Vandaag een lange etappe, meer dan 30 kilometer, dus vroeg op. Te vroeg voor het ontbijt, dus droog brood kauwen op de rand van het bed. Met een gedroogd abrikoosje. Hm, mijn ibuprofen is op, ik moet het alleen met paracetamol doen. Dan weer in de beentjes, tien over half zes, het eerste stuk eigenlijk alleen steil dalen. De honden slapen, het is bewolkt en zondag, niets verroert zich nog. Ja, we schrikken een ree op. En dan nog twee. En nog twee. Wie reeën wil zien, moet gewoon vroeg opstaan. Een vos blaft. Dat is het wel. We lopen op de weg, maar als we daar van af gaan, lijkt het wel of het een oerwoud wordt: hoog gras overgroeit het pad, we lopen een variant die blijkbaar weinig gelopen wordt. Overal manshoge bramen en ander prikkend spul dwars over het pad. Hoewel, pad, het is nogal zoeken. Omhoog en omlaag en grof. Omgewaaide bomen waar we overheen moeten of onderdoor. Overal woekerend spul en vochtig. Ik blijf met mijn rechter schouder in een braam hangen en mijn blouse scheurt. Een enorme winkelhaak, precies op de plek waar de held van de film die ook altijd heeft, ten teken dat hij Vele ende Groten Beproevingen ende Ontberingen heeft doorstaan. Ziet er stoer uit, toch? Ik loop dit stuk voorop en heb de slang van gisteren nog in mijn hoofd: die zitten hier vast ook. Ik kom geen slang tegen, maar er schiet wel iets heel groots weg, op de kam een meter of tien verderop blijft het staan: een everzwijn. Heb ik nog nooit zo echt in het wild gezien. Die zijn groot hoor, en meer grijs dan bruin. En snel, dat geloof je niet van zo'n groot beest. Er komt maar geen einde aan de jungle, het lijkt of we uren lopen te ploeteren. Als we er eindelijk uit zijn lopen we door tot in Pontremoli, een grotere plaats met een plein met een café (natuurlijk) annex patisserie. We hebben nu drieeneenhalf uur gelopen, ik ben dringend aan pauze toe. We halen het gemiste ontbijt ruimschoots in. Nog een blik in de kerk, overal pistachegroen en goud, dit is Italië. In de stad zijn nog grapjes uitgehaald met de verkeersborden, en een hondje houdt boven de wacht. Als we Pontremoli uit lopen vallen er regendruppels, even later begint het hevig te onweren en te regenen. We wachten het af onder een stenen spoorbrug. Op de foto lijkt het nog leuk, op het zeil van Bennie, maar het regent echt heel hard en de wind blaast fijne druppels onder de spoorbrug, dus uiteindelijk zitten we in regenkleding en onder de paraplu de bui uit te zitten. Onverwacht wordt de lucht weer blauw, om een uur of twaalf na twee uur regen. Redelijk droog maar koud gaan we weer verder, dat koud duurt niet lang want nu schijnt de zon weer uitbundig. De route gaat over een rustige weg langs charmante kleine dorpjes. Veel dorpjes hier, zo net op de helling, een beetje aan elkaar geregen. Vanwege het onweer heb ik mijn telefoon in de rugzak gedaan, dus jullie moeten de foto's missen. Om twee uur houden we weer pauze, bij een kerkje uit de tiende eeuw, op een plek waar in de vijfde eeuw ook al een heiligdom stond. Dit kerkje is het tegengestelde van de eerste kerk vandaag: sober, één kruis, en er is een soort alien met een waterhoofd ingemetseld. En er staat een bord bij met de enige juiste spelling van Appenijnen. We zitten er allebei een beetje doorheen, Bennie en ik, nog zo anderhalf uur te gaan, het wordt laat vandaag vanwege het schuilen voor het onweer. Gelukkig krijg ik een kop-op berichtje van mijn lief, dat helpt altijd. En de route wordt weer mooier, dat helpt ook. Bij het oversteken van een stroompje ligt een rat zielig op zijn of haar rug in het water dood te wezen. Rond half vijf zijn we bij de bed and breakfast. We zijn nog aan het zoeken hoe en wat als een enorme Hyundai SUV voorrijdt. De eigenaar met vrouw en zoontje. De waterleiding is gesprongen, maar hij heeft nog een appartement en daar brengt hij ons nu heen. Akkoord, als hij ons morgen hier weer afzet. We stappen in de SUV, ik zit met zoontje en mevrouw achterin. Het zoontje houdt de hele rit pelgrimsstok van Bennie vast, want die past zelfs in de SUV niet achterin. We rijden naar de andere kant van het dal, heel hoog de bergen in en belanden uiteindelijk in een veel luxer appartement dan waarvoor we betaald hebben. Bennie krijgt nog een lekker gekoeld flesje bier vanwege het ongemak. Fijn, een beetje luxe, hoewel de wifi geen sjoege geeft, dus jullie lezen dit later. Ik kan zelfs niet whatsappen of bellen, hier diep in de Appenijnen. We koken (of eigenlijk: Bennie kookt) spaghetti met iets van zevengroentensoep als saus, die heeft hij nog in zijn rugzak en daar wil hij vanaf. Goed te doen. Morgen om zeven uur komt de eigenaar ons hier weer halen.
Ciao, Bertine
Geschreven door Dove.e.roma