De weg roept
Ik heb vannacht heerlijk lekker geslapen. Na de lange tocht van gisteren lag ik ook al vroeg op één oor. Terwijl de andere gasten nog aan het kletsen waren, kroop ik al in mijn slaapzak. Ik heb van de naastgelegen kerk de klok van negen uur nog horen slaan, daarna die van zes uur vanochtend pas weer. Een kwartiertje eerder was ik wel even uit bed geweest om een korte sanitaire stop te maken.
Rond kwart voor acht ga ik met mijn hele hebben en houden naar beneden. De gastheren Frans en Tom zijn al volop bezig met het klaarmaken van de tafel.
Om acht uur zit ik met hen en de vijf andere aanwezigen aan tafel. Zij lopen vandaag een etappe van het kloosterpad naar Oirschot.
Op enig moment geeft Frans richting mij aan, dat als ik wil vertrekken ik de administratieve afhandeling met Tom kan afwerken. "Als de weg roept, is het tijd om te gaan", zegt hij. Het was dan wel geen hard roepen, maar ik voel me wel geroepen om op te staan en na het afrekenen te beginnen aan etappe 3.
Stil
De eerste meters gaan in de richting van de Jacobushoeve. Deze hoeve is mij niet onbekend. Bij de voorbereidingsweekenden voor Santiago en Rome die ik in Vessem heb meegemaakt, is een bezoek aan de Jacobushoeve een vast onderdeel. Naast een mini Cruz de Ferro (waarvan 'de echte' ook onderdeel van mijn tocht naar Santiago was), hebben ze hier een stiltecentrum. Ik ben er kort na negen uur en zit hier helemaal alleen. In deze ruimte wordt het stil in mij.
https://youtu.be/rLiuf5QFqpg Wanneer ik weer buiten loop is het op het waaien van de wind na, op dat moment ook stil.
Meanderen
De eerste kilometers gaan door het drassige buitengebied van Vessem en omstreken. Een wandeling tussen verbaasde koeien en een vlonderpad geeft de juiste spirit! De draaihekjes zijn hier nog voldoende breed om er met mijn rugzak en al doorheen te komen.
Al na een paar kilometer krijg ik opdracht om na een bruggetje de Kleine Beerze te gaan volgen. Gelukkig is het gras gemaaid, zodat mijn schoenen alleen voor het onderste deel nat worden. De Kleine Beerze is zeker geen kanaal, het riviertje slingert door het landschap. Vandaag slinger ik er eerst aan de linkerkant, daarna aan de rechterkant naast.
De Kleine Beerze verandert onderweg van een riviertje in een brede sloot. Op enig moment is deze zo smal dat zelfs deelnemers aan het kampioenschap 'Fierljeppen voor beginners' allemaal met gemak droog de overkant zouden halen.
Iets later verbreedt de Kleine Beerze zich toch weer een beetje naar de proporties van een riviertje.
Net voordat ik met het meeslingeren stop, is er toch nog een te smal draaihekje. Ik moet mijn kermisattractie van gisteren toch nog een keer uitvoeren.
Gelukkig hebben we de foto nog.
Je ziet mij er misschien niet van mijn beste kant op, maar ik heb altijd van Ilse begrepen, dat ik een lekker kontje heb. Dus.... voor iedereen: gelukkig hebben jullie de foto nu ook.
Horen en zien
Gisteren gaf ik al aan mijn zintuigen weer te willen prikkelen. Ik zet mijn oren dan ook weer vol open. Ik hoop daarbij ook vogelgeluiden te horen. Dat is vandaag tevergeefs. Het blijft vooral bij het ruisen van de wind in de struiken en bomen.
Het genieten van de omgeving lukt vandaag wel beter. Hoewel de etappe van gisteren mooier was, kon ik door de beschrijving in het boekje nu meer om me heen kijken. Als ik lees "Dit pad langs de Kleine Beerze blijven we volgen en steken daarbij drie keer een straat over" hoef ik alleen maar de straten die ik oversteek te tellen. Voor de rest van de tijd kan ik lekker om me heen kijken. Dat doe ik dus ook. Ik geniet van de vergezichten en de 'dichterbij-gezichten'.
Aan het eind van de etappe kon ik ook nog andere natuurgeluiden en -beelden opdoen. Daarover zo meer.
Zeven of acht?
Ik passeer op de route van vandaag ook enkele dorpjes. De eerste ervan is Duizel. Bij het zien van deze naam denk ik direct aan de Zeven Zaligheden.
In het centrum van Duizel staat een beeld met de titel 'Goei moeder'. Hopelijk vindt iedereen dat hij of zij de beste moeder van allemaal heeft, maar als ik voor het beeld sta gaan mijn gedachten direct naar mijn moeder, mijn schoonmoeder en natuurlijk Ilse als de moeder van onze drie mooie kinderen. De volgorde is trouwens geheel willekeurig gekozen.
Na Duizel passeer ik later tijdens de etappe ook Eersel (en nog later Bergeijk, Westerhoven en Borkel en Schaft). In Eersel loop ik door het dorp en moet ik in de richting van het streekmuseum 'De acht zaligheden'. Huh, zijn het er nu zeven of acht. Dat ga ik opzoeken.
Het blijken er volgens Wikipedia dus acht te zijn.
Er staat namelijk: 'Acht Zaligheden (oorspronkelijk: Selligheden) is de van oorsprong spottende benaming voor een achttal van oudsher armoedige en op -sel uitgaande dorpen uit de Noord-Brabantse Kempen. Het betreft de plaatsen: Duizel, Eersel, Hulsel, Knegsel, Netersel, Reusel, Steensel en Wintelre.' en ook: 'Hoewel de zaligheden Duizel en Wintelre niet op -sel eindigen, worden ze taalkundig gezien alsnog bij de zaligheden gerekend.'
Dat is dus voor altijd duidelijk.
Zon-dag
Voor mijn vertrek vanochtend had ik al een blik op Buienradar geworpen. De weersverwachting ziet er redelijk uit. De komende drie uur worden maar een paar buitjes verwacht.
Toen ik net aan het wandelen was ontving ik een bericht van Ilse. "Succes vandaag, hopelijk doet zondag zijn naam eer aan. 😘"
In mijn warme kamer op mijn overnachtingsplek kan ik zeggen, dat dit niet het geval is geweest. Dit hoeft natuurlijk ook niet perse, want anders zou ik morgen de hele dag in het duister moeten lopen. Het is dan tenslotte maan-dag.
Het eerste deel van de tocht was het weliswaar bewolkt, maar liet de zon zich niet zien. Gelukkig vielen er ook nauwelijks druppels van boven.
Het beetje zon dat zich tijdens de etappe liet zien was slechts een heel waterig zonnetje. Die was ook van hele korte duur.
Tussen Klein-Borkel en het dorpje Borkel beginnen enkele druppels te vallen. Ik passeer toevallig een picknickbankje en kies er voor om even naar de actuele voorspelling te kijken. Die ziet er niet erg rooskleurig uit. Ik besluit om toch mijn regenbroek en gamaschen maar uit mijn rugzak te halen en deze aan te doen. Dat blijkt een uitstekend besluit. De rest van de etappe komt het met bakken uit de hemel.
Ik kan mijn zintuigelijke waarnemingen van vandaag daarom verder uitbreiden.
Het geluid van de druppels op mijn jas, pet en op de grond waren stevig maar wel mooi. Nog mooier was het schouwspel van de op de grond neerstortende druppels die ieder voor zich nog een klein stukje omhoog stuiterden om zich daarna met de andere druppels in kleine waterstroompjes te vermengen. Een boeiend beeld.
Het goede doel
Na Borkel (met zijn mooie witte Antonius Abt-molen) en Schaft nader ik de grens met België. Een grenspaal in een weiland symboliseert deze overgang.
Al gedurende een groot deel van de etappe heb ik het liedje 'België' van Het goede doel in mijn hoofd. Niet zozeer de zinnen 'kun je leven op Pluto' of 'kun je dansen op de maan', maar meer een zin als 'ik heb getwijfeld over België, omdat iedereen daar lacht'.
https://youtu.be/MTVnMO6cRfg Als inwoner van Alphen kom ik natuurlijk regelmatig in België. Ik maak daar al jaren onderdeel uit van de fanfare van Weelde en ken dus ook een groot aantal Belgen. Eerlijk gezegd voel ik me ook best prettig tussen de Belgen. En de bijzin 'omdat iedereen daar lacht' is trouwens ook niet per definitie altijd waar. Had je maar eens naar een repetitie moeten komen kijken toen we net aan de 'Sunken Village' begonnen...
Vandaag ga ik dus weer 'over de grens'. Kort nadat ik deze gepasserd heb arriveer ik bij de Achelse Kluis.
Gesloten kluis
Vanochtend vertelde gastheer Frans mij al dat er geen paters meer op de Achelse Kluis wonen. Vanuit het religieuze perspectief is 'de kluis dus gesloten'. Er wordt blijkbaar nog wel trappist gebrouwen. Ook de abdijwinkel en de brasserie zijn nog open. De brasserie gaat volgens A4-tjes op de ramen trouwens vanaf morgen 'met verlof'. Vandaag heb ik, na de regen van de afgelopen uren en de steeds pijnlijker wordende voeten, geen zin om hier nog even te gaan zitten.
Ik bel daarom naar mijn overnachtingsadres met de vraag hoe laat ik kan arriveren. Simone neemt haar telefoon niet op. Dan het nummer van Ingrid maar even proberen. Die neemt wel op. En hoewel eigenlijk half zes pas het moment is waarop ze gasten ontvangen, mag ik toch al komen. Simone en Ingrid wonen ongeveer een kilometer van de Achelse Kluis. Het eind is dus in zicht.
Simone is bij mijn aankomst in hun busje aan het werk. Ze bouwt deze om tot camper. Knap vind ik dat, maar geef richting Ingrid wel aan dat ik blij ben dat wij er gewoon één gekocht hebben. Het was anders waarschijnlijk een veeljarenplan geworden, waarbij ik ook niet zeker geweest zou zijn van een succesvol eindresultaat. Misschien onderschat ik mezelf en Ilse hiermee trouwens. Waar een wil is, is immers een weg.
Ingrid wijst mij mijn kamer, badkamer en toilet. Ik heb een kamer met twee eenpersoonsbedden. De douche was weer heel welkom en heerlijk.
Terwijl ik op mijn kamer aan deze blog aan het schrijven ben, komen ook de twee andere gasten aan. Bij de uitleg hoor ik Simone tegen hen zeggen dat ik de verkeerde kamer toegewezen heb gekregen en vraagt de beide dames of het erg is om in een tweepersoonsbed te liggen. Gelukkig vinden ze dat niet erg en hoef ik de inhoud van mijn rugzak die ik hier heb uitgestald niet te verhuizen.
Morgen mag ik weer een stukje terug richting de Achelse Kluis om de volgende etappe te beginnen. Ik heb het hoge riet al gezien waar ik doorheen moet, dus ik zal mijn regenbroek dan alvast maar aandoen.
Dag 3: 31,2 km
Geschreven door Josderoij.op.pad