Mijn ochtendritueel is veranderd. Het was: opstaan, wandelkleren aan, rugzak inpakken, ontbijt, schoenen aan, rugzak op, gaan. Maar ik kan echt niet meer met goed fatsoen in mijn wandelkleren tussen ontbijtende mensen gaan zitten. Dus nu ontbijt in nette kleren, dan omkleden, rugzak inpakken etcetera. Vandaag start ik de dag met bloederig snot, toch van dat houtvuur gisterenavond, schat ik zo in, en met zes Britse bikers op leeftijd. Rond half negen trap ik af. Een klein stukje weg, er staat een werktafel op de stoep met gereedschap en al. Zij: ik wil het niet meer hebben, altijd dat gezaagd en geklop in huis. Hij: oké. Dan sla ik linksaf een coniferen haag in. Maar die doorgang is afgezet en achter de afzetting staan paarden. En ik weet dat een paar mensen heel hard gaan lachen, maar ik houd niet van paarden. Vooral niet als ze dichtbij komen. Ik wurm me langs haag en versperring, ik moet zelfs mijn rugzak af, anders kom ik er niet door en ik houd mezelf voor dat paarden vluchtdieren zijn: die lopen van je af. Nou, daar hadden deze paarden nog nooit van gehoord. Net op tijd kon ik zo'n plastic handvat van de stroomdraad achter me sluiten, kwam ik weer even goed weg, die paarden stonden al op mijn hielen, alle drie!
Het wordt meteen leuk: een bergpaadje klimt het bos in. Daar houd ik heel erg van. En hier worden het ook échte bergpaadjes, tof! Misschien lijkt het niet zo steil, de lens van mijn telefoon vlakt elke diepte af, maar dat is het wel. Op een uitzichtpunt maak ik een foto van wat er te zien had kunnen zijn. Na ruim twee uur lopen heb ik mijn eerste rust. Ik maak een selfie, kijk mij eens gelukkig loensen. In mijn hoofd een Zuid-Duits of Oostenrijks bergen-drinklied, komt bij elk Zelt-Fest daar voorbij: Schön sind die Berge...mensen die daar ooit op vakantie zijn geweest kennen het. Ik loop vandaag als met vleugels: met sterke benen neem ik elke helling moeiteloos. Dat heb je soms, maar het komt ook omdat ik in de bergen thuis ben. Onderweg leuke dingen: de stoel van Saint Quirin, een grappig gevormde rots die al lang voor het Christendom een plek van verering was, daarna vakkundig gekerstend door Sint Quirinus. En opeens staat er weer een fruitboompje te bloeien en het licht te vangen, midden in het bos, waar komt die zo opeens vandaan? Verderop de schuilhut van Paul Bechler (zie je, de dingen klinken hier toch echt eerder Duits dan Frans) met vuurplaats en binnenin...schilderijtjes. Leuk toch? In een schuilhut. Zo ook een zonnestoel, droog hout om een vuurtje te maken, een paar kaarsen, lucifers en er ligt een huttenboek, Jolan uit Nederland heeft hier, op weg naar Nice, vijf dagen geleden nog geslapen. Zo'n bikkel ben ik niet, hoor. Natuurlijk schrijf ik wel een paar regels in het boek. Ik passeer Gallo-Romaanse nederzettingen en ook Romeinse soldaten lieten hier hun sporen achter: bornes, een soort wegwijzers/grenspalen van steen. Die op de foto met die rondjes is er geen, hoor, dat is een paal die een perceel bos afkavelt, maar die is veel leuker dan de echte borne, want dat was gewoon een soort van bultig stuk steen. Ook zie ik, bij zo'n verhoogd schiethutje op palen, een stuk zout op een boomstronk gespijkerd. Slim, maar ik heb altijd een beetje moeite met die hutjes. Jagen oké, maar dan ook op je buik in het gras, niet in zo'n hutje een beetje op je luie krent gaan zitten wachten tot er een gelokt beest toevallig voor je loop staat, dat is niet eerlijk. Na heel lang kom ik weer op een weg, maar die volg ik maar 100 meter, dan mag ik er weer af. Hier verandert de markering van wit-rode strepen naar rode vlakjes, maar eigenlijk maakt het niet veel uit want die rode vlakjes staan in een wit veld. Dit is ook het punt waarop ik Lorraine achter me laat en de Elzas in loop. Wat ligt er toch alweer veel achter me. Vandaag besef ik opnieuw weer heel erg hoe blij ik mag zijn dat ik deze kans gekregen heb. Die vage foto van die bult met linksvoor een spar en op de bult rechts een antenne? Dat is de Donon, 1008 meter hoog, naar die top ga ik lopen. Als je goed kijkt zie je iets rechts van de top een soort van gebouwtje. Dat lijkt ver, maar blijkt eigenlijk zoals altijd mee te vallen. Als ik boven ben maakt een mevrouw een foto van me, het is nogal een toeristische boel daar, met die soort van 19e-eeuwse nep-tempel. Leuk, maar ik daal daarna meteen af want er is regen voorspeld. Ik ben er bijna, van die bult af lopen en dat was het dan voor vandaag. Om half drie vallen de eerste drie druppels die regen aankondigen, tien minuten later ben ik in het hotel. En wat voor één: ik krijg een soort van berghut als kamer, kei-luxe allemaal! Dat is lekker thuiskomen, zeg maar. Morgen kom ik langs een supermarkt, in Schirmeck, dat wordt feest.
's Avonds bij het eten werd alles verpest. Ik kreeg in het enorme en vrijwel lege restaurant het slechtste tafeltje toegewezen, bij de ingang van de keuken, terwijl alle andere gasten naar een sjieke serre werden gedirigeerd, ook andere gasten die alleen waren. Het eten was goed, daar niet van, maar ik voelde me zó alleen. Ik heb de serveerster gevraagd waarom ik hier zat en alle andere gasten daar. Ze zei dat haar collega zich vergist had. Dat zal dan wel. Ik heb me al die weken nog niet zo alleen gevoeld.
Ciao, Bertine
Geschreven door Dove.e.roma