De ochtend ging heen met over en weer appen met de grafisch ontwerper van mijn nieuwe logo's. Ze worden ontzettend mooi. Dan is het tijd om te gaan.
Mijn rugzak is verbaasd, hij zit maar half vol: de goed-weer-spullen blijven thuis. Nieuwe schoenen en mijn voeten verheugen zich in een wederzijdse kennismaking.
Ik ga vier dagen het Pieterpad naar boven lopen.
Aan de rand van Groesbeek voel ik een warm welkom van de witrode wegwijzers. Mijn voeten voegen zich vanzelf.
Zilveren wilgenkatjes, ze kijken voorzichtig uit hun bolstertje, schudden zich zachtjes in de wind. Geen kat die van water houdt! En geen hond die ik tegen kom. Op deze donderdag, schrikkeldag, heb ik de wereld voor mij alleen. Ik wandel op bekende grond, maar omdat ik vandaag weer een reis begin heeft alles de geheimzinnige glans van verwachting.
Een oude mevrouw, haar losse grijze haren in de wind rondom haar gezicht, staat aan de rand van een akker. Waar ze haar lokken achter haar oren veegt zijn haar haren geel van de nicotine. Ze wiebelt op haar voorvoeten als in een soort van looppasje-op-de-plaats. We staren even samen in de verte, waar de lichte regen de bossen in Duitsland zacht en stil diepblauw kleurt.
Er is weer tijd, tijd in overvloed. Tijd om stil te staan en te kijken naar de sparren, hun kruinen buigen in de wind, ruisen als de zee: af en aan, en af. Hoe het blad van de beuk droog tikt tegen kale stam. Regen zien schitteren op het mos. Tijd. Tijd in overvloed.
Holthurnsehof, Duivelsberg (kopje thee in het pannenkoekenrestaurant) en dan de stuwwal af. Overal klatert water omlaag, daarom heet het hier ook Beek. De gegoede burgerij van Nijmegen liet hier de meid de lakens wassen. Op het grasveldje boven de beekjes bleekte het beddengoed in de zon.
Ik loop langs de supermarkt en langs de bakker voor een maaltje voor vanavond. De bakker hier is dezelfde als in Groesbeek: bakker Hans. Heerlijk brood, echt. Zijn dochters namen de bakkerij over en één ervan staat vandaag hier in Beek in de winkel. Ze vraagt of ik een lift terug wil, naar Groesbeek. Maar ik slaap vannacht bij 'Sous les églises', een logement zoals je je wenst. In het café ruik je de giste geur van bier van de dag hiervóór, houten tafels en stoelen, glas-in-lood. De stamgasten rondom de toog manen een makker om zijn schuine taalgebruik als ik binnen kom.
Ik heb een kamer met op de gang douche en toilet, ga me wassen in de groen betegelde badkamer. Sinds de jaren zeventig niks meer aan gedaan. Het water is warm, de douche is lekker. Als ik het douchegordijn dicht trek, speelt het carillon van de kerk vier uur. Helemaal goed. Dan kruip ik even in mijn bed om mijn spieren wat te rusten.
Later drink ik een glas wijn in het café, en dief uit een suikerpotje een lepeltje mee maar mijn kamer om de salade van de supermarkt te eten. Nu zit ik voor mijn hoekraampje en eet noten met kouskous. Banaantje toe. De houten overloopvloer verklapt dat de eigenaar een tweede gast de weg wijst.
Bij mijn voeten komt tikkend en tokkend de verwarming tot leven. Als ik mijn petje erop leg om te drogen, ruikt dat naar buiten, naar wind en naar regen. Morgen naar Millingen. Ik ben weer op weg!
Geschreven door Dove.e.roma