Geheugen

Nederland, Hilvarenbeek

'Sinds mensenheugenis', ik lach erom. Het leven van mensen is kort, hun geheugen nog korter. Hoe kan een mens weten wat ik heb geleefd? Mijn wortels reiken diep, reiken ver, verder, dieper nog dan dat. Met ongeziene kracht stuwen zij zich in het voorjaar de aarde in. Waar geen ruimte lijkt vormen zij zich een weg, een pad, van leven. Tot in de fundamenten van deze plek, van deze plaats, van deze kerk. Met gemak duwen zij, onverschillig, langzaam, langzaam, de toren scheef die mijn gezag tarten zou. Die hoger is en misschien ouder dan ik, maar door mensenhanden uit dode steen gestapeld. Al eeuwen weet ik: wat dood is, kan niet meer buigen, breken slechts. Is tot verval bestemd.

Dan ik: de bijen duldde ik hun honing, de duiven duldde ik hun nest. En nu nog is het zomer, maar het licht rondom verliest zijn kracht. Beukende stralen zijn strelende vingers geworden. De wind zegt reeds het najaar aan. Ik rust wat in mijn takken, het groeien ben ik moe. Weldra zullen koele regens mijn bladeren wassen, of angstaanjagend rond mijn stammen stromen. Dan zal de wind, de heerser van de herfst, mijn takken buigen doen, mijn nerven strekken, hem sta ik mijn zomertooi af. Kouder dan nog wordt het licht, geluid kaatst tegen de gevels, wolven waden door de akkers. Vorst tracht mijn sappen stil te stollen. Ik laat hem begaan, hij schraapt slechts mijn bast, mijn kern hem buiten bereik. Sneeuw schud ik van mijn takken, een eekhoorn bied ik plek.
Dan lijk ook ik dood, stil en verstomd. Maar pas op! Binnen in mij kerf ik mijn kracht. Ik gist en barst en bruis. Ik spat en span mijn twijgen bij de eerste terugkeergans. Wanneer de merels me weer met hun nest gaan bekleden, vouw ik mijn bladerdak uiteen. Ik strek mijn wortels nietsontziend.
Laat niemand mij het leven stoppen.*

*Op Het Vrijthof in Hilvarenbeek staat een lindeboom, daar geplant in 1676. Onder deze boom, in de kern van het dorp, werd vroeger recht gesproken.

XoxoxoxoX

Ik start om negen uur met een lage lucht. Vanuit Groesbeek en Nijmegen krijg ik berichten van stormbuien, maar hier zou het volgens de berichten tot een uur of drie toch droog moeten blijven. Wel de lange broek aan, en de zonnebril blijft in zijn koker vandaag. Het lijkt alsof we vanaf de zomer zo de herfst in gevallen zijn. Ik loop lekkerder dan gisteren, wie weet raak ik weer met mijn rugzak vertrouwd. Buiten Alphen loop ik de velden in. In de verte al de flats van Tilburg, maar dat is voor morgen. Een verlegen zonnetje stelt zich voor, en het is meteen weer warm. De zon is vandaag af en aan, koud en warm. Een stukje over asfalt doet mijn gewrichten zeer, ik ben blij als ik weer zand onder mijn voeten voel. Over het 'Bels lijntje', een nu verdwenen spoor tussen Tilburg en Turnhout. Aangelegd midden 19e eeuw bracht dit de kolen uit België naar de textielbaronnen van Tilburg, lees ik in mijn NS wandelroute (uit 1995!). Hup, het Bels lijntje over, het bos in, over landgoed De Hoevens. Als ik langs een struikenrand loop roept een felroze bloembes zich mijn ooghoek in als een tropische vogel tussen het bruin. Daarna door een prachtig moerassig rivierdal van Landgoed Het Ooievaarsnest. Schitterend en zompig en nat, hier en daar met de zoetgistende geur van een römertopf. Kom daar nog maar eens om, deze droge zomer.
Als ik het bos weer een beetje verlaat passeer ik klooster Nieuwkerk. Uit de kapel stroomt muziek. Ik doe de deur voorzichtig open en val midden in een uitvoering van een muziekensemble. Kapelletje ramvol met publiek. Gelukkig viel ik niemand op, behalve de man die bij de deur stond. Ik luister het stuk af en glip weer naar buiten.
Iets verderop Grenspaal 1843, toen was dit dus de grens met België. En een bord: Zenschuur. Op één of andere manier vind ik eigenlijk niet dat die twee woorden samen op een bordje kunnen, dat wringt en dat kun je ook zien: de schuur valt er bijna af!
Omdat het de aard van de Brabanders zo goed weergeeft, gun ik jullie nog één geweldige quote uit mijn routebeschrijving: 'Even voorbij de Paradijsbrug komt u langs een boerderij met torentje, wat volgens de overlevering het huis zou zijn geweest van Gorpius Becanus. Deze 17e eeuwse geleerde verbaasde de wereld met de theorie dat het Kempisch dialect de oertaal zou zijn geweest van het paradijs'. Kijk, dat vind ik geweldig. Waarom zou je klein dromen? In het paradijs ga je langs iemand zitten en rij je om zeven uur aan. En iedereen, hij of zij of hen of wat dan ook, heet hij. Wel zo makkelijk.
Afijn, om een uur of twee bereik ik Hilvarenbeek, bij herberg 'De Zwaan' eet ik héérlijke soep, met uitzicht op de linde uit het verhaal hierboven. In de menukaart lees ik dat de herberg aan de route Antwerpen-Amsterdam lag, een dagreis of tien gaan. En dat elke Herberg met iets van Zwaan een pleisterplaats was met 'Zwaantjes', meisjes van plezier, dat wist toen iedereen. Maar ik wist het niet. Er zijn inderdaad véél Zwaanherbergen, ook eentje in de bossen bij Groesbeek.
Mijn slaapplek is nog twee kilometer gaan, er is geen sprake van dat ik dat vanavond nog eens terug ga lopen. Dus ik koop in bij een supermarkt en eet vanavond op mijn slaapplek een broodje zalmfilet op kruidenboter, ook lekker. In mijn superluxe slaapplek schrijf ik dit nu, terwijl de regen, eindelijk dan toch, op de ruiten raast en de donder door de wolken roert. Op mijn kamer staat een kwartje wijn. Ik hoef nergens meer heen vandaag.

Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Mooie dag weer en een fijn einde. Proost!

Sarah Tulling 2022-09-08 23:40:51
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.