Vandaag slecht weer. Regen, regen, regen. Voorspeld. We staan om kwart over zes op, dan is het nog droog. Spullen gepakt, de Fransoos loopt ook mee. Sleutel in de brievenbus, plus de vrijwillige donatie voor ons verblijf. Bij de bakker langs voor een pudding broodje, dat eten we op een bankje op. Ik ga vandaag 20 kilometer, de Fransoos ook en Bennie loopt er nog 14 kilometer bij. We stijgen fors Chantillon uit, de Fransoos kan ons niet bijhouden. Omdat Bennie vandaag ver moet kunnen we geen genade tonen: we lossen de Fransoos, dat lijkt hemzelf trouwens ook beter. Het wordt eigenlijk best warm ondertussen, gelukkig nog geen regen. We komen twee stellen uit Zwitserland tegen, die lopen de VF andersom. Hun tip: het saaie stuk vanaf Pavia vervangen door de Route degli Abbati, de Abbott's route. Korter en steiler en leuker. Altijd goed, tips. En het regent nog steeds niet. We lopen door een dorpje en twee honden rennen om ons heen, grappig, we fungeren als wandelende pionnen in hun spel. Om ons heen trekken de wolken omhoog. Veel burchten in dit dal, logisch natuurlijk. We hebben inmiddels de hele hoge toppen alweer achter ons gelaten. Rond half één lopen we langs het dorp waar ik heen zou gaan. Maar wat moet je om half één nou in zo'n dorp? Ik loop lekker, het gaat nog lang niet regenen, Bennie is prima gezelschap, ook al is hij protestants, ik besluit met hem mee door te lopen naar Pont Saint Martin. Vanaf nu is het, hoewel nog 14 kilometer ook nog alleen maar vlak. Warm is het inmiddels wel: 28 graden. Oef! Verder is het gewoon rechtdoor het dal uit lopen. En ik heb genoeg water bij me: in de beentjes! We komen langs een bruiloft: bruid en bruidegom in een versierd Fiatje 500, veel getoeter, het hele dorp in pak en naar de kapper geweest: iedereen loopt uit. Later komen we nog langs de feestzaal met tafels buiten met volk eraan. Dat gaat laat worden vansvond. De route voert langs en over een paar Romeinse bruggen. Op oude bruggen staat hier altijd een kapelletje op één van de middelste peilers, zodat je nog kunt bidden om een veilige overtocht of zo. We lopen vier andere wandelaars voorbij, Amerikanen. Zij gaan ook naar Pont Saint Martin. Ze staan een auto met Italianen uit te leggen dat je er boven met de auto echt niet door kunt. Maar de Italiaanse gelooft hem niet. Wij vertellen in het Frans opnieuw dat je er echt niet door kunt. Ze wil het gewoon niet geloven. Een andere Italiaanse stapt uit en begint echt heel hardop het bord voor te lezen waarop blijkbaar in het Italiaans staat dat je er wél door kunt. Tja, wij komen er natuurlijk alleen maar net vandaan. De bestuurster van de auto, inmiddels behoorlijk kwaad en rood aangelopen, geeft gas, we kunnen nog net wegkomen (beetje overdreven van mij, maar een goed verhaal is ook wat waard). Ze verrekt het gewoon om te luisteren. Moet zij weten. We lopen over een Romeinse weg met de wielsporen van eeuwen karren in de stenen en een mooie poort. Rond kwart over vier zijn we, eindelijk, in Pont Saint Martin. Het was een mooie maar lange tippel vanaf kwart over zeven vanochtend. 34 kilometer. Moe, zie de selfie. We nemen een capuccino op een terras, ik koop een zakje chippies en dan lopen we door naar een soort van jeugdherberg. Daar wacht ons Angela. Zij is de moeder aller moeders des jeugdherbergens. Als een ware stortvloed staat ze ons al tegemoet te zwaaien, één spraakwaterval van iets wat op Frans lijkt met een fors Italiaans accent. Een computer is hier nog niet uitgevonden, we vullen vier formulieren in met steeds dezelfde gegevens. Ondertussen vertelt Angela over het Spaanse muziekgezelschap dat elkaar met schoenen bekogelde waarbij de televisie geraakt werd. Die is nu stuk. Over de Noor die een plastic tas met eten achterliet waardoor de vliegen door de jeugdherberg zwermden en over de Roemeen die in de wasbak piste. Bij de heren, dus ik hoef me niet druk te maken. Allemaal jongelui, net als Bennie. Ik beloof haar om Bennie een beetje in de gaten te houden. Dan belt ze nog een onderdak voor ons bij elkaar voor morgen in Ivrea en ze reserveert een restaurant in de buurt voor ons, de schat. Lang leve Angela. Ze neemt afscheid, ik ga lekker douchen, wasje doen want het is ruim warm genoeg om te drogen. Ik loop met Bennie naar het restaurant, het is goed dat Angela voor ons gereserveerd heeft want mensen worden weggestuurd. Even later is het er ramvol met Italianen. We eten echt heerlijk: lekkere worst en andere 'charcuterie' van hier, terrine van konijn met abrikozen marmelade, geitenkaasjes met heerlijke honing waar iets van azijn bij lijkt te zitten. Simpel maar o zo heerlijk. Brood erbij, water erbij, wijn erbij. Alles inbegrepen. Ik had Suppa besteld, ik dacht dus soep, maar het werd een soort heerlijk gekruide stamppot. Bennie had vlees met polenta. Leuk: een volgende gang wordt gewoon vanuit een grote stalen bak op je bord geschept. We denken aan afrekenen, maar nee: er verschijnen nog worstjes in tomatensaus. Onverwacht, maar heerlijk. Omdat we geel zeker weten dat we geen dessert hebben besteld gaan we daarna maar snel afrekenen voor er nog een gang langskomt. De mevrouw verbaasd: willen we geen koffie, dan, dat is inbegrepen. Half tien, geen koffie meer. We rekenen samen 39 euro af...
Het begint nu een beetje af te koelen een beetje eind waait frissere lucht de kamer in gelukkig. Ik voel mijn huid trekken: echt wel een beetje verbrand. Nog steeds geen regen, gaat ook niet meer komen. De komende dagen wordt het warm, gelukkig morgen maar 21 kilometer. Het leven is mooi in Italië.
Ciao, Bertine
Geschreven door Dove.e.roma