Je snapt het, we zitten inmiddels in het “papa fume une pipe” deel van Canada, ergens tussen Montréal en Québec. Vandaag niet veel beleefd. Kan ook haast niet anders, want iedereen spreekt hier frans en als er iets is wat wij niet doen……. De mensen spreken echt geen woord over de grens; hoeft natuurlijk ook eigenlijk niet, want ook dit is Canada. De jongen bij het tankstation vormde wel het meest sprekende voorbeeld. “Nice camper” wist hij nog net uit te brengen. Hij bracht vervolgens met beide handen een denkbeeldige, overmaatse beker naar zijn mond, slikte gretig en wees naar de camper. We knikten instemmend. Ja, die kar van ons lust wel een slokje. We begrepen elkaar. Zwijgend nam hij onze $ 162,– (!!!!) voor een bijna volle tank aan en knikte als afscheid. We nemen er maar een lekker flesje Chardonnay op, uit het engelstalige Sawmill Creek natuurlijk. Wat verder opvalt is dat veel Canadezen de zomer in hun hoofd hebben. Je ziet overal op straat korte broeken, t-shirts en zomerjurkjes en dat terwijl het maar 12° is. Wij trekken lekker nog een extra trui aan want het is mede door de stevige wind en ondanks af en toe wat zon, gewoon barstens koud. Montréal is best een grote stad, maar we hebben er overdreven lang over gedaan om er langs te komen. Anderhalf uur om precies te zijn. We waren de ene file nog niet uit of konden weer aansluiten bij de volgende. Morgen richting New Brunswick en Nova Scotia, waar we weer gewoon verder kunnen in het engels en het weer lekker rustig op de weg is. In tegenstelling tot hetgeen in ons gidsje staat vermeld, heeft ook de camping waar we nu staan “pas de internet, pas du tout”. Morgen maar weer op zoek naar een onbeveiligd netwerk ergens in een dorp of bij een hotel.
Geschreven door Janentrix