GastvrijGisteren als eindbestemming aangekomen in Saint-Ferme. Een klein dorpje waar het beeld bepaald wordt door een abdij, waarin ook het gemeentehuis en postkantoortje zijn gevestigd. De abdijkerk was gelukkig open.
Waar een tijdje terug veel kerken weer open waren zijn de laatste dagen de meeste kerken weer dicht. Ik moet het dan doen met alleen de buitenkant, waarvan de bouwstijlen vaak erg van elkaar verschillen.
De refuge in Saint-Ferme ligt op de eerste verdieping van een pand vlak bij de abdij. De gastheer en gastvrouw is een Frans echtpaar. Hij heet Patrice en zij Geneviéve.
Patrice is een corpulente man met een kale kop en een middellange baard. Zo'n man waar je liever geen ruzie mee krijgt. Zijn vrouw is een klein vrouwtje met vriendelijke pretoogjes. Het blijken superattente hospitaliers te zijn, die hier twee weken lang de pelgrims ontvangen. Ze zijn beiden ontzettend gastvrij, behulpzaam en geïnteresseerd.
Patrice vindt dat het gebruik van de wasmachine in de prijs is inbegrepen. Ik spreek hem niet tegen natuurlijk. Gisteren hingen mijn kleren daarom fris gewassen en lekker ruikend te drogen aan de waslijn.
Er wordt een heerlijke maaltijd bereid. Door de Duits-, Frans en Véél-sprekende Franse pelgrim uit de Elzas duurt het diner uiteindelijk meer dan anderhalf uur. Dat moet sneller kunnen. Ik had tegen hem willen zeggen dat hij zijn salade en kaas moest opeten, omdat hij anders koud zou worden. Omdat 'moeten' met dwang te maken heeft en ik leer te onthaasten, heb ik dat maar niet gedaan.
Er is ondanks de beperkte taalbarriére een leuke klik tussen de gastheer en -vrouw en mij.
KukelekuuVanaf minuut één kakelt Patrice op een leuke manier over de haan die in de buurt van de refuge rond paradeert. Ik heb hem zien lopen en kan niet ontkennen dat hij een parmantige tred heeft. In zijn kielzog lopen steevast twee hennetjes. Dit zullen zijn 'chickies' zijn.
Patrice vertelt dat de haan iedere dag naast de refuge staat te kraaien en dat dit hem uit zijn slaap houdt. De mimiek en theatrale gebaren maken het tot een komisch beeld.
Als het aan hem ligt eten de volgende pelgrimsgasten rijst met een half haantje volgens mij.
Cowboys en indianenGisteren verschenen de eerste wolken sinds een paar dagen aan de daarvoor strakblauwe lucht. Er was wat regen voorspeld voor vandaag. De Frans, Duits en Véélpratende Franse pelgrim uit de Elzas is al lang op weg voor een lange etappe.
Ik heb de regenhoes en de electronicabeschermhoezen al klaarliggen, maar laat me in eerste instantie toch leiden door het optimisme van gastheer Patrice en Pelgrim Wim uit Ruurlo, die verwachten dat het wel droog blijft.
Les één van vandaag is dat je eigen eerste gevoel vaak klopt. Ik wil de rugzak op mijn rug gooien en de eerste druppels vallen op het Velux dakraam in de slaapzaal. De rugzak landt daarom in plaats van op mijn rug, toch weer op de grond. De regenspullen worden alsnog voor de dag gehaald.
De eerste achttien kilometer van deze etappe regent het flink door. Wim vertelt dat hij vanochtend nog zonnecrème op zijn gezicht had gesmeerd. Ik kijk hem aan en zie dat het geen waterproof crème is geweest. De witte strepen staan op zijn wangen.
Ik zeg tegen hem dat hij mij zo aan Witte Veder doet denken. Witte Veder is een indiaan die in de boeken van Arendsoog voorkomt. Mijn vader is verknocht aan deze verhalen en heeft de boeken al tig keer gelezen.
Wim kan de vergelijking wel waarderen. 'Ga je me nu scalperen?', vraag ik hem. Het duurt even tot het kwartje bij hem valt, maar dat komt waarschijnlijk door de pet die ik op mijn glanzende hoofd draag.
SammyTijdens de regenbui van het eerste en langste deel van de etappe zie en hoor ik de regendruppels weer hun val en landing maken. Waar de vogels zich gedeinsd houden, blijken de kikkers minder bang te zijn om nat te worden. Zij kwaken gewoon door.
Ik loop steeds met het nummer 'Alles ziet er anders uit als de zon schijnt' van André van Duin in mijn hoofd. Wim legt de relatie naar het nummer van Ramses Shaffy: 'Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy, want dan word je lekker nat.'
Hoewel ik natuurlijk liever in dezelfde temperatuur in een drogere omgeving had gelopen, merk ik dat de regen vandaag mijn vrolijke en goede humeur niet aantast.
Groente en fruitGisteren reikten de druivenvelden tot de horizon en de toppen van de heuvels.
Vandaag is de hoeveelheid aanzienlijk minder. Op enig moment lopen we zelfs langs een akker waar een een heel ander gewas op is geplant. Ik sta te kijken naar wat het is. Voor Wim is dat geen vraag. 'Tuinbonen' roept hij zonder aarzeling. Die heb ik de afgelopen periode nog nergens gezien.
VlakKomt ie weer. De geringere hoeveelheid druivenstruiken van vandaag heeft waarschijnlijk te maken met de lagere heuvels waartegen ze vandaag kunnen groeien. Daarmee wil ik nog geen uitspraak doen over de hoogteverschillen. Wim doet dat vandaag wel.
Na een kleine tien kilometer waagt hij de opmerking te maken 'Het is wel vlak vandaag hé!?'. Ik antwoord, dat we dat al eens eerder gedacht hebben.
300 Meter verderop lopen we voorovergebogen om het gewicht van de rugzak zo goed mogelijk te verdelen tegen een steile helling op. 'Lekker vlak hier hé Wim?'
Deze vraag komt als rode draad nog een aantal keer terug. Wim kan ook deze waarderen.
WaarderingWim en ik lopen vandaag voor de laatste keer samen. Ik spreek mijn waardering richting hem uit voor het feit dat hij mij ook de vrijheid heeft gegund om op de momenten dat ik dat wilde die ook te kunnen hebben. Hij vertelt precies hetzelfde gevoel bij mij gehad te hebben.
Zijn etappe eindigt in La Réole. We drinken samen nog een kop koffie vlak bij de brug waar de route over de rivier de Garonne gaat. Het station waar Wim de trein neemt ligt iets verderop. We bedanken elkaar en ik wens hem nog veel succes met de afronding van zijn werkzame leven en veel geluk en gezondheid voor de periode die hij na zijn pensionering in september in het vooruitzicht heeft.
Ont-moetenVanaf de brug over de Garonne loop ik solo verder. Het is inmiddels droger geworden, dus ik durf het fototoestel weer uit de hoes te halen.
Na een vijftal kilometers zie ik een pelgrim in een bushokje zitten. Waar ik normaal gesproken alleen zou groeten en door zou lopen, loop ik nu op de pelgrim af.
'Bonjour, bent u Fransman?' (maar dan in het Frans natuurlijk), vraag ik hem. 'Non, je suis Hollandais' is het antwoord. In het Nederlands maak ik kennis met hem. Het is Pelgrim Maarten, die op 10 maart vertrokken is in Groningen.
Ik heb zijn naam al een aantal keer in gastenboeken zien staan en heb er vanaf vandaag ook een gezicht bij. Maarten heeft ook een aantal dagen met de pelgrims Marguarite en Werner gelopen, met wie ik natuurlijk ook eerder heb gelopen.
Maarten heeft hetzelfde overnachtingsadres als ik gereserveerd. Hij wil het laatste deel van de etappe graag met me meelopen.
We blijken in onze motivatie voor deze tocht veel overeenkomsten te hebben. Ook hij merkt bij zichzelf al een aantal stappen gezet te hebben. Ik herken dat ook bij mezelf. En ik weet zeker dat er nog meer aan komen. Ik loop 'op de goede weg'.
Dag 49: 30,6 kilometer
Geschreven door Josderoij.op.pad