Dag 35
Mijn buik is weer redelijk in orde en ik heb een rustige nacht achter de rug. Zodoende loop ik al om half 8 mijn busje uit maar ik ben niet de eerste. Taina is ook al aan de wandel met Snug, haar kleine Yorkshire terriër. De katten die normaal met haar meewandelen verdwijnen schichtig als ik met dat zwarte monster naar buiten kom. Morgen hebben ze weer alle ruimte en rust want na het ontbijt neem ik afscheid van Taina en Theo met de belofte dat ik zodra ik weer in Portugal kom hun stulpje zeker weet te vinden. Want wat heb ik genoten van de plek maar zeker ook van de gezelligheid van die twee. Nogmaals dank jullie wel voor de heerlijke dagen .
Ik wil heel graag met de ferry vanuit Olhâo naar Ilha da Armona waar een heleboel caches liggen en waar Baloe ruimte heeft om zich er op het strand uit te leven. De auto kan ik gratis kwijt op de grote parkeerplaats in de buurt van de haven en van daaruit is het maar 5 minuutjes lopen naar de kiosk waar de tickets voor de ferry worden verkocht. Maar het feest gaat niet door want Baloe mag alleen mee als hij in een ‘box’ zit en die heb ik nu eenmaal niet bij me. De juf achter het loket kijkt een beetje meewarig naar die grote hond alsof ze wil zeggen: Wat heeft zo’n bakbeest op zo’n piepklein eiland te zoeken??? Jammer, want ik had graag die 20 minuten durende oversteek gemakt. De belegde broodjes , cola en water zitten nu voor niets in mijn rugzak.
Om in het stadje te blijven trekt me nu niet zo erg, het is er vreselijk druk, er is een gewone markt en snuisterijen-markt. De terrasjes zitten op dit vroege uur bomvol, het is net 10 uur geweest. En voor Baloe vind ik dit ook niet leuk, ik weet zeker dat hij liever op het strand is dan in de stad.
Volgens Taina is er een prachtig strand in Fuzeta, een klein vissersdorp met maar een paar duizend inwoners dat niet eens zo ver weg ligt van Olhâo. Wanneer ik het stadje inrijd herken ik het meteen, ook hier zijn we drie jaar geleden al eens geweest en hebben er prachtig kunnen wandelen. Het stadje ligt aan het natuurpark Ria Formosa, een 60 kilometer lange lagune met daaromheen een labyrint van eilanden, kanalen, uiterwaarden, zandbanken en niet meer in werking zijnde zoutpannen. Voor Baloe een eldorado en hij kan niet wachten om de zee in te gaan die hier rustig en helder kabbelt. Hij kent het woordje ‘zwemmen’ en heeft geen aansporing nodig. Het strand aan deze kant is niet zo heel erg lang, er ligt nog een lagune die door het duin en een ellenlang strand van de open zee wordt gescheiden.
Om Baloe te laten opdrogen lopen we nog even door het stadje dat bekend staat om zijn BBQ-restaurants. Op elke hoek in het dorp zie je wel zo’n ding staan waar ’s avonds de vis op wordt bereid. Bij de haven zijn de vissers aan het werk, voor de kleine houten hutjes maken ze de vis schoon en herstellen de netten.
Mijn plekje voor de nacht is vandaag makkelijk: ik gebruik gewoon de coördinaten van 3 jaar geleden. Alleen hangt er nog steeds het verbodsbord: Verboden voor campers om het dorp in te rijden. Ik waag het er op maar ga toch het risico niet aan om een boete te krijgen en rij door naar het volgende dorp Santa Luzia dat aan een 12 kilometer lang zandstrand ligt. Pas wanneer ik het kleine vissersdorp inrijd herken ik het: ook hier waren we drie jaar geleden. Misschien moet ik de reisverslagen nog maar eens goed door gaan nemen want ook het dorp Olhâo en Moncarapacho waar Taina en Theo het stuk land hebben, daar ben ik al geweest. Het wordt nu echt tijd voor nieuwe herinneringen….
Route: Moncarapacho – Olhâo – Fuzeta – Torre dÁires – Santa Luzia
Gereden kilometers: 43
Coördinaten slaapplek: N 037.05,630’ W 007,40,427
Geschreven door Carry.gaat.weer.op.reis