Vanuit Indonesië werden twee piepjonge studentes uitgestuurd om enkele weken in de Graftuin als vrijwilliger mee te draaien. Het zijn Nancy en Santia. Nancy sprak Engels terwijl Santia amper Engels kon. Beiden zouden de Indonesische groepen een rondleiding te geven. We hadden ook een vrijwilligster uit Amerika, Yani, die Indonesisch sprak. Zij zou met hun optrekken. Yani speelde "moeder kloek" want ze woonden in hetzelfde appartement. De meisjes waren erg emotioneel om hier te werken en hadden gelijk een sterke band met Debora die hen omringde met liefde en genegenheid. Ze noemden ons "grandma" en "grandpa". Heel grappig. We gaven hun raad, hadden leuke gesprekken over hunr land en familie. Santia verstond niet veel maar was knuffelend aanwezig bij "grandma". Wanneer Nancy bad, kwam dat vanuit haar hart en bijna altijd met tranen. De eerste keer dat ze zelf een groep mocht leiden, was ze zo emotioneel dat ze nadien moest uithuilen van dankbaarheid, dat God haar geleid en geholpen had. Ze wilde graag een foto met de groep. Santia durfde niet echt een groep leiden. Zij stond veelal bij de poort als usher en hielp met het Heilig Avondmaal. Op hun laatste avond hebben de meiden voor ons gekookt; een echte Indonesische maaltijd. Lekker en voedzaam. Het verdriet was groot en de tranen vloeiden welig toen we de dag nadien afscheid namen. Ze hebben een prachtige tijd gehad in de Graftuin. Op 28 oktober begon rook de tuin te vullen. Wat was er aan de hand? Blijkbaar was er een brand uitgebroken op 200 m van de tuin. Het was snel geblust maar het stonk enorm. Een dagje later kwam een Belgisch vrouwenclubje de tuin ingewandeld. Ze waren hier vorig jaar ook al geweest en ook toen mocht ik ze een rondleiding geven. Belgen? Het gebeurt niet dikwijls. Oktober is voorbij. De herfst is in het land.
Geschreven door Omer-debora.op.reis