Bij het ontbijt is alles zo strak van design dat niemand ook maar enig idee heeft hoe er heet water uit de kraan moet komen voor thee. Wel keuze uit 18 soorten losse thee die je dan zelf met een schepje uit een zwart theebakje mag scheppen. Maar waarin? Zodra design zó zijn doel voorbij schiet wordt het al snel flauwekul om niets. Koffie dus.
Dat vorige weerbericht van alle dagen regen kan de prullenbak in. De bewolking is wat hoger gaan hangen en het zal een warme dag worden.
De eerste uren loop ik, een beetje op, een beetje neer, lekker te kuieren door de wijnvelden. Fietsers en mountainbikers rijden me voorbij of komen me tegemoet, soms een enkele loper, of een stelletje. Opletten: soms ritselen de wijnranken en blijkt er iemand aan het werk, uitlopers opbinden. Niet erg, maar plastechnisch wel iets om rekening mee te houden. Hier is het na elke bocht weer opnieuw mooi, ik moet soms gewoon stoppen met fotograferen omdat ik anders niet vooruit kom.
De wijnboeren zijn druk. Ze rijden af en aan met kleine traktortjes die tussen de ranken door passen, met een silo erachter met een soort rad. Later zie ik dat ze de druivenranken ermee spuiten, lijkt me gif daarom, of misschien wel iets goeds, want veel van wat hier verbouwd wordt is biologisch.
Al best snel komt de Kalterersee in zicht, niet heel groot maar wel mooi gelegen. Als ik rond half elf zo'n beetje bij het meer ben komen net alle toeristen uit hoeken en gaten, een drukke bedoening. Ik loop een stukje mee met een druk fietspad naast een drukke weg. Daar mag ik gelukkig rechts vanaf, het bos in. Blij ben ik, ook even uit de zon, maar daar kom ik snel van terug. In het bos moet ik klimmen op een mooi pad hoor, maar het is er werkelijk vergeven van de muggen en pestilentie! Stilstaan zit er niet in, langzaam lopen ook niet, zelfs in behoorlijk tempo blijf ik ze niet voor en moet ik ze links en rechts van me af slaan. Ik begin ze uit te vloeken: 'Chi tocca muore', maar er zijn meer mensen op dit pad en daarom houd ik met die vloek maar op, het staat een beetje raar. Daar appt mijn lief ook nog. Ik kom niet verder dan een buiten adem spraakbericht dat ik nu niet kan stilstaan. Drie uur onderweg kom ik eindelijk dat vermalendijde bos uit. Ik loop Termeno binnen en zoek een bankje dat nog een beetje schaduw heeft. Dan is het pauze en bel ik mijn lief.
Mijn bestemming is niet ver meer, maar mijn boekje zegt dat het 'wenig attraktiv' is vanwege lange rechte asfalt strepen en veel verkeer. Het adviseert zelfs de bus te nemen. Ik besluit toch te gaan lopen, nog een uurtje gaans en anders ben ik wel heel vroeg in Auer. Ho, vóór me steekt een slang zo de weg over. Wonderlijk hoe zijdelingse kronkels toch vooruit kunnen gaan. Hij haalt heelhuids de overkant en verdwijnt in het gras, waarin hij ook meteen echt verdwenen lijkt. Volgende keer als ik het gras in wil stappen eerst maar een beetje met mijn wandelstokken porren.
Tweede ho! Ik kruis een wandelroute die de 'choleraweg' heet. Hier lijkt me een schone taak weggelegd voor de PR afdeling van de plaatselijke VVV.
De weg is inderdaad 'wenig attraktiv'. Het enige voordeel is dat het siësta is, dus minder verkeer. Bij een heel klein bezinestationnetje zijn alle mannen neergestreken, ze kijken zwijgend voor zich uit, een espresso op de statafel en een sigaret in de hand. Niets beweegt, niemand beweegt. De rook van de sigaretten kronkelt de tijd weg. Een krekel tsirpt.
Maar verderop is leven: bij een enorme eetschuur 'Bikersrast' zijn alle tafels bezet en eet men alsof er geen morgen gaat zijn. Schnitzels, pizza's, pommes, halve haantjes, halve liters bier. Zelfbediening. Aan kantinetafels. Ik schuif bij een bouwvakker aan met een halve liter vlierbessenbloesem limonade. In een vijvertje zwemmen vissen.
Als ik weer vertrek, onder het spoor door, onder de autoweg door: kinderstemmen. Onder het viaduct van de autoweg is een geïmproviseerd dorpje van afgedankte caravans, containers en zeil. Afgeschermd met zwart doek, dan hoeft niemand te zien hoe pijnlijk het is. Maar de kinderstemmen laten zich niet zwijgen. Opeens voel ik me opgelaten, met mijn vakantiepetje op.
Mijn pensionnetje is ook weer een verrassing: Zur Mühle, daar verwacht ik geen Chinese die alleen Italiaans spreekt. Gelukkig kan ik dan toch eindelijk mijn cursus Italiaans aanwenden: ho prenotato una camera stanotte. Hoera! Het werkt! Ik krijg een kop koffie! Nee hoor, die had ik ook gewoon besteld: vorrei un caffè.
Ha! Vloeiend!
Een oud dametje draagt een veel te groot mannencolbert. Ook haar broek is wat groot, haar schoenen hebben gaten. Ze vraagt me of ze bij me mag komen zitten op het terras. Dat mag natuurlijk. Ze blijft maar praten. Ze heeft in februari haar moeder begraven, die was uit 1924, en moeder heeft haar hele leven heel veel gereisd. Ook naar Holland, naar Amsterdam. In huis is een grote kast met alle souvenirs van de reizen van moeder. Die heeft ze nog niet leeggeruimd. Een tante leeft ook nog. 101 jaar oud. Dit dametje woont bij haar schoonzus, met twee katten en een hond. Ze geeft met haar handen aan hoe groot de katten zijn: één is wat groter dan de ander, en hoe groot de hond is: iets groter dan de grootste kat. Ze is denk ik een beetje het dorpsmallerdje, maar dat vind ik niet zo erg. Ze weet me te vertellen welke bus ik morgen moet nemen en precies waar die stopt, bij welk hotel en welke familie daar dan woont. Ook dat het hier, in Zur Mühle, goed eten is. Ondertussen drink ik mijn koffie en zij haar biertje. Dan ga ik naar mijn kamer.
Ik zoek het restaurant van het pension op. De menukaart telt 30 pagina's en is een eclectische mix van sushi, pizza's en Chinese gerechten. Nog zo iets wonderlijks: er staat een bedrijfsbusje voor de deur met opschrift 'Ö wie knödel' 'für Film & TV'. Begrijp ik nou dat je voor je filmopnames bij een Italiaan Oostenrijkse knödels kunt bestellen en te woord wordt gestaan door een Chinese? Dat is toch hilarisch! Ik ga de site zoeken.
Ook voor de deur is het (rustige) busstation. Morgen doe ik eerst een stukje bus, dus handiger kan niet. Ik zoek een terrasje en schrijf dit, terwijl ik aan mijn muggenbulten krab. Het begint te waaien. Er vallen een paar regendruppels.
Vanavond zal ik Chinees eten.
Een touringbus parkeert, 'Markus reisen'. Markus haalt een stofzuiger uit een luik en slaat aan het schoonmaken, zijn zoontje mag zolang achter het grote stuur zitten.
Om de benedenverdieping van het pension is een lichtslang getrokken. Die knippert nu wit en rood, groen en paars. Het dal trekt met donkere wolken dicht.
ik sluit
de dag
buiten
vermoeit
Geschreven door Dove.e.roma