Stevig ontbijtNa een heerlijke nacht, waarin ik prima heb geslapen, stond ik vanochtend vroeg op. De wekker om half zes gezet. Er staat immers een stevige etappe op het programma. Na het gebruikelijke ochtendritueel zit ik als enige aan de ontbijttafel. Er is dus volop keuze. Ik neem het er goed van, zodat ik een goede bodem leg voor de wandeling van vandaag. Ik heb er tenslotte ook twee keer voor betaald, nietwaar...
Om zeven uur check ik uit en ga ik op pad. Ik heb gekeken wat de snelste route naar de camino is en pik deze na ruim een half uur op. Het enige dat ik heb gehoord zijn kraaien die volop lawaai maken. Eenmaal op de route verdwijnt het gekras en komt er gefluit en gezang van andere vogelsoorten voor in de plaats. Klinkt me toch meer als muziek in de oren.
Het heeft vannacht weer enkele graden gevroren. Toch doet het zonnetje al goed zijn best om alles weer te ontdooien. Op de plaatsen waar de zon niet komt zijn de plantjes ook na enkele uren toch nog wit.
Veranderend landschapDe eerste uren loop ik weer tussen de vele velden met druivenplanten. Miljoenen planten wachten tot het moment dat de knopjes die er al wel inzitten zich ontwikkelen tot nieuwe takken vol trossen druiven. Ik ruik de mestgeur, waarmee de planten worden gevoed om tot volle wasdom te komen. Mooi hoe de natuur dat ieder jaar opnieuw weer voor elkaar krijgt.
Ik passeer enkele dorpjes die voor het grootste deel nog in rust zijn. De bakker is op sommige plaatsjes al wel open en trekt zijn eerste klanten.
De kerk van Chavot overziet het geheel van boven op de berg waarop deze staat. Al van ver zie je deze kerk staan. Net voorbij de kerk heb ik een prachtig overzicht over de hellingen met druivenstruikjes en de dalen van de verre omgeving.
Na een drietal uren wandelen zie ik een verandering in het landschap ontstaan. De omgeving met de hellingen en dalen maakt plaats voor een meer glooiende omgeving. Er ontstaat ook weer ruimte voor akkers met verschillende gewassen en grassen. Later deze etappe zie ik zelfs weer wat koeien in de weilanden staan. De bergen mest liggen onderweg weer te wachten om over de akkers uitgereden te worden.
Ik pauzeer in het dorpje Morangis. Wanneer ik weer op pad ga, loop ik blijkbaar net niet ver genoeg door. De track op mijn GPS stuurt mij door een weiland richting de rand van het bos waar een pad zou moeten liggen. De rand van het bos ligt er wel, de pad echter niet op deze plek. Daarbij is het weiland aan de kant van het bos ook afgezet met een hek met prikkeldraad. Gelukkig ken ik dit nog van mijn kinderjaren, wanneer ik bij mijn grootouders op bezoek was. Met het onder het prikkeldraad doorkruipen heb ik niet zulke goede ervaringen. Ik ben er zelfs een keer met mijn wang aan blijven hangen. De enige die daar toen blij mee was, was mijn neef Frank die toen op mijn fietsje naar huis mocht fietsen. Toen had ik ook niet eens een rugzak op. Ik laat deze optie daarom snel varen.
Ik kies dus een plekje waar ik met de minste moeite over de prikkeldraad heen kan. Dat valt nog niet mee, maar ik kom er zonder kleerscheuren vanaf.
Het pad heb ik echter nog niet gevonden. Ik moet dus gaan 'padvinden'. Akela viel.....
Met behulp van de GPS kom ik uiteindelijk door het kreupelhout en de bramenstruiken bij het smalle pad terecht. Gevonden!
NatIn de bossen, die ik door loop, valt me op dat het op sommige plaatsen nog erg nat is. Ondanks dat ik nu gelukkig al dagen zonder regen heb gewandeld, staan de plassen vaak over de hele breedte van het pad. De waterdoorlatendheid van de bodem in deze omgeving is blijkbaar minimaal.
Bij een breed pad is er meestal via de zijkant nog wel een droge strook te vinden. Het bospad versmalt zich in de loop van de kilometers echter steeds verder. Op enig moment waan ik me weer in het grensgebied van België en Frankrijk, waar ik ruim een week geleden liep te zoeken naar plekken waar ik mijn voeten droog kon laten landen.
In het bos zie ik heel veel afdrukken van hertenhoefjes. Spontaan komt een nummer uit de oude doos in mijn hoofd: "Twee reebruine ogen, die keken de pelgrim aan...."
Het blijft bij het liedje, want ik heb geen hert gezien.
PalmpasenEenmaal uit het bos kom ik weer meer in de bewoonde wereld. In het stadje Montmort staat een groot kasteel, dat je al van een afstand ziet. In dit stadje pauzeer ik. Terwijl ik van mijn broodje zit te genieten, komt de bewoonster van de woning tegenover thuis. Ze komt uit haar auto en loopt recht op mij af. In haar hand heeft ze een palmtakje dat ze vriendelijk glimlachend aan mij overhandigt. Ik bedank haar heel erg voor dit gebaar. Ze is waarschijnlijk naar de kerk geweest, waar ze het gewijde palmtakje heeft meegekregen.
Bij mijn ouders in de tuin staat ook een grote 'palmstruik', waar de koster vele jaren in aanloop naar palmpasen takjes af kwam knippen. Door het teruglopende kerkbezoek moet mijn vader inmiddels de struik zelf snoeien.
De palmtakjes die we in de kerk ontvingen werden vaak aan het kruis, dat thuis aan de muur hing, gehangen. Ik kies er vandaag voor om het takje niet aan mijn kruis te hangen, maar in mijn notitieblokje op te bergen en te bewaren.
KaarsrechtVanuit Montmort moet ik nog 11 kilometer. Op de kaart zag ik dat dit voor een heel groot deel over een kaarsrecht parcours gaat. Op basis van de kaart had ik de gedachte dat dit wel eens een oude spoorlijn zou kunnen zijn, die tot fietspad is omgedoopt. Deze verwachting blijkt ver van de waarheid te liggen. Het is een kaarsrecht zandpad, wat eerst tussen de akkers doorloopt en uiteindelijk overgaat in het bos.
Ik nader mijn eindbestemming steeds dichter. Mijn eindbestemming van vandaag is Baye. Het verbaast me wanneer ik net voor Baye weer een aantal velden met druivenstruiken tegen de hellingen zie liggen. Ik ben dus toch nog niet helemaal uit de wijnstreek.
Dicht op zondag?Ik heb al eerder aangegeven, dat de overnachtingsadressen niet voor het oprapen liggen in deze omgeving. Ik had eigenlijk in 'Foyer de Charité Baye', een liefdadigheidsinstelling van paters en nonnen, willen overnachten. Zij nemen dit jaar helaas geen pelgrims op voor een overnachting. Een ander adres in Baye waar in de routegids naar wordt verwezen is hotel/restaurant 'Chez l'ardennais'. Eerder deze week had ik een mail gestuurd waar ik tot gisteren nog geen reactie op had gehad. Ik belde daarom gisteren naar dit hotel. Ik werd door de eigenaar snel met een pelgrim verbonden die Nederlands sprak. Deze Belgische dame fungeerde als tolk.
Het hotel blijkt op zondag gesloten te zijn. In het boekje staat hierover echter niets vermeld. De eigenaar is bereid om mij vandaag toch onderdak te verlenen en speciaal voor mij ook nog voor eten te zorgen. Ik kan me via de poort aan de zijkant van het hotel melden. Bij aankomst op de plaats van bestemming zie ik direct een vergelijk met 'Den Bonten Os' in Baarle-Hertog. De gedateerdheid van het geheel straalt van het gebouw en mijn kamer van vandaag af. Toch geniet ik van het feit, dat de eigenaar mij deze mogelijkheid biedt. Ik word met open armen ontvangen. Geweldig die gastvrijheid.
Dag 16: 38,1 kilometer
Geschreven door Josderoij.op.pad