Weg, vliegjes, weg

Frankrijk, Châtenois

kijk dan, mijn ontbijtje in de nette kamer. Dan smelt je toch spontaan weg. Samen met met gastvrouw stap ik rond acht uur op. Ze vertelt me hoe ik op de route kom, ze heeft er zelfs een kopietje van, maar ik vertrek de andere kant uit. Volgens mijn kaart kom ik er dan ook. Zij zegt: nou, dat heeft in al die jaren nog nooit iemand gedaan. Kun je zien dat ze mij niet zo goed kent. Dat nog nooit iemand het heeft gedaan maakt op mij niet zo veel indruk. Kijk naar mijn schaduw: korte broek!
Een half uur later ben ik in het bos de weg kwijt. Er verschijnt een engel in de gedaante van een man met een stok en een witte poedel (ik kan het ook niet helpen). De man spreekt geen Frans. En ook geen Duits. Wel Elzas', maar daar ben ik dan weer niet zo goed in. Hij wijst met zijn stok, maar gebaart me dan hem te volgen. Die man, die leek dus niet zo sportief maar dat moet ik herroepen. Hij en zijn poedel gaan in een noodvaart de berg op, ik ben inmiddels wel wat gewend maar het zweet loopt van me af gewoon. Zo niet de man. Die banjert gewoon door. Met zijn poedel. Kijkt niet één keer om. Ja, die poedel wel. Maar die man niet. Als ik begin te denken dat het kwade opzet is, zijn we boven. De man wijst zonder een woord met zijn stok de juiste richting en loopt zelf een andere kant uit. Met zijn poedel. Kijk, op de derde foto (met richtingbordje Andlau, daar moet ik heen) verdwijnt hij tussen de bomen.
Even een aparte vermelding voor de krekels. Die hoor ik op mijn tocht al heel lang, en vaak de hele dag. Geen foto van, maar ik vind het toch belangrijk om te noemen, omdat ze zo bepalend zijn voor de sfeer. Krekels, dus.
In Andlau treedt een beslismomentje op. De GR5 schrijft vandaag in totaal 9,5 uur lopen voor. Daar komt meestal nog een uur bij voor de pauzes. En dat, dat is dus lang. Heel erg lang. En ik ken de GR5 nu een beetje, ik vermoed 'mooiloperij'. Over kammen, over toppen en langs kastelen. In Andlau zie ik dat mijn bestemming, Chatenois, voor de Santiago de Compostellanen nog maar een kleine vijf uur lopen is. Ja, ik zeg: op naar Compostella!
Ook deze route is weer wonderschoon. Ik klim een dal uit, opeens weer een heel nieuw dal met nieuw uitzicht tussen de wijngaarden. Er wordt druk gewerkt: vrouwen staan tussen de ranken, een man rijdt in zo'n smal traktortje om iets over de druiven te gaan spuiten (ja: puur natuur!) En verderop wordt gras gemaaid in de wijngaard. In het dorp is zo'n beetje elk tweede huis een wijnboer. Bedrijvigheid alom. Op een wegwijzer hangt weer een Sint-Jacobsschelp, ik ben op de goede weg. Ik kom een andere wandelaarster tegen, die zegt dat het haar droom is om nog eens zo'n lange wandelreis te maken. Hopelijk heb ik haar kunnen inspireren, hoewel het weer zo'n hinderlijke-vliegjes-rot-op-dag is. Het is niet te doen. Ik spreek met mezelf af dat ik ze mag wegslaan als het er méér dan vier zijn geworden. Wat een rot beesten toch. Op mijn route verschijnen kleine rode vlaggetjes, ze zullen de rest van de dag bij me blijven. Het is een parcours voor bergrenners, er zal komend weekend wel een wedstrijd zijn. Op de vlaggetjes staat dat het om 29,8 kilometer gaat. Ik vind het prima, maar ik doe rustiger aan. Ik loop wel heel erg lekker. Pas na 3,5 uur lopen neem ik mijn eerste rust, alleen omdat de honger me tot stoppen dwingt. Ik heb van het ontbijt een broodje meegenomen van Pretzel-deeg, dat is lekker onderweg. Gelukkig heb ik sinds Schirmeck ook weer gedroogde abrikozen, lekker. Kijk: mijn armen zijn bruin, behalve natuurlijk onder mijn horloge, maar ook mijn handruggen hebben een witte streep van de band van mijn wandelstokken. Hierover wil ik nog iets belangrijks kwijt. Ik kwam een stel tegen dat ook met stokken liep, zoals bij Nordic-Walking: op elke stap een stok in de natuurlijke wandelbeweging, waarbij de stok vrijwel achter het lichaam geplaatst wordt. Zo loop ik dus niet. Dat wil ik duidelijk hebben, want het ziet er niet uit. Ik zet een stok op elke tweede pas, dat is trouwens altijd als ik mijn rechter voet zet, en dan vóór mijn lichaam uit. Beheerst en elegant. Dus. Ik passeer een wolven val en zelf struikel ik zo'n beetje over de kasteelruïnes. Elke bergkam heeft wel een hoop stenen, lijkt het. Hee, de telefoon gaat. Een telemarketeerster uit Amsterdam, 'bel ik gelegen, mevrouw Spooren?'. 'Nee, u belt heel ongelegen. Ik ben te voet op weg naar Rome. Probeert u het vooral in september nog eens, dan ben ik wel weer terug'. Hè, dat voelt lekker! Met een grote grijns loop ik verder, onderwijl ervoor zorgend dat er geen vliegjes tussen mijn tanden komen. 'Dan wens ik u verder nog een fijne dag, mevrouw Spooren'. Er worden hier heel veel bijen gehouden, wie weet voor de druiven, ik weet het niet. Maar het is wel een goede zaak, want bijen zijn er veel te weinig. Houdt bijen! Ik kom langs een kapelletje, dat is in het algemeen een teken dat ik de bewoonde wereld nader. Inderdaad, uiteindelijk loop ik Chatenois binnen. Ook hier weer vakwerkhuizen en bedrijvigheid, dat valt echt op na Lorraine. Ik slaap vanavond in een centrum voor wandelaars, een soort jeugdherberg. Mijn kamer stinkt naar putlucht, maar ik weet wat een waterslot is en vul het putje met wat nog in mijn drinkzak zat. Putlucht opgelost. Ik krijg het advies om linksom de kerk te lopen, maar ga er eerst even binnen. Ook hier weer Sinte-Odile, met staf en boek en hier kun je die lugubere ogen op de bladzijden goed zien. Om de rillingen van te krijgen, toch? De kerk is ommuurd en het is maar goed dat ik hier nu loop want door een klein poortje in die muur gaat mijn route morgen verder. Goed dat ik dat nu zie, je zou het makkelijk missen. Een bruidspaar gaat foto's nemen, ik heb ze van harte gefeliciteerd. In de Middeleeuwen was hier een bloeiende nederzetting, ommuurd en al. Kijk, op de poort nestelt een ooievaar. Naar de apotheek om mijn voorraad makkers aan te vullen. Noem het bijgeloof, maar ik neem twee maal daags een Ibuprofen 200 mg (plus 's avonds Omeprazol voor erbij voor de maag) en 's morgens twee paracetamol. Misschien niet eens nodig, maar ik loop zo lekker dat ik het voorlopig nog even volhoud. Een Ricard op een terrasje, en er lopen vier vrouwen met rugzak langs, allemaal met een Sint-Jacobsschelp achterop. Die logeren vast ook in het centrum voor wandelaars. Bellen met mijn lief. Nu het dorp in, wat eten, morgen uitslapen want pas om acht uur ontbijt. Is prima. Lieve groeten weer aan allen, ciao, Bertine


Mannen met lelijke haarstukjes.

Geschreven door

Al 5 reacties bij dit reisverslag

Je verhaal was weer super en......toch fijn als gevraagd wordt of het belletje gelegen komt!!!

Betty 2019-05-24 23:41:17

Zo ken ik je ook, Bertine: eigenzinnig (in de goede zin des woords), en beheerst en elegant! En met humor. Het is elke dag weer een feestje om jouw verhaal te lezen.

Ellen B 2019-05-25 09:07:36

Ik volg je trouw Bertine! Je schrijft zo gezellig! Petje af hoor!

Chantal Oldenhof 2019-05-25 12:59:08

Heel mooi geschreven

Greet 2019-05-26 19:34:39

We zijn daar 2 jaar geleden met vakantie geweest, je gaat nog zulke leuke plaatsjes tegenkomen! Oh en Floris heeft het perfecte antwoord uitgevonden als je iets ongewenst aangeboden krijgt ( wat het ook is): Nee bedankt, ik moet nog rijden! Hilarisch.

Joyce 2019-05-26 22:57:39
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.