Dag 3
De nacht in de Kaltbachstrasse was rustig, Sankt Michael im Lungau slaapt nog nadat ik én Baloe heb uitgelaten en water heb ‘gestolen’ op de begraafplaats. Je kan er niet genoeg van bij je hebben.
De volgende stop is de Aldi die hier al om half 8 open is en waar de de warme verse broodjes liggen te lonken in de schappen. Zoals het gezegde is : Ga nooit naar de supermarkt als je honger hebt, want je komt met meer naar buiten dan nodig is. Wat ik dus ook heb gedaan!
Baloe krijgt buiten in het al warme zonnetje zijn bruine brokjes en ik eet binnen mijn verse broodjes en als dat op is wordt Garmin in geprogrammeerd op Tarvisio in Italië. Van daaruit wil ik de grens naar Slovenië oversteken. De veel dichterbij gelegen Wurzenpass is me veel te griezelig om te rijden. De bergpas die op 1073 meter hoogte in de Alpen ligt heeft aan de Oostenrijkse kant een stuk van 600 meter met een hellingsgraad van 18%. En dat is nog net wat meer dan de rit en de bochten door de Dadeskloof in Marokko die ik in februari van dit jaar heb gedaan. De oversteek door de makkelijkere rit door de Karawankentunnel wil ik op de terugweg doen.
Via de mooie provincie Karinthie , waar het altijd een paar graden warmer is dan in de rest van Oostenrijk , rij ik Italië binnen en niet veel kilometers later, ook weer uit. Slovenië, ik ben er.! Het vignet voor de snelweg in dit land hoef ik voorlopig niet te kopen omdat ik eerst naar het zuiden rij waar geen snelwegen zijn. Kranska Gora , de bekende wintersportplaats, laat ik links liggen (of liever rechts). We zijn daar in 2018 al eens geweest en meer dan wat hotels, winkels en skipistes is er niet te zien. En op die laatste is nu in de zomer natuurlijk ook niets te zien.
Een kilometer of 3 zuidelijker ligt het kunstmatige meer van Jasna, omringd door de hoge pieken van het omliggende gebergte in het Triglav Nationaal Park met als hoogste zijn top op 2864 meter. Een mooie plek om mijn lunch te gebruiken en voor Baloe om zijn dorst te lessen in het ijskoude water dat door het aangrenzende riviertje stroomt.
Water betekent voor hem zwemmen, maar dit keer worden alleen zijn voeten nat, het is ook hém te koud! Het is nog net geen 10 uur, maar dat de vakanties zijn begonnen is goed te merken. Hele families hangen en zitten rond het meer, een enkeling waagt zich er zelfs even ín. Langs de kant van het meer staat het beeld van de Zlatorog, de gems met de gouden hoorns. Volgens de legende had dit witte dier dat in een kudde leefde, hoorns die dienden als sleutel tot een gouden schat die werd bewaakt door een veelkoppige slang. De rest van het verhaal is vast te vinden op internet. Natuurlijk wil iedereen met het beeld op de foto, ook ik, maar mijn armen zijn te kort om een selfie te maken en Baloe heb ik dit nog steeds niet kunnen leren. Dus klamp ik een voorbijganger aan die meteen in de weer gaat en als dank maak ik een foto van hun twee. Goede ruil dus.
Na een uurtje begint het te kriebelen, ik wil naar het outdoor centrum in Bovec om een afspraak te maken voor….Dat verklap ik nog niet.
Bovec, ik was het even vergeten, maar dat plaatsje ligt ná de Vrsic-pas. Dus wanneer ik mijn navi de opdracht geef om naar het 50 kilometer zuidelijk gelegen dorp te rijden slaat de schrik me om de oren. De pas met zijn 50 haarspeldbochten had ik liever een dag later gereden, het is warm en ik ben toch alweer een paar uur op de been. Maar het is niet anders en vol goede moed begin ik aan de klim. En met mij nog ettelijke campers, auto’s en motoren. Reviews zeggen allemaal dat het de moeite waard is, de vergezichten over de indrukwekkende Oost-Julische Alpen is prachtig. De weg die tijdens de Eerste Wereldoorlog is aangelegd in opdracht van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije werd door Russische krijgsgevangenen gemaakt. Ik zie echter alleen maar grijs beton, tegemoetkomend verkeer en bochten waar geen eind aan lijkt te komen. Het zweet stroomt me inmiddels over het gezicht en ik wil niets liever dan dat hier een eind aan komt en wel zo snel mogelijk. Boven op de 1611 meter hoge pas is geen plekje meer om te stoppen, het is half 12 en alles is bomvol. Het zou de enige mogelijkheid zijn geweest om nog iets van de omgeving te hebben gezien, maar ook dit is me niet gegund. De afdaling is zo mogelijk nog erger, steil, smal en het erge is dat de bochten per nummer staan aangegeven. Bij nummer 28 heb ik het niet meer: ik móet er nog 22. De 50 bochten zijn ook nog eens onderverdeeld in een stuk of 4, 5 voordat de échte bocht zich aandient. Ik hoor de kopjes en bordjes rammelen in de kastjes, de deken van Baloe is van de bank gegleden maar hij zelf houdt zich gelukkig rustig. Wat ben ik blij als we weer beneden zijn en er alleen nog maar ‘normale’ bochten te rijden zijn. Je kunt me inmiddels uitwringen.
In Bovec is geen plek meer te bemachtigen, niet op de vele P’s en ook niet bij het outdoor centrum. Ik ben het ook goed zat en moet op zoek naar een plekje waar ik de rest van de dag (en nacht) kan doorbrengen. En dat is niet eens zo eenvoudig, wild staan mag niet en is in het Nationaal Park al helemaal verboden.
Via Park4Night vind ik een plek buiten Bovec bij een Particulier aan het riviertje.! Die particulier is niemand minder dan David, die zijn stuk grond gratis aanbiedt aan ieder zolang er maar genoeg plek is. Door er te komen moet je over het aangrenzende golfterrein rijden, de verbodsborden gewoon negeren. Goed dat er niet net een balletje wordt geslagen wanneer ik aan kom rijden. En ik ben niet de enige, er staan zo’n 20 campers verspreid over het stuk grond waar hij woont. Een paar toiletten, een douche en een plek om je afwas te doen maken het gezellig aandoende geheel, compleet.
Nadat ik een uur heb genikst en Baloe zeker nog een wandeling heeft verdiend , lopen we door het bos naar de Slap Virje, een waterval die volgens David op zo’n 25 minuten afstand ligt. Dat moet te doen zijn, hij is alleen vergeten te vertellen dat het berg op gaat en wanneer je het pad naar de waterval inslaat nog eens 10 minuten naar beneden is. Wat je dan daarna ook weer omhoog moet. Is ie de moeite waard: och, ik heb ze al eens hoger gezien, maar hij is in ieder geval verkoelend. Het water valt over de rotsen in een smaragdgroene beek. Baloe heeft het inmiddels zo warm dat hij wel wat verder erin durft, maar bij mij blijven de schoenen en sokken aan hoewel ook mijn temperatuur een aantal graden gestegen is. Maar het is rustgevend om er een tijdje te zitten, hoewel ook hier meer mensen rondlopen dan me lief is….
Terug op de camping ga ik onderuit, mijn pc hangt aan de stroom bij David, en later komt er nog een Belgisch stel met hun 2 zonen buurten. Zij moeten morgen met hun 7 meter lange camper de Vrsic-pas doen willen ze terug naar het noorden.. Ik heb ze tóch maar even verteld dat het heeeeel erg moeilijk is 😊
Route: Sankt Michael im Lungau- Villach-Travisio-Kranska Gora- Bovec- Pluzna
Gereden kilometers: 189957-190144= 187
Coordinaten slaapplek: N 046.19,877 O 013.31,263
Geschreven door Carry.gaat.weer.op.reis