Gisteren veel telefoongedoe. Ik kan al dagen niet bellen. De Vodafoonmevrouw doet haar best, maar denkt dat het aan mijn toestel ligt. Op internet (doet het wel) vond ik de tip om alles terug te zetten naar fabrieksinstellingen. Dat doe ik, maar nu staat ook 'roaming' uit dus nu heb ik alleen internet buiten voor het raam, op dat ene plekkie waar ik op de klooster wifi kan. Daar zit ik de hele avond te appen met hulplijnen van Walda (dankjewel Rob) en Regine (dankjewel Jasper). Die halen alles uit de kast, maar niks helpt. Je kunt zien dat ik niet blij kijk. Ik ga maar slapen. Al in bed bedenk ik dat ik dan maar terugga naar Lausanne, met de trein, daar zitten vast reparatiewinkeltjes. Dat moet ik dan nu, nog op de WifiSpot, opzoeken, want verder geen verbinding. Ik weer uit bed, nu kan ik wel de kerk mooi verlicht zien. Ja, er zijn drie adressen, snel opschrijven, ze zijn maandag open. Ook de treintijden zoeken Martigny- Lausanne en dan vanuit Lausanne naar Orsières, want dat is mijn volgende pleisterplaats. Ik bedenk dat ik de monniken ga vragen of ik mijn rugzak mag laten staan, dat scheelt een boel. Vandaag opstaan, dus, mijn wandelspullen in de rugzak en mijn stadskleding (ahum) aan doen. Weer buiten op de WifiSpot kijk ik nog een laatste keer: alles doet het weer! Ik heb internet, kan roaming aanzetten en zelfs bellen. Ik vermoed al goddelijke interventie, mijn hulplijnen zeggen dat op internet staat dat dit bij mijn telefoontype vaker voorkomt: willekeurig ermee stoppen en dan weer gewoon het goed doen. Maakt mij niet uit, het werkt weer. Ontbijt met de paters, je merkt trouwens dat dit niet meer Frankrijk is: niks tijd nemen om te eten, binnenschuiven en dóór. Ik hoor dat de pas al een paar weken open is, maar onlangs gesloten omdat een sneeuwlawine blokken ijs zo groot als een ijskast de weg op schoof. Ik ga terug mijn kelder in en trek mijn wandelspullen aan. Op pad naar Orsières. Nu wordt het wandelen leuker: bospaadjes en klimmen en dalen. En warmer: heel mooi weer.
Een woedende beek onder mij, de hangbrug buigt met mijn passen mee, het brugdek is een rooster. Hoogtevrees niet gewenst. Hannibal kwam hier langs, maar Napoleon ook en die is fotogenieker, dus die kom ik nogal eens tegen hier. Leuk, via de VF borden kun je precies je vorderingen volgen. De wand rechts van mij is niet bepaald stabiel: kijk eens wat een aardverschuivingen. Die eerste, na het blauwe luik met de geraniums, lijkt aarde, maar die bruine bult is vuile sneeuw. Dat gaat vast vandaag of morgen weer verder schuiven, niet te lang blijven staan hier. Dit dal staat bekend om de al dan niet geneeskrachtige kruiden, inderdaad zijn er opvallend veel bloemen. Verdorie, mijn water is op. Omdat ik dacht dat ik vandaag niet zou lopen heb ik te weinig meegenomen. Nog een uur te gaan. Dat lijkt goed te doen, maar als het een uur klimmen is in dit weer dan moet ik water hebben. De oplossing dient zich aan: in een stal rechts van mij is een aanrechtje, rechts van die witte doek. De kraan functioneert gewoon en ik neem een liter water mee voor het laatste stukje. Een paar meter verder staat op een huisdeur: Rue de la Soif: de Dorststraat. Hoe konden ze dat nou weten? Kijk toch eens hoe mooi ik hier weer loop. In dit steeds smallere dal persen de autoweg, de spoorlijn, de woeste beek en het wandelpad zich soms zij aan zij door de engte. En soms is er opeens weer meer plaats. Om een uur of drie loop ik Orsières binnen, op zoek naar hotel Terminus, daar heb ik een bed in een dortoir gereserveerd. Terminus als in eindstation, let wel: van de trein. Ik eet vanavond het pelgrimsmenu, voor het toetje moet ik bijbetalen maar dat is dan ook echt héél lekker, volgens de eigenaar. Ontbijt is niet inbegrepen, kost vijftien euro maar is ook héél lekker volgens de eigenaar. Zeg maar net zo lekker als het toetje. Laat dat ontbijt maar zitten, ik koop wel koffie met een croissantje. Nou, dat heeft de eigenaar ook: een héél lekker croissantje voor een euro. Dat klinkt al beter. Ik ga naar de dortoir, waar ik weer de enige slaper ben. Lekker, er is beddengoed en een handdoek, daar kan ik zo van genieten, van dat soort luxe: schóón. Ik bel eerst ons pap en ons mam. Die hebben al zo lang niks gehoord. Gelukkig alles goed, daar. Dan douchen en een rondje lopen door Orsières. Er is prachtig glas in lood in de kerk en een overdekte houten brug met uitzicht op besneeuwde toppen. Ik strijk neer op het terras van het hotel, ook met uitzicht op besneeuwde toppen en levendig omdat elk half uur een trein arriveert en omdat het dorp binnenstapt voor een borrel. De laatste foto is weer het uitzicht uit mijn kamer.
Morgen Bourg-Saint-Pierre, woensdag Col Grand Saint Bernard...
Ciao, Bertine
Geschreven door Dove.e.roma