Ik ruik fris, ik ruik fris, ik ruik fris!
Geen ontbijt in het hotel, vandaag, tegenover zit de bakker en daar haal ik een croissantje, veertig cent. En een baguette, die snijden ze voor me doormidden, dan past-ie in de rugzak.
Vandaag loop ik eerst blauwe kruisjes om bij het gasstationnetje aan te sluiten op de GR5. Dat is het voordeel van een goede kaart. Maar de blauwe kruisjes raak ik snel kwijt. Met hulp van mijn kaart vind ik ze toch weer terug, gelukkig. Ik blijk te lopen op de route van de herinnering aan de mensenrechten, te zien aan die bordjes die doorgekrast lijken. Die mensenrechten, die zijn hier namelijk met voeten getreden. Links en rechts staan borden met getuigenissen van mensen die in kamp Struthof hebben gezeten, een concentratiekamp hier boven in de bossen. Die getuigenissen. Je kent ze, maar als je ze dan weer leest vallen alle geluiden om je heen weg en wordt het stil. Ik voel me in een andere, harde en kille wereld die evengoed bestaat. Raar, die bomen, ze staan er nog steeds. Onverschillig maar daardoor ook mild: niks persoonlijks. Ik krijg het koud en loop door. Later kom ik inderdaad op de GR5. Ik heb het nog steeds niet door en zoek naar het gasstationnetje. Een wegwijzer helpt me uit de droom: rechtsaf naar het kamp, links naar de gaskamer. Niks gasstationnetje. Ik ben letterlijk ontzet. Op de plek van de verbrandingsoven groeien nu wilde orchideeën. Hoe ver weg is het donker als je in het licht loopt. Ik klim verder.
Later is er weer plaats voor mooie dingen. Bijvoorbeeld die mengeling van talen: Rue de forestière du Teufelsloch. Ben benieuwd hoe een Fransman dat gaat uitspreken... Kijk eens, hoe mooi ik weer boven in de bergen loop. Rondom me overal bergruggen en mooi uitzicht. Ook als ik naar boven kijk: blauwe lucht en jong groen. En de bosanemoontjes staan weer hun best te doen. Hoe geweldig. Voor ik het weet, ben ik op de splitsing waar ik van de GR5 af loop naar mijn overnachtingsplek, ik volg nu een stukje de rode bolletjes. Opeens loop ik op een skihelling, met liften en al. Het verbaast me niks, het is hier prachtig. Iets verderop kom ik het bos uit, rechts van me een reizigerskapelletje tussen de skiliften, gewijd aan Sint Christoffel en Sint Bernard, jazeker, die van de honden én van de pas waarover ik de Alpen zal bedwingen: Le Grand Saint-Bernard. Een vooruitwijzing? Wie weet... Ook staat er zo'n enorm skihotel dat je moet mijden als de pest. Dat is mijn slaapplek, met zo'n kunstig gevouwen handdoek op het bed met een paar snoepjes en een geplastificeerd kaartje waarop het personeel mij geheel persoonlijk welkom heet. Ik heb een privé balkonnetje en beneden wordt het toch niet kleine terras flink uitgebreid. Op het balkon is het veel te heet in de zon dus toch mijn kamer weer in. Ken je die mop van die moddervlek op die gouden muur? Gelukkig waren mijn kleren gewassen! Maar: geld stinkt niet, het mijne ook niet, en ik betaal netjes. Morgen heb ik een chambre d'hôte en overmorgen een 'gite voor wandelaars'. Dus: genieten maar!
Ciao, Bertine
Geschreven door Dove.e.roma