Plaats Delict

België, Damme

Ik heb me bij de Carrefour weer eens voor de gek laten houden: Griekse yoghurt nul procent vet. Nul procent. Ik zie het altijd te laat. Dat moeten ze er echt groter op zetten. Vooruit dan maar, met wat amandeltjes en abrikozen fluf ik het op. Maar echt lekker wordt mijn ontbijtje niet.

Véél regen. Tot vanmiddag drie uur. Wachten heeft geen zin. Want vanaf vier uur valt er weer véél regen.
Rugzak inpakken, regenjas aan, sleutel inleveren. Op de drempel van het hostel (lees: op het wifinetwerk van het hostel) bel ik mijn Lief: alles z'n gangetje daar, dat is goed. Ik sta op die drempel werkelijk iedereen in de weg, uitgaande gasten, pakketbezorgers, de loodgieter. Dus mijn Lief en ik zeggen snel weer saluutjes.

Om een uur of half tien trap ik af. Op een regenpijp in Brugge zie ik een sticker: 'Schwarzfahren muss bezahlbar bleiben'. Dat is natuurlijk onbetaalbaar grappig.
Ik heb wat moeite om Brugge uit te komen: ik weet ongeveer de richting, maar de steegjes en straatjes lijken me steeds tot dansen te verleiden: linksom, twee stappen, rechtsom, en een draai. Loop ik rondjes? Toch vind ik het goede pad, natuurlijk, en dan loop ik in echt stro-men-de regen over een mooi wandelpad op de dijk. Links Brugge, rechts de Kerkebeek. Ho! Een grijs rubberbootje in het water (het is een hele grote beek), in de stromende regen. Met duikers. Die zoeken een drenkeling, denk ik meteen, dat herken ik wel: een waterlijk. Inderdaad verderop een wegversperringsbord op het wandelpad, met blauwwit politielint afgezet. En overal politiebusjes, en politiefietsen. En polities.
Ik ben gestopt als forensisch arts, sommigen van jullie weten dat al. Toen schreef ik als afscheidscadeau voor de politie, Forensische Opsporing (vroeger heetten ze de Technische Recherche), een gedicht. Ik schrijf het hieronder, aan mijn collega's en alle polities.

Verder loop ik. Om de paar honderd meter een molen op de dijk. Brugge was een welvarende stad, lees ik in mijn boekje: 'In 1089 werd Brugge uitgeroepen tot de hoofdstad van het graafschap Vlaanderen en van de 13de tot de 15de eeuw kon Brugge gerust beschouwd worden als de economische hoofdstad van Noord-West Europa.' Zesenveertig duizend poorters eten karrenvrachten brood per dag. Graan uit zon, water en aarde. Van de wind gemalen. Vier elementen, gerezen en met krakende korst. Voedt lijf en leden, en de ziel. Thuis is waar het brood goed smaakt. Vandaar al die molens.
En het regent en regent maar.

Ik geef jullie de volgorde:
Als eerste worden mijn bovenbenen nat, aan de voorkant.
Daarna plakt mijn broek aan mijn kuiten. Dan zijn de schenen aan de beurt. Ondertussen is ook de rugzak stiekem regenwater aan het verzamelen. Dat gaat heel langzaamaan, dus ik merk er eigenlijk niets van dat er gewicht bij komt. Wat ik wel merk is dat de rugzak van kunststof is. Stevig en sneldrogend. Maar het water 'zakt er daarom doorheen' en verzamelt zich beneden. Vandaar dat tenslotte mijn onderrug, billen en achterzijde bovenbenen ook doorweekt raken. Dan mijn sokken, de boorden en de tenen. De rest van mijn voeten zal vandaag droog blijven.

Buiten Brugge kom ik te lopen langs de Damse vaart. Prachtig pad zonder auto's. Een groep toeristen uit Brugge komt me tegemoet. Ze boekten een fietstocht, dus fietsen zullen ze. De gids voorop op zijn eigen fiets, de groep er achteraan op lichtblauwe, identieke damesfietsen. Allemaal in regenpak, een mevrouw heeft dapper een parapluutje opgestoken, donkerblauw. De fietsers denken: wat ben ik blij dat ik daar niet met die rugzak loop te sjouwen. Ik denk: wat ben ik blij dat ik niet hoef te fietsen in dit baggerweer. Zo zijn we allemaal blij, dat is mooi.

Voor twaalf ben ik in Damme.
En de regen stopt. Echt waar. Heel even voel ik zelfs een beetje warmte van een waterig zonnetje. Het kan verkeren. Onder een afdakje hang ik mijn regenjas over de ANWB reparatie-onderweg-kast en mijn sjaaltje over mijn stokken om te drogen aan de wind. Zelf ga ik ook in de wind staan, al snel flapperen mijn broekspijpen zorgeloos en droog om mijn enkels. Mijn shirt en wollen hemdje hebben nog wat tijd nodig.
Ik kijk rond en lees in mijn boekje. Damme verrast me met moderne kunst in de openbare ruimte, en met twaalf gedichten langs een meanderend wandelpad.

Ik ben toonbaar genoeg geraakt om een eettentje binnen te stappen. Ik neem een soepje en spreek per telefoon met mijn gastgeverin af dat ik er zo tussen twee en half drie zal zijn. Bij Hoeve Steenoven scharrelen achter het erf kippen en ezels. De ganzen, felle wakers die ze zijn, hebben mijn komst eerder gezien dan het hondje. Ik krijg een eigen 'huiske' met bedstee en al. En een fiets voor als ik nog van 't erf af zou willen later vandaag. Die gaat nog van pas komen.

Eerst maar eens douchen, een 'regendouche', daar had ik nou net behoefte aan, en plek zoeken om al die natte spullen te drogen. Dan kruip de bedstee in om door te warmen.

Ik stap op de fiets, met wat omweggetjes rijd ik weer het dorp in. Daar is fietsen een misdaad voor het lijf, want kinderkopjes. Dus loop ik met de fiets aan de hand verder. Zo rustig aan zie ik weer allerlei nieuwe dingen. Een Sint-Jansvlinder als een modern kunstwerk op groen blad, een enorme ooievaar wedijvert met het torentje achter zich. Een boekhandel met een achterom, voor het raampje in de achterdeur een ansichtkaart. De beschreven zijde kan ik door het glas lezen, mijn oog trekt er naartoe als een magneet: 'fiets van Bertine'. Ik knipper met mijn ogen. Het staat er echt. Als ik er een foto van maak kijkt een mevrouw binnen me verwonderd aan. Ik loop aan de voorzijde het winkeltje binnen, ik zeg: op die kaart staat: fiets van Bertine.
'Ja,' zegt ze, 'dat ben ik.'
En ik ook! Dat hoor je toch niet zo heel vaak, in Vlaanderen ook niet hoor, zegt ze. Toeval. En net die ene keer dat ik een fiets heb.

Op mijn vierde dag in Vlaanderen eet ik fritatten. De friturist van Het Speyhuis, lovende recensies alom, schiet overeind als ik binnenloop. Hij zegt: hier in Damme is alles rustiger. Ook je telefoon heeft hier slecht bereik. Dat is waar. Hij zet muziek aan, een klassiek pianoconcert. Damme blijft verbazen. Heerlijke frites.

Zowaar komt de zon door, hij heeft er zin in vanavond want het is meteen warm. Ik sluit mijn dag af met een wijntje. Brugse vaart, oever, straatje, terras, in de zon, Bertine.
  • ----

PD

De kou, de regen, harde wind
De drupneus en het kleumen
Het warmen-aan-te-hete-koffie

Het zweet, de geur en het krioel
De kwetsbaarheid van wie verging
Glibberig, ook

Het sjorren, sjouwen, tillen, rollen
voelen, ruiken, proeven
De foto's en de graden
En al die plekken, huizen, schuren,
straten waar we waren

Het wachten, lachen, overleg
en het elkaar bevragen
en alle zorg en het respect
voor wie ons toegewezen waren

Ons schild slechts van papier
  • Bertine Spooren

Geschreven door

Al 3 reacties bij dit reisverslag

Je maakt me jaloers, zelfs inclusief regen. Prachtige foto, in de bol zie je inzoomend jou staan. En die laatste zin van je gedicht: mooi.cx

Hannah 2024-05-16 20:23:39

Dat schrijven van jou, heerlijk! Xc

Tonnie 2024-05-17 06:52:26

Vanochtend alle blogjes gelezen tot van gisteren, ik reis heerlijk met je mee Bertine.

Dieuwke 2024-05-17 09:27:04
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.