Dag 14
Het is vanmorgen een half uurtje later wanneer ik mijn bed uitkom, maar nog net op tijd om die prachtige lucht te zien die boven de heuvels verschijnt. Het is net half 8, ik heb prima geslapen maar toch lang wakker gelegen rond half 3. Er spookt van alles door mijn hoofd…
Nadat ik mijn rondje veestapel heb gemaakt en de boel binnen aan kant is drink ik snel een kopje thee en ga dan eindelijk op zoek naar die cache die in het dorp Mourioux ligt, een kilometer of 6 hiervandaan. Ondanks de dik ingepakte vingers gaat het autorijden gelukkig wel goed en binnen no time parkeer ik de auto midden in het dorp, meteen onder het grote kruis van de kerk. Nu kan me zéker niets meer gebeuren….Het geluid van een brutaal blaffende, loslopende hond is het enige dat in het voor de rest uitgestorven dorp, te horen is. En ook het enige wezen dat ik tegen kom, de luiken voor de ramen zijn gesloten, het is er doods. De cache die bij een ondergrondse bron ligt is gelukkig snel gevonden, ben ik er tenminste niet voor niets naartoe gereden.
Voor een vers stokbrood moet ik in Viellevillle zijn, het dorp waar ik een paar dagen geleden naartoe ben gewandeld. De eigenaar van de winkel begroet me met een vriendelijk : “Bonjour madame, ca va?” Wat is er waar van het gezegde dat Fransen stug zijn? Voor dat weliswaar kleine aantal dat ik hier op het platteland heb ontmoet, gaat dat gezegde tenminste niet op. Toen ik gisteren in de wachtkamer van de dokter zat kwam Odette binnen en omhelsde me alsof ze me al jaren kon….
Na mijn lunch met vers stokbrood en Camembert, ik zal weten dat ik in Frankrijk ben, loop ik met Baloe het grote rondje waarna Blixie weer aan de beurt is voor het kortere stukje. Met hem heb ik gisteren de grote ronde gemaakt en zo wissel ik het af met die 2. Net wanneer ik op de plek ben waar het zaterdag zo vreselijk mis ging, komt de boer met zijn tractor over de hobbelige landweg aangereden. Uit zijn spraakwaterval begrijp ik dat hij vraagt of ik weer gevallen ben, maar gelukkig kan ik dat ontkennen. Maar hoe hij nu opeens op het onderwerp ‘whiskey en alcohol en dood’ komt? Ik zou het niet weten, op goed geluk knik ik maar eens van ‘oui oui’ en hoop dat ik daarmee niet zeg dat ik alcoholiste ben😊
Niet veel later staat Nicolas weer aan de deur om de stal uit te mesten en vertelt meteen dat wat ik al weet: Vanaf dinsdag komen hij en Frannie de dieren verzorgen en dan zit mijn tijd er hier op. Volgende week zondag komt het gezin weer naar huis, ik had het graag anders gezien en afgemaakt, maar gezien de pijnlijke toestand van mijn vingers is het zeker beter als ik de zorg aan iemand anders overdraag. Want ik heb wat gevloekt de laatste dagen, iedere keer als ik ergens tegenaan stootte! Maar er is gelukkig alleen het vee dat het hoort en van hun heb ik geen klachten gekregen.
En dus maak ik nu met Nicolas hetzelfde rondje als dat Janine 10 dagen geleden met mij deed. Kippen, katten en een hond, daar draait hij zijn handen niet voor om, maar het paard?? Die is ook wel erg groot en het feit dat hij als 12 jarige jongen door een paard in zijn borst is gebeten maakt het er niet veel beter op. “Maar Frannie is er ook nog”. zegt hij. En met een zwaai en “als ik nog wat voor je kan doen”, stapt hij in de auto en zijn Baloe en ik weer alleen. Maar nu wél in een heerlijk verwarmde ruimte….
Geschreven door Carry.gaat.weer.op.reis