Gisteren wilde ik de was ophangen op het balkon, verbrand ik mijn voetzolen gewoon op de tegels, au, wat heet, snel terug! Ik liep met Bennie nog even Montefiascone in, met een donkere en heel koele kerk met weer zo'n mummie in het midden, dramatisch uitgelicht. We eten heerlijk bij de nonnen. Later die avond zat ik nog met Gabriel op het balkon, horen we opeens de monniken zingen in de kloosterkerk. Mooi. Vanochtend om vijf uur rommelen de twee nieuwe Italianen op weg, net als de Fransoos van wie we nog steeds de naam niet kennen en die we ook nooit zullen weten want hij doet vandaag twee etappes dus we zullen hem nooit meer zien. Om zes uur is onze tijd daar, Gabriel zet zijn wekker slim om kwart over zes, dan lopen we elkaar niet voortdurend in de weg. Ontbijt in het klooster, met pruimen toe. Pruimen kunnen heel erg lekker zijn, maar dat komt heel nauw met pruimen, ze moeten precies goed zijn. En dat zijn deze dus. Heerlijk. Iets over zeven sta ik buiten, kijk, mijn sokken zijn zó schoon dat ze bijna licht geven! Daniel loopt me kort daarna voorbij en dan Bennie ook. Alle schaapjes zijn weer op pad. De start voert stief stijgend naar het hoogste punt van de stad, langs het Via Francigena-beeld waar we gisteren ook al waren. Dan gaat het ferm omlaag stad uit over steentjespaden. In de lavendel zoemt het van de vliegende beestjes. Als ik omkijk ligt Montefiascone fier op de heuveltop. Vandaag loop ik hele stukken over de oude Via Cassia, die hier nog helemaal intact is. Heel comfortabel loopt het niet, maar het geeft een heel bijzonder gevoel, dat ligt hier maar gewoon, al duizenden jaren en is ook nog steeds in gebruik, kijk, gewoon als straat met olijfgaarden en zelfs huizen erlangs. De auto's hebben wel goede schokdempers nodig, maar hé, geweldig toch? Ik passeer een veldje schapen, die lopen hier altijd hard van je af en dat geeft weer dat hele subtiele ruisgeluid in de dorre begroeiing, heel mooi zacht en subtiel. Ook hebben de schapen een bondje met witte vogels met oranje snavels, formaat kleine reiger, die zie je altijd bij de schapen, vaak zitten ze er zelfs bovenop. Nog één keer Montefiascone in de achteruitkijkspiegel. Dan tik ik bijna Gabriel weer aan, die heeft gepauzeerd en loopt weer voor me weg. Onder een fonteintje maak ik mijn petje nat, het wordt alweer aardig heet. Bij jullie ook, geloof ik als ik het nieuws een beetje volg (ik volg ook maar een beetje, hoor). Ik wil om tien uur pauzeren, maar ik kom maar geen schaduw tegen. Vandaag 18 kilometer, dus voor de middag ben ik er al, maar de warmte begint nu al te wegen. De steentjesweggetjes zijn stoffig en worden nog best veel door auto's gebruikt dus ik moet regelmatig aan de kant. De auto's rijden keurig langzaam maar toch moet je daarna even de stofwolk afwachten voor je verder kunt. Kijk, iemand heeft een Maria van de Camino gemaakt, met het verzoek aan Maria om voor ons te bidden. Zo kom je onderweg onverwachte heiligen tegen. De zon is genadeloos en de begroeiing is dito stekelig: overal distels en dorens. Eindelijk is er dan toch een stukkie schaduw en een plekje om te zitten. Weer bij Maria, een andere dit keer, maar ik ben van harte welkom om even aan haar voeten te pauzeren. Ik neem wat gezindheidskoekjes, een prima alternatief voor oud brood onderweg. Dichtbij is een legerhelikopterplaats, het is een komen en gaan van helikopters hier. Ééntje moet oefenen in vliegen met een container onder de helikopter, die maakt de hele tijd landingen en dan opstijgen en een rondje vliegen en dan weer landen. Maria blijft er onverstoorbaar onder. Ik heb trouwens voor de overnachtingen ook de naam van Maria aangenomen. Bertine kennen ze hier niet, en spellen valt niet mee. Aan Zwiebertineke hoef ik al helemaal niet te beginnen. Maria kent iedereen, dat is veel handiger. Bovendien is het, katholiek, mijn tweede doopnaam dus het staat ook nog eens in mijn paspoort: ik kom er moeiteloos mee door de controle. Alleen moet ik er soms nog aan wennen om te luisteren als iemand 'Maria' roept. Op mijn rechter sleutelbeen heb ik de hele reis al een rode plek van de rugzak, die zal ook wel niet meer weggaan vóór Rome. Ik neem afscheid van Maria en loop de zon weer in. Eigenlijk moet ik plassen, maar er vliegen hier voortdurend helikopters over, dus het valt nog niet zo mee om een plekje te vinden. Gelukkig lukt het, bovendien kennen ze me hier toch niet. Ik loop onder de snelweg door en alweer de bebouwing van Viterbo in: Decathlon, Mc Donalds, Burger King. Een mevrouw met een hondje wijst me het park in en vertelt me (volgens mij) dat ze ook de Camino zou willen lopen, maar dat ze dan een looprekje nodig zou hebben. Dat beeldt ze tenminste uit, denk ik. Mijn medepelgrims maakten opmerkingen dat ik gewoon maar de weg op loop, Bennie formuleerde het als: This is me, deal with it. Nu steek ik steeds keurig over bij zebrapaden, dat zou veiliger moeten zijn maar hier in Italië moet je toch een beetje blijven uitkijken. Volgens de boekjes moet Viterbo een prachtige stad zijn, met paleizen van pausen, maar mij kan het niet zo betoveren. Als ik Ivo later bel zegt hij dat ik een beetje blasé aan het worden ben, misschien is dat ook wel zo. Ik koop bij een stalletje twee perziken, bij een barretje een lekker gebakje. Mijn lunch. Volgens mij ben ik inmiddels in Italië met al die pasta en dat zoete gebak zelfs weer een beetje in gewicht aangekomen. Ik app met Bennie en we zoeken een onderkomen. Op weg daar naartoe nemen we nog een capuccino (airco in het barretje!) bij een mevrouw die vertelt dat ze uit de Oekraïne komt. Ook vertelt ze dat het dit weekend nog tien graden warmer wordt, maar dat geloven we toch niet: volgens het weerbericht wordt het juist extreem koud: zaterdag 26 graden. Enfin, we vinden ons onderkomen, een zeer vadsige monnik ontvangt ons en gaat, als wij hem niet verstaan, niet duidelijker praten maar wel harder. Niettemin, het onderkomen is behoorlijk schoon en redelijk koel, vooral dat laatste is heel belangrijk. Vanavond een pelgrimsmenu in een restaurantje, morgen 16 kilometer naar Vetralla. Het gaat zo op het einde nog op vakantie lijken! Nog te gaan: do 16 - vr 23,5 - zat 24,5 - zo 22,8 en maandag 19,1 kilometer naar het Sint Pietersplein.
Ciao, Bertine
Geschreven door Dove.e.roma