Vandaag een verre etappe, een kilometer of dertig. Nu is zes uur 's ochtends op het moment vanwege mijn kiespijn sowieso een antibioticamoment, dus ik sta maar meteen op. Gisterenavond lag ik nog lang op bed te kijken naar de onweerslucht, zwaluwen tsjierden er voorlangs. Maar onweren deed het toch niet, hier. Het enige geluid kwam van de kerkklok bij de buren: elk half uur en echt de hele nacht, maar daar sliep ik toch ook behoorlijk doorheen. Ook geldt: vier uur in de ochtend is een héle mooie tijd om te gaan plassen. Om zes uur gaat de wekker: in de beentjes naar het keukentje naast mijn kamer. Alles is er: mandje brood, twee tomaatjes, sinaasappeltje, kaas, vleesjes, koffie, thee, en appelstroop, pindakaas, hagelslag, jam. Top! Ik zet mezelf een paar mokken thee en een kopje koffie. Rond half zeven klaar om te gaan. Ik was de enige gast vannacht.
Mijn route maakt nogal eens 'kanteeltjes' op de kaart, dus je loopt rechtdoor op, zeg, de kerkstraat. Dan linksaf, en dan rechts en weer rechts, en dan weer naar links, en dan loop je weer op precies diezelfde kerkstraat. En heb je een 'kanteeltje' omgelopen. Omdat daar een parkje lag, of een leuk bruggetje, of een wegkruis. Altijd mooi, maar niet op een dertig-kilometer-dag. Dan wil je er gewoon komen zonder toeristische uitstapjes. Ik loop dus vandaag niet zozeer op de markering als wel op de kaart, die gelukkig mooi gedetailleerd is: het gaat prima! Veel Brabantse boerenbedrijven vandaag, en zo zien ze er helaas voor de wandelaar vaak ook uit. Het huis ligt een flink stuk van de weg af, met erf en stallen omringd door een stevig hek, liefst met een ijzeren elektrische poort. De voordeur heeft niet eens een paadje, want wie komt er nou aan de voordeur? Om bij de achterdeur te komen moet je langs een hondenhok met betonnen vloertje en een spijlenhek van twee meter hoog, zodat Fikkie er niet uit kan. Als hij erin zit, tenminste. Want een uitgesleten paadje langs het hek laat zien dat Fikkie ook vaak niet in zijn hok zit. Mijn moeder komt uit een boerengezin en ik had ooms en tantes bij wie het precies zo was. Instructie: als je zonder afspraak door de poort komt en de hond is los, dan rustig blijven staan...Tegenwoordig moet je ook voorzichtig zijn, begrijpelijk: een boer zit niet te wachten op spontane aanloop met vogelgriep of varkenspest onder de zolen.
Er valt heel wat te beschermen, aan have en goed, zo achteraf aan de bostand, maar heel gastvrij oogt het niet. Elke boer die je op de trekker tegenkomt zwaait dan weer wel. Mijn eerste pauze is in Sint-Antonis, Sintùnnis in het Brabants, en daar begint het ook, zo rond negen uur 's ochtends, een beetje te regenen. Op de ruimte voor de kerk, De Brink, wordt hard gewerkt. De kiosk wordt in oude luister hersteld en het wordt echt heel mooi: tinnen dak, granieten trap, hout mooi gesneden en strak in de lak. Alleen de dakdekker vloekt als het gaat regenen: zo wordt zijn dak spiegelglad! Mooi, zo'n pleintje, met het café tegenover de kerk (waar anders), in de schaduw van leilinden. Ik pak een stoeltje van het caféterras, het is toch nog dicht. In een zacht regentje ga ik weer verder. Nu loop ik bij de enorme en fonkelnieuwe uitspanning De Heksenboom het bos in. Dat is fijn,
zachte en verende grond na al dat asfalt. En wat een mooi bos zeg! Eerst vrij open bomenbos, later glooiende hei- en zandgronden. Loopt niet zo heel lekker, maar vooruit. Ik heb al dat moois voor mij alleen: op deze warme en met regen dreigende ochtend zijn alle andere mensen in hun holen gebleven. Of gewoon naar het werk gegaan. Wat wel naar is: de muggen zijn juist níet in hun holen gebleven! Niet normaal, nu had ik mijn deet-water weer prima kunnen gebruiken. Indien stilstaan, dan muggenbeten. Op een gegeven moment wordt dat wel echt vervelend: ik ben ontzettend aan pauze toe, maar heb al zes muggenbeten opgelopen tijdens het lopen. Van stilstaan kan geen sprake zijn, laat staan van zitten, ik moet eerst dat bos uit zien te komen. Hėhė, eindelijk het bos uit. Eerste plekje in de schaduw om te eten: elektriciteitskastje, met een rood zwaailicht in het midden en een héél klein minislakje met een nog kleiner huisje. Ik installeer me voorzichtig op het kastje, want we zijn nu samen, het slakje en ik. Samen eten we onze pretzel met een stukkie zwetende kaas, maar dat vindt het slakje niet erg. Tegenover ons wordt op een akker iets gepoot, ik denk aardappelen. Vier grote trekkers beslaan naast elkaar het hele proces van ploegen, eggen, bedden maken en poten. Een bedrijf, inderdaad. Slakje en ik mijmeren nog wat, op ons electriciteitskastje. Als ik zeg dat het voor mij tijd is om verder te gaan, gaat slakje even uitbuiken. Ze gaat vlak bij een takje liggen, zo lijkt ze net een blaadje, die slimmerd. Als je goed zoekt op de groene foto waar mijn zakmes op staat, dan vind je haar. Mijn pad wordt versperd door ottergevaar, maar later blijkt dat ik er toch wel kan lopen. Het water in de buurt blijkt het Peelkanaal, en zo te zien was dit een strategische locatie want er liggen veel bunkers langs. Die doen nu een beetje potsierlijk aan, maar we weten sinds een paar maanden allemaal weer hoe dit kan veranderen. Voorlopig focus ik me op de gele lissen, die in plukjes de oevers opvrolijken. Een man maakt een foto van een akker. Ja, hier loopt een kerosineleiding, en we willen weten of we die in deze akker kunnen bereiken. Hij wijst op een paaltje met een oranje hoedje en wat cijfers erop in de berm. Daar loopt dus een kerosineleiding, strak rechtdoor volgens zijn tekening. Wonderlijk: er zijn overal nog zoveel waarheden, en slechts wie de tekenen kent, kan ze lezen. Mijn water raakt op, ik heb de twee halve literflesjes van Bakker Bart van gisteren, maar dat is natuurlijk niet genoeg bij dertig kilometer in dertig graden. Ik begin er behoorlijk doorheen te zitten. En al die boerderijen zijn zo vijandig. Dan, eindelijk één zonder hek, mét een hondje maar heel klein en wel leuk, bovendien opgetild door zijn baasje, die er dus óók is. En ik zie een buitenkraantje voor de tuin. En de boer heeft ook nog nuttige wegeninfo. Ideaal. Met mijn waterflesjes weer nokkie gevuld verlaat ik hier echt de route om uit te kunnen komen in Boekel. Daar gaat elk half uur een bus naar Uden, dan verder naar een nicht van mij in Veghel, die mij vannacht te slapen heeft. Dat wist ze gisteren ook nog niet, zo close is onze familie niet zo, maar ze vond het superleuk toen ik haar vroeg. Naar Boekel dus, op de rotonde linksaf naar Venhorst en dan alsmaar rechtdoor. Die rotonde, die is essentieel: ik hoop maar dat Boekel niet al te ver meer is...
Ik had voor mezelf gezegd dat alles wat zeven kilometer en hoger was, vies zou tegenvallen, en dat zes en lager mooi zou zijn. Ik nader de rotonde. Ik zie Boekel, maar er staat nog een boom voor het cijfer met de kilometers. Nader, nader: vijf!! Hoera!! Ik ga toch even een bankje pakken, en in Venhorst loop ik bij de Coop binnen voor twee broodjes, een derde spaflesje en een appel. De appel eet ik al lopende, en hij doet goed. Gewoon kleine doelen stellen, steeds opnieuw.
Ondertussen worden in de lucht, waar de wolken als donkerblauwe dolle stieren ronddenderen, ook doelen gesteld: nog even en er gaat een gigantische bui losbarsten. Ik loop langs een jonge vrouw die tevreden kijkt hoe goed haar grassproeiertje staat. Terwijl de donder al door de wolken speelt. Ja, zegt ze, ik ben al een half uur aan het hannesen om dit goed te krijgen, en nou staat hij goed en nou blijft hij aan ook. Ze legt hem wel goed vast, dat hij straks in het onweer niet wegspoelt. Een paar meter na haar huis het verlossende plaatsnaambord: Boekel! Maar ik ben natuurlijk nog niet bij de bushalte en het onweer dringt aan. Ik scan de huizen op carporthoudendheid, zodat ik weet waar ik heen kan als de vloedgolf komt. Daar verderop rechts, daar is er weer één. Dan doet een windvlaag de jonge rode beuk met zijn top tot aan de bodem buigen en een vrijwel verticale bliksem slaat niet heel ver weg de aarde in. In het carporthuis is boven licht aan, een jonge vrouw is met gewichten in de weer ze ziet me, ik maak het pizzahutgebaar van schuilen en wijs naar haar carport. Ze sterkt haar duim op: ik sta droog, net op tijd!
De rest doe ik snel: het is slapenstijd: weer verder naar bus Boekel naar Uden naar Veghel, twee uur kort slaan op bankje, nicht thuis, hond heeft deur op de knip gesprongen, ruitje intikken, lekker douchen, heerlijk eten en gezellig, oergezellig kletsen, dessertwijn eerst bij de currie, vervangen door droge witte, dessertwijn weer terug bij de aardbeien, heerlijk, man van nicht thuis, doorlopend gezellig, hond likt voortdurend aan mijn rechter grote teen, 22.00 uur antibiotica-alarm, naar bed.
Truste, houdoe.
Morgen tornado voorspeld.
Geschreven door Dove.e.roma