Na een vorstelijk ontbijt, een warm afscheid én een afsnij naar de route stap ik weer op. Over weggetjes waar een paar schapen me na kijken en waar ik aan de kant moet voor de boeren, die al hooi aan het binnenhalen zijn. Natuurlijk heb ik weer tegenlicht, dat valt heel mooi op het graan, het is die soort met die mooie zachte lange haren. Ik hou ze nooit uit elkaar, maar mooi is het.
Tussen de velden zoek ik op de grond naar diersporen, het zijn er een heleboel, vooral veel reeën. Ik ben zo druk met naar de grond turen dat ik een ree verderop in het veld bijna over het hoofd zie. Helene Nolthenius schreef ooit: als je de wolf hoort, moet je zijn spoor dan nog volgen? Dat dus.
In de modder ook een nieuw spoor: vier teentjes vrijwel naast elkaar, met een kussentje eronder. Wie het weet, mag het zeggen.
In mijn boekje staat dat de route in het bos slecht aangegeven is. Ik merk daar niks van, op elke derde boom staat zo ongeveer een markering. En ja, dat heb ik weer met mijn grote mond: prompt verdwaal ik. En een bos is daar niet zo'n beste plek voor. Volgens mij loop ik wel ongeveer in de goede richting, maar dan kun je uiteindelijk nog steeds heel erg ver van huis raken. Ik zie wel weer een beest, volgen mij een otter, maar dat lijkt me eigenlijk stug zo midden in het bos. Bruin met een witte borst, hij loopt als een spanrups, zo voorpoten samen vooruit (lang en uitgerekt) en dan de achterpoten samen erbij (gebogen met rug helemaal krom omhoog), een beetje hupserig, en hij gaat ook zo lang op zijn achterpoten zitten. Echt wel groot, geschat een slanke vrouwenkuit. Wie van de lezers wint de lezersvraag? Enfin, het beest ziet mij op een gegeven moment en schiet hop het gras en het bos in. Een goed moment om mijn GPS eens uit te proberen, ik ben niet moe, zit niet heel verkeerd en hoef vandaag niet zo ver, weinig stress dus. Natuurlijk moet de hele rugzak leeg: ik heb het ding nog niet gebruikt tot nu toe, dus hij zit onderin. Ik doe hem aan, doet-ie niks. Gewoon niks, hij start niet eens. Geen paniek, ik heb nieuwe batterijen bij me. Bij het verwisselen zie ik dat de chip ook niet helemaal vast zit, ook even schuifje goed gedaan. Wat het ook was, nu gaat-ie wel wat doen. Eerst moet ik terug naar Luxemburg, dat lijkt me niet goed, verkeerde deel van de GR5, als ik het juiste deel kies zie ik a) dat ik niet ver van de route af ben en b) er zit een kompas op, dus ik loop niet per ongeluk terug. Zo gefixed, dus, na een meter of vijftig zie ik de wit-rode strepen weer. Fijn, nu ik hem nodig heb helpt de GPS me uit de brand.
Ik wandel verder over het Franse platteland en zie weer een vos, het is bijna het vermelden niet meer waard. Wat wel leuk is: hij staat eerst heel lang te kijken en dan maakt hij zo'n echte vossenboogsprong. Echt zo'n boogje, zo hop op een prooi, zoals je bij National Geographic wel eens ziet bij van die poolvossen. Maar dan dus geen pool, wel vos. In de categorie wild zie ik ook nog pootafdrukken die wel van een zwijn moeten zijn: veel groter en verder uiteen dan een ree, en met aan elke kant nog een klein bij-hoefje of nagel of zo. Ik heb het opgezocht op google: echt wel zwijn! Daar ben ik toch een beetje bang voor, ze kunnen gevaarlijk zijn, zeker als ze jongen hebben en dat is precies nu. Mijn gastvrouw vertelde dat Annemiek de dag ervoor een zwijnenstel was tegengekomen met wel tien of twaalf jongen. Het liep goed af. Voor iedereen. Ik zet intussen mijn zintuigen open en houd mijn stokken stevig vast. Op één moment denk ik zelfs dat ik zwijn ruik, maar dat kan ook mijn verbeelding geweest zijn. Hé, daar loop ik opeens weer tussen de wijnranken. Al met al geraak ik veilig en heel en zwijnloos in Vic-sur-Seille, en dat is nou precies waar ik wezen moet. Een mooi oud plaatsje, en als de bel het niet doet moet je gewoon op het raam kloppen. De camping heeft een vrolijk gekleurd wonderlijk windrad, waarvan de wieken tegen elkaar in bewegen. De meneer van de camping schrijft me in en ik mag naast de hond in het golfkarretje, kijk, daar zitten we, de hond en ik. We stoppen op een plek met uitzicht op het meer, moet je zien! En ik heb helemaal mijn eigen huisje. Niks meer aan doen. Ik zet een kopje thee en daarna koffie, even zitten, even douchen en terug het dorp in, na drie uur is de bakker en de winkel weer open. Het is wel een héél klein winkeltje, gelukkig is er nog een paprika. De bakker dan maar, toch weer brood en een mooi taartje van twee macarons: pistache en frambozen. Ik neem een Ricard op een terrasje en terug in mijn huisje ga ik even rustig zitten voor mijn taartje. Had ik nog tegoed vanwege de verjaardag van ons pap. Daar ga je, pap, op je gezondheid! Dat smaakt zó goed, dat kunnen ze hier wel hoor!
Later regel ik nog mijn overnachting voor morgen, en overmorgen plan ik te gaan slapen in een 'gite communal', 4 kamers, 18 bedden, 15 euro. Daar zal nog wel plaats zijn voor mij, denk ik. Ik ben benieuwd. Maar eerst ga ik op weg naar de dag van morgen. Ik zou graag zeggen: terwijl ik de zon in het meer zie ondergaan. Maar ik zie geen zon. En dat meer, dat is gewoon een plas. Heeft de camping-meneer zelf gegraven. Maar hé, je moet er wat van zien te maken, toch? Ik heb wél weer televisie...
Netwerk hier is snel genoeg voor tekst, maar de foto's zijn te veel gevraagd. Die komen dus morgen of zo.
Ciao, Bertine
Geschreven door Dove.e.roma