Lekker geslapen als om kwart over vijf de wekker gaat. Ik doe een ontbijtje, kan zelf thee en koffie zetten. Net als bij jullie is het hitteplan in werking getreden: vroeg op dus, benen en armen smeren met DEET, gezicht smeren met zonnebrandcrème, zakdoek onder de achterrand van mijn pet om mijn hals en nek uit de zon te houden. Ga nooit op reis zonder een stoffen zakdoek. Heel veel vroeger vertrekken kan trouwens niet: als ik naar buiten stap komt net de zon op. Ik wil vandaag eerst tien kilometer lopen, dan de trein halen van zestien over acht van Santhia naar Germano (is één halte verder, maar scheelt toch zeven kilometer dus een kleine twee uur lopen) en dan nog twintig kilometer naar Vercelli lopen. Het stuk naar Santhia loop ik als een malle om die trein te halen. Het vroege ochtendlicht zorgt dat de rozen zo'n beetje licht gaan geven. Ik maak veel slapende honden wakker en een paar katten, maar die maken niet zo veel drukte. Het landschap is nu helemaal vlak en ik loop tussen maïs en koren. Het zoemt van de muggen. Van mijn armen en benen blijven ze af, maar op mijn schouders steken ze door mijn blouse heen. Tja, daar had ik dan weer niet aan gedacht. Een boer komt me achterop met één of ander groot apparaat achter zijn traktor. Ik stap in de berm om hem voorbij te laten, midden in de brandnetels. Alles wat prikt moet me hebben vandaag.
Als ik Santhia bijna in loop komt me een span paarden met een rijtuig achterop, dat is leuk. Veel zwaluwen, niet normaal. Hun hoge getsjier is overal te horen. Ik ben om acht uur op het station van Santhia, ruim op tijd voor de trein van zestien over. Kaartje kopen, als de trein er is stap ik in met een héle hoge opstap. Ik ga zitten en zie dat mijn trein vandaag niet om zestien over, maar om dertien over zal vertrekken. ???!?!?!!!! Verkeerde trein! En het fluitsignaal klinkt al. Ik bolder de coupé uit met mijn stokken en mijn rugzak op. De deuren gaan al dicht. Als een echte Nederlander gooi ik me ertussen, in een reflex want dat vind ik héél asociaal en zou ik normaal nooit doen. Met rugzak en stokken en al kom ik erdoor, de deuren gaan door mijn actie weer open en met 'mille scuzi' kijk ik de conductrice op het perron lief aan. Ze vindt het denk ik niet zo heel erg, tenminste, ze doet niet moeilijk, ziet natuurlijk ook dat ik zeg maar niet echt van hier ben, en sluit de deuren gewoon een tweede keer. Nog een paar minuten wachten, dan komt de goede trein, richting Novara. Nu zit ik wel goed. Vijf minuten, dan ga ik er alweer uit. Germano is opeens heel anders: andere gebouwen, minder sier, meer functie. Ik loop een eendagsloper voorbij die zit te bellen en die me later weer inhaalt. Hij knoopt een praatje aan, maar spreekt alleen Italiaans en bovendien loopt hij Nordic-Walking style en dat is wat sneller dan mijn tempo. Ik laat hem gaan. Hier is het echt plat, moet je kijken! En overal, overal rijstvelden. Dan is zo'n stuw al een hele gebeurtenis. Ook veel kikkers, die hoor ik steeds kwaken en wegplonzen, maar ze laten zich niet zien. Veel reigers en rare vogels, wit met zwarte schouders, hals, kop en snavel. Ze zitten een beetje zoals gieren, zo met hoge schouders, net oude mannetjes die zitten te praten over belangrijke zaken. Ze lijken op Gonzo van de Muppets en zijn forser dan reigers. Grappig. Geen muggen trouwens hier. Dan verwacht je ze en dan zijn ze er niet. Hier worden traktoren gebruikt met een soort van cirkelzagen in plaats van luchtbanden: dunne metalen schijven met pinnen eraan. Die vage foto van een traktor, daarop kun je het een beetje zien.
De eendagswandelman loopt een beetje mee op en af. Bij onze laatste ontmoeting (maar dat weten we dan nog niet, dat dat de laatste zal zijn, maar wie weet?) stellen we ons voor: Vittorio, heet hij. En hij loopt niet één, maar vijf dagen, tot Pavia. Om tien over twaalf, Vercelli is al lang in zicht en nu binnen handbereik, loopt het zweet in mij ogen. Mijn toch niet geringe wenkbrauwen kunnen het niet meer aan. Er lopen nu ook druppels over de punt van mijn neus omlaag: zee, proef ik. Ik heb drie liter water meegenomen en ik drink me een ongeluk. Ik loop Vercelli binnen, heb in het centrum een mooie kamer geboekt in een Palazzo, dat is weer eens wat anders. Een koperen bel met intercom zoemt, ik loop door een koel en donker trappenhuis de marmeren treden naar de eerste etage. De heer des huizes ontvangt me in de vestibule, wijst me mijn kamer en de badkamer (die komen beide uit op de vestibule). Ik 'woon' nu boven een ijszaak en een patisserie, bij de patisserie kan ik morgenochtend ontbijten en ik mag nemen wat ik wil, met koffie en thee en sap. De mijnheer vraagt met helderziende neus of ik wil wassen, dat is op het dakterras, daar staat de wasmachine en hangen de drooglijnen. Top. Ik ga douchen en heb een hele grote handdoek waar ik helemaal in pas. Dus ik doe werkelijk alles in de was, ga even op bed liggen, een half uur later hang ik mijn was op en alles is in een mum van tijd droog. Heerlijk!
Hm, van de hitte heb ik lichte schuurplekken op mijn rechter bovenarm en oksel. Ik haal mijn vaselinepotje tevoorschijn, hopelijk gaat dat voldoende zijn. Ik lig nu op bed dit te schrijven, als de ergste hitte straks weg is loop ik de stad in, moet mooi zijn. Die hitte, die blijft denk ik tot ik in Rome ben. Donderdag 41 graden, daarna iets 'koeler'. Dat wordt dus vroeg opstaan en voor de hitte binnen zijn. Gaat wel lukken. Die laatste foto, een gaskastje, zit erbij omdat ik daar nog steeds op 'aansla': het trekt steeds nog mijn oog omdat ik denk dat er GR5 staat, daar heb ik natuurlijk een week of tien lang naar gezocht. Ik haal die gaskastjes er nog steeds overal meteen uit.
Ciao, Bertine
Geschreven door Dove.e.roma