Gisterenavond op zoek naar een restaurant, beland ik in een soort half Amerikaans/half Italiaans restaurant. Discomuziek en al. Ik kan niet zo goed tegen warm weer, ben allang blij dat ik iets gevonden heb. In het restaurant weet ik bijna niet meer hoe ik mezelf recht moet houden, maar eindelijk komt dan toch, met The Collage People's YMCA uit de speakers, mijn patat met knakworst en tonijnsalade. Helemaal nog niet zo slecht, eigenlijk. Dan naar buiten (warme deken valt over je hoofd) en naar de Ostello. De stad leeft weer: overal drukte en mensen, nu het weer kan na de warmte. Nog maar een keer douchen, koud nu, dan ga ik naar bed en ik slaap eigenlijk prima.
Ik heb gelachen om Daniel doe gisteren om vijf uur wilde vertrekken, maar ik zet nu mijn eigen wekker ook op half vijf. En om vijf uur weg, de maan schijnt me nog een klein beetje bij. Dan is het al 27 graden, maar het is een stuk minder benauwd en vochtig dan gisteren. Het wenkbrauwverzadigingsmoment zal zich vandaag dan ook niet aandienen. Niettemin ben ik als een kind zo blij met mijn korte haar: heerlijk vind ik dat. Wat een mooie bloem aan die struik, lijkt tulpenboom maar dan anders. De jonge konijntjes fleuren de dag weer op. Die vage foto van dat karrenspoor, daar zit er één in het middengras. In het eerste dorpje maakt een me rouw net de kerk open. Op de zijgevel een mozaïek van Christoffel, patroonheilige van de reizigers en dus van mij. Vóór het tweede dorpje rijdt een man in een auto me voorbij. Even verderop is hij, met zijn twee hondjes, uitgestapt. Het leuke van Italianen is echt wel dat ze graag een praatje maken. Zo leer je het ook wat makkelijker. Deze mijnheer vertelt me dat het nog een uurtje lopen is naar Pavia. Dat lijkt me stug, want volgens mij is het nog een kilometer of dertien. Hij vertelt dat hij met pensioen is, maar dat hij eerder eeuwenlang vrachtwagenchauffeur was. Geen wonder dat hij denkt dat het nog maar een uurtje is, hij heeft altijd alleen gereden, nooit gelopen. Ik ga weer verder. Het tweede dorp nadert, daar heb ik mijn eerste pauze gepland. Helaas is het dorpje al op voordat ik een bankje gezien heb, ik ga een beetje tegen een vangrail hangen, maar echt comfortabel is het niet. Bovendien blijk ik in een mierenkolonie beland, niet fijn. Verder dus maar weer. Nu is het eigenlijk gewoon rechtdoor lopen tussen de rivier en de weg, nog ruim elf kilometer naar Pavia. Dat worden lange kilometers. Door bos en struikgewas, dus het stikt er echt van de muggen. Bramen schrammen mijn benen tot bloedend toe open en haken in mijn blouse. En door de muggen móet ik blijven lopen, rusten zou een slecht idee zijn, hoewel ik daar ernstig aan toe ben. Doorstampen maar. Hm, geen blije pelgrim.
Rond tien uur zie ik in de verte de koepel van de dom van Pavia, gelukkig. Ik loop later eerst onder de spoorbrug door, dan de brug die de kortste weg is naar mijn hotel en dan de derde brug: de Ponte Coperto, de mooiste en het symbool van Pavia, meer nog dan de dom. Die derde brug loop ik dus, dat hoort erbij. Mooie brug, met hout overdekt. Pavia is levendig en leuk, een studentenstad en dat merk je: overal jongelui, leuke sfeer. Rond kwart voor elf strijk ik neer op een terrasje aan de voet van de dom. Ik pulk de doorns uit mijn benen en drink een capuccino, mijn eerste koffie vandaag, dat smaakt! Ik tik alvast een deel van mijn blog en een student op het terras spreekt me aan (in het Engels!), we hebben een gezellig gesprek. Bericht van mijn jongste nichtje, Lien. Geslaagd voor haar eindexamen, gefeliciteerd, Lien! Zwiebertineke verandert opeens in een apetrotse tante Bertine. Dan loop ik naar de Dom. In de deur kom ik een man tegen die de deur op slot draait en zegt dat de dom om drie uur weer open gaat. Ik vond het toch al een stomme Dom, met al die bakstenen. Verderop is nog een kerk, met een platte façade. Hier houdt een man de deur zelfs voor me open, na mij dendert een schoolklas binnen, die man staat er nog een tijdje. Iemand vertelt de schoolkinderen over wat er te zien is, en ze zingen samen een lied, dat is dan weer magisch, die zingende kinderen in die kerk. Enkele kinderen zijn trouwens al afgehaakt. Ik krijg een stempel, maar niet de mooie ronde pelgrimsstempel, die kunnen ze niet vinden. Gewoon een adresstempel. Maar hé,stempel is stempel. Wat een prachtige fresco's, moet je kijken! Ook Christoffel is weer van de partij.
Ik loop naar mijn driesterrenhotel. Weinig sfeer, maar wel airco, dat is nu even heel belangrijk. Normaal gesproken haat ik airco al mijn hele leven, maar tijdens een pelgrimstocht komt de pelgrim tot andere, diepere inzichten. Zoals waardering voor airco. Douchen, mijn schouders zijn rauw van de muggensteken door mijn shirt heen. Heb mijn rechter-knie vandaag een beetje verkloot, roep weer hulp in van mijn medicinale vrienden. Siësta-tijd.
Daarna nog even de stad in. Ik koop een riem, eindelijk gelukt. En ga toch nog even bij de Dom langs. Die is opvallend licht, de koepel zou van Michelangelo zijn en na de Sint Pieter en de Dom van Florence de derde grootste van Italië. Echt een leuke stad, Pavia, met daarbij ook veel zwervers en bedelaars, dat komt er ook bij. In een klein supermarktke koop ik yoghurtjes, een smeerkaas je en chippies. Bij de bakker een ciabatta. Dan vlucht ik voor de hitte (hoewel half zes nog steeds bloedheet) terug naar het hotel. Een dikke week geleden liep ik door de sneeuw te ploeteren...Driewerf zegen voor de airco!
Geschreven door Dove.e.roma