Dag 83
Het is een leuk plekje en ik heb er prima geslapen, maar toch. Het strand is er maar kort en ik ben er zo uitgewandeld en dus start ik na het ontbijt het busje om nog meer mooie plekjes te ontdekken langs dit stukje kust. En die zijn er volop: een prachtige kustlijn en mooie plekjes. Maar die mooie plekjes worden ingenomen door , ik schreef het al eerder, duizenden campers.
Het kleine toeristendorp San Juan de Los Terreros ziet er gezellig uit, parkeerplek is er genoeg maar die ligt aan een doorgaande weg met aan de overzijde een wandelboulevard langs het strand. Niet echt geschikt om een paar dagen door te brengen en dus rijd ik dezelfde weg terug om te eindigen op Playa de los Cocederos dat ingeklemd ligt tussen 2 stranden, niet ver van de plek waar ik vannacht heb geslapen.
Ook hier staat het vol met campers maar omdat ik vroeg ben en er dus ook alweer wat campers zijn vertrokken vind ik nog een plekje naast een Duitser die met de neus naar voren staat. Ik zet mijn busje achteruit zodat we met de schuifdeuren tegen over elkaar staan, een meter of 5,5 uit elkaar. Het stel dat met 2 jonge kinderen en hun kat op reis is laat zich , op een korte wandeling na, de verdere dag niet zien, de deuren blijven potdicht. Ik vind het prima , mijn stoel kan buiten en ook Baloe heeft plek genoeg.
Totdat een grote Duitse camper het terrein oprijdt en aan de ander kant naast mij gaat staan. Hun aanhanger gaat er ook nog tussen. Ik vind het prima, heb er geen last van. Maar dan komt mevrouw vragen of ik niet een stuk kan opschuiven dan kunnen hun vrienden er ook nog tussen staan. Vriendelijk maar resoluut zeg ik “Nee, dat wordt dan toch wel heel erg eng.” En ze druipt af… De Belgen die er zich later op de dag tussen wringen, hebben ook pech, ook zij schuiven hun grote buscamper met de neus naar voren op het plekje en de schuifdeur dus op nog geen 2 meter afstand aan mijn kant. Baloe ligt nog steeds buiten en als ze de deur uit stapt zegt de vrouw dat ze een grote hond bij zich hebben, een reu. Volgens haar een lieve hond, maar een reu? Dat gaat niet lukken. Ze oppert nog even om hun bus dan om te draaien maar dan staan ze met hun schuifdeur op 1 meter afstand van het Duitse stel met de kinderen, dus ook zij taaien af. Er is nog zoveel plek, weliswaar overal iets scheef, maar wil je hier persé staan dan moet je dat maar op de koop toe nemen.
Het strand staat bekend omdat het tot in de 20ste eeuw gediend heeft als natuurlijke ‘kook-plaats’ voor esparto-gras dat gebruikt wordt voor onder meer fabricage van touw, manden en espadrilles. Het 150 meter lange strand dat een halve maan vormt wordt omgeven door opvallende kliffen waarin verschillende zandsteen-rotsformaties met grotten te bewonderen zijn. Van oudsher woonden in deze grotten de mensen die verantwoordelijk waren voor het koken van het esparto-gras. Het halve maan vormige strand met zijn kliffen en kristalhelder water doet me denken aan het Griekse Gialova- Lagoon in de Peleponessos, waar ik al een aantal keer ben geweest.
Het is een schitterend stukje kust, dit Playa de los Cocederos, genoeg wandelpaden die van het ene strand naar het andere gaan dus morgen ga ik op verdere verkenning uit. Ergens boven op een rots moet nog een cache liggen maar soms moet ik misschien toch maar genoegen nemen met het stukje groen gras aan mijn eigen kant….
Route: Águilas – San Juan de los Terreros – Playa de los Cocederos
Gereden kilometers: 15
Coördinaten slaapplek: N037.22,564’ W 001.37,774’
Geschreven door Carry.gaat.weer.op.reis