat is wat ik hem, die hard pratende Duitser, hoorde vertellen tegen zijn buren en daarna tegen ieder die het maar wilde horen. En als ik het niet had gehoord, dan had ik hem wel een paar keer langs zien lopen met zijn armen vol drankflessen.
Het Duitse stel met kat en kids zijn vertrokken, hun plaats is ingenomen door een alleenreizende oudere Franse man in een buscamper die al de hele dag binnen zit. Hij is er alleen even uitgekomen om zijn mobiele zonnepanelen neer te zetten en duikt dan weer op de bestuurdersstoel om te lezen. Wél met ontbloot bovenlijf😊
Waarom ik nog niet verkast ben met mijn huisje op wielen? Tuurlijk zou dat makkelijk gaan, maar waarheen is een stuk moeilijker. Ik sta nog steeds het liefst aan de zee maar dat geldt voor duizenden andere camperaars ook. Het is denk ik voor iedereen thuis niet voor te stellen hoe elk toegankelijk plekje wordt ingenomen door campers, of ze nu scheef staan, dicht tegen elkaar aan zonder behoorlijk wat tussenruimte, voor elkaar of achter elkaar. Ga het binnenland dan in, wordt me vaker aangeraden, maar daar is de temperatuur een stuk lager. En dus kies ik er voor om nog maar een nachtje te blijven, maar morgen ga ik écht verkassen…
Geschreven door Carry.gaat.weer.op.reis