De dag begint met wolken, dat is weer eens wat anders. Na het ontbijt vertrek ik alvast, Bennie rommelt nog wat en haalt me vast weer in. Ook Gabriel zit nog achter me, ook hij haalt me vast weer in. De poes midden op het pleintje bij de fontein kijkt niet op of om. Heel veel zwerfkatten hier, trouwens. Ik loop Sutri uit en zet Maria nog even op de foto. Als ik een stukje op de Via Cassia loop zie ik dat Rome met de auto nog 52 kilometer is. Een boer op een traktor haalt me in en zwaait uitbundig bon giorno. Even later staat hij in de berm te bellen en haal ik hem weer in. Dan hij mij weer en ik heb zeker sjans: hij zet zijn traktor aan de kant voor een praatje met veel ciao bella's en brava's. Hij vraagt of ik heel alleen ben en of er ergens een man is. Daar komt mijn 'trouwring' weer mooi van pas! Vandaag is verder een beetje kleurloos: bewolkt maar daarom wel benauwd, ik zweet me een ongeluk. En stoffig en droog is het ook. Zo nu en dan waait de wind het droge stof op het pad of op de velden op. Tijdens het lopen schop ik zelf ook stof op, dat dan weer aan mijn benen plakt. De Via loopt naar zuid, met links de Appenijnen en rechts de zee. De zee is te plat en te ver weg, maar de Appenijnen blijven steeds in mijn linker ooghoek aanwezig. Een man loopt met een grote kudde schapen over het veld. Herder met een Toyota en een mobiele telefoon. Die lui gaan natuurlijk ook met hun tijd mee. Niks herdersstaf en vlierfluit. Pardoes loop ik opeens langs en door een golfbaan, de nationale en olympische golfbaan van Italië nog wel. Dan dient volgende dorp zich aan, met keurige tuintjes die een tuinman doen vermoeden. Het is vandaag zaterdag en markt, ik ga bij de kerk linksaf om later met een viaduct de snelweg over te steken. Grappig, op de lantaarnpaal heeft zich een slak genesteld, als om te bevestigen dat het allemaal niet zo snel hoeft. De Via loopt een stukje vlak langs de snelweg, gelukkig is er een gammel houten hek ter brscherming. Na eventjes sta je voor de keuze hoe je wilt lopen naar de bestemming van vandaag: 14 kilometer door de velden, highly recommended, of 10 kilometer langs de snelweg, not recommended. Zet het er dan niet meer, denk ik dan. Ik neem natuurlijk de veldweg, veel veiliger én mooier. Hé, Gabriel achter me, en achter hem loopt Bennie weer. Ik loop lekker vandaag mijn eigen tempo en heb eigenlijk nergens last van, dat gaat goed. Gabriel en Bennie halen me in, kijk, daar gaan ze, en verdwijnen als stofwolkjes aan de einder. Nu hoef ik alleen de stofwolkjes nog te volgen. Om een uur of elf begint mijn linker hiel toch weer zeer te doen, jammer. Ik neem pauze en eet een stukkie brood met kaas, omdat de mevrouw van gisteren me geen appels wilde verkopen. Ik neem paracetamol en ibuprofen en blijf even zitten zodat ze hun werk kunnen doen. Weer op pad kom ik na een paar kilometer bij een waterval, groot woord eigenlijk voor een beekje met een trappetje erin, maar het is wel een mooie plek. Dan wordt het een beetje zwaar. Ik passeer nog een poes in het venster van de tuinmuur, zij vindt het ook te warm om nog actie te ondernemen en blijft lekker liggen. Oef, mijn drinkwater is op, met nog een half uur te gaan, dat is niet zo mooi. Even doorbijten. Morgen nog meer water meenemen dan de drie liter van vandaag, hoewel, vannacht en morgen zou het hier moeten gaan regenen, net als bij jullie. Compagnano di Roma verschijnt, het zal ook eens niet op een berg liggen: laatste loodjes. Een forse klim en dan kom ik voorbij het schoolvoorbeeld van om-denken: er is hier een kapotte fontein. Dan gaan ze niet de fontein maken, nee: ze noemen het plein gewoon Piazza Fontina Secca, het plein van de droge fontein. Probleem opgelost. Even verderop tref ik Bennie voor capuccino op een terras. Lekker, met water erbij. Daarna zoeken we het parochiecentrum op, met 40 bedden, zegt het boekje. Vanavond zijn er maar acht bezet: Bennie, Gabriel en ik, de drie Italianen, en nog een Fransman, Jean-Pierre van ergens in de zestig en een andere Fransoos van ergens in de dertig. Het parochiecentrum is zo echt van vroeger: een zaal met een piano, een podium, een biljart en tafelvoetbaltafels. Wij gaan naar boven voor de pelgrimsvertrekken. De kraan van de douche is zo'n 30 graden kloksgewijs gedraaid, dus het duurt even voor ik uitgevonden
heb waar het warme water zit. En jawel: douchen en de siësta in. Ik reserveer voor de laatste keer een plek voor morgen, bij de Zusters van de Heilige Armoede in La Storta, negentien kilometer voor Rome. Om een uur of kwart voor zeven nog even Ivo gebeld, dan langs het groente-en fruitwinkeltje voor appels en dóór naar de pizzeria. Als Bennie en ik allebei een pizza bestellen, krijgen we te horen dat de oven het niet doet. We kunnen alles bestellen, maar geen pizza. Vooruit dan maar, we eten vooraf heerlijke hapjes, omelet, gegrilde pepers, aubergine en courgette met mozzarella, worst, meloen met ham. Heerlijk. Veel beter dan pizza. Dan nog allebei pasta en tiramisu toe. Lang leve de kapotte pizza-oven! Op weg naar de Ostello komen we de drie Italianen tegen: of we ook naar het dorpsfeest gaan? Nee, wij gaan terug naar de Ostello. Daar lijkt het alleen maar warmer te worden, hopelijk gaan dat onweer en die regen nog komen, vannacht. Door het wijdopen raam waait nu en dan een flinke zucht wind naar binnen, en flarden van het dorpsfeest. Volgens het weerbericht gaat het vannacht en morgen regenen en onweren, hopelijk klopt dat, geen reden om vroeg op te staan: uitslaap-tijd: half zeven, met morgen 22 kilometer te lopen.
Ciao, Bertine
Geschreven door Dove.e.roma