Ik zet mijn eigen thee en een kopje koffie toe in mijn mobile-home vanmorgen. Niks vergeten? Niks vergeten. In de beentjes. Het weer is goed, milder dan het eerder was. Toch wordt vandaag een beetje een mindere dag, jullie gaan het lezen. Ik zie dat ik in mijn blog steeds van die verrommelde foto's zet, zo van: kan wel een likje verf gebruiken. Misschien denken jullie dat de Fransen niet zo strak georganiseerd zijn, dus vandaag ga ik ook moderne dingen op de foto zetten.
Het eerste is een soort bejaardenhuis, het tweede een gewoon huis. Ik merk dat ik er niet blij van word. Al lopende peins ik erover waarom niet. Ik kom uit op het volgende: je verbeelding krijgt er geen vat op, ketst erop af, op dat nieuwe, het laat geen ruimte voor fantasie, voor mogelijkheden, voor geheimen. Ik word er in elk geval niet vrolijk van dus ik laat het voor wat het is. Op de foto daarna lijkt niks te zien, maar er staan twee fietsers op (twee zwarte stipjes net boven het groen op 2/3 vanaf links) en die vind ik altijd sympathiek want ons pap en ons mam trokken zo ook samen door een vreemde. Van mij krijgen ze altijd een extra zwaai. Kijk, een bordje met Col du Donon, dat is in de Vogezen, daar eindigt mijn huidige boekje en begint mijn nieuwe boekje. Ik kom in de buurt! Spannend hoor, ik ben toch al een heel eind op weg. Ik loop gelukkig de velden in en zie weer een ree, vinkje. Dan loop ik Marsal binnen, waar een mooie poort is, die in twee opzichten dubbel is: een linkse en een rechtse poort, plus ene poort door, soort van klein binnenplaatsje, dan tweede poort. Kijk, dat oude, daar kun je verhalen bij verzinnen! Er is ook een zoutmuseum, voorheen werd in deze regio veel zout gewonnen, in de middeleeuwen was dit daarom zelfs een rijke buurt. Veel dorpjes heten daarom iets met 'sel' of 'sal' erin. Ik neem even een bankje en daarna begint de ellende: 6,5 km verkavelingsweg rechtdoor op de bodem van het brede dal, dus ook geen verrassende uitzichten of zo. Zo'n avondvierdaagse waar je met de klas aan meedeed, weet je nog? Lalala zevende couplet, ik heb een potje met vet... Echt niks aan. Wat wel grappig is: de koeien zijn hier reuze nieuwsgierig. Heb ik al eerder gemerkt: ze komen op een holletje aanzetten, zeker als je ook nog stil blijft staan. Ze duwen elkaar gewoon weg om vooraan te staan om te zien wat er loos is. Grappig, toch? Ik ben soms blij dat er een hekje staat.
In Blanche-Église staat een ooievaarsnest bij de kerk (die trouwens helemaal niet wit is) en mevrouw is thuis. Verderop haalt een boer het hooi van het land. Hij heeft een efficiënt systeem: een soort maiscombine pakt het gras op en spuugt het via zo'n slurf in een wagen. Maar nou komt het slimme: er zijn vier wagens. Als de ene vol is, zet die de sloffen erin en de wagen erachter neemt zijn plaats in, zo kunnen ze in één keer door. Slimbim. Wat ook slim is: op het veld geen meeuwen achter de wagens, maar ooievaars, behalve het land van de duizend meren is dit ook het land van de ooievaars, alleen heten ze hier veel mooier: cigognes. Ik tel er zo al zes. Als je goed kijkt op de eerste grasbinnenhaalfoto zie je er een paar. Eindelijk is de avondvierdaagse dan toch afgelopen en mag ik het bos weer in. Ik ben moe en gammel. Behalve saai is op de weg lopen heel vermoeiend omdat de belasting voortdurend precies gelijk is. Geen Vierdaagse van Nijmegen voor mij. De margrieten bloeien, dat dan weer wel. Het land van duizend meren heeft een mooi bankje aan de waterkant voor me. Een kikker (denk ik) slaagt erin een computerspelletje te imiteren, wat een geluiden maakt dat beestje. Ik doe een lekkere lange pauze, maar als een jogger die om het meer heen loopt me voor de tweede keer passeert, stap ik maar op. Het zou toch stom zijn als ik er nog zit als hij al drie keer het meer is rondgelopen. Ik kom eerst langs een kazerne en dan op een parkeerplaats waar op het asfalt staat gekalkt: Rien sans effort, niets zonder moeite. Ik weet niet of dat iets met die kazerne te maken heeft, maar het is voor mij wel een passende leuze vandaag. Nog een uur of twee, tweeëneenhalf te gaan. Ik passeer een soort van Vinexwijk voor ooievaars, kijk, op elke punt een nest. Een paar ooievaars zijn thuis. De lucht wordt een beetje benauwd en er zijn van die vliegjes die maar niet bij je weggaan en steeds voor je ogen blijven hangen, hoe vaak je ook blaast of slaat. Rond een uur of drie passeer ik (weer over de weg) het kasteel waar ik vanavond niet slaap. Er tegenover staat een schuur met dubbele kruizen ingemetseld. Die kruizen zie je hier overal, één van mijn gastvrouwen vertelde me dat het het kruis van de Lorraine is. Er horen ook distels bij en het devies: als je me nadert, word ik stekelig. Ik moet nog een stukje verder maar ik heb eigenlijk helemaal geen adres van mijn slaapplek. Ik bel ze even, maar ik krijg geen gehoor. Volgens mijn boekje ligt er in Assenoncourt een Chambres d'hôtes aan de route, ik hoop maar dat dat mijn bestemming is. Een puinweg (in mijn -Engelse- boekje 'dirtroad', leuk woord) komt uit op de weg en voor mijn neus staat bij een boerderij een bordje Chambres. De madam wil net wegrijden, maar als ze mij ziet aankomen draait ze om. Ik hoop maar dat dit mijn adres is, het is een beetje stom om bij de verkeerde slaapplek de weg te vragen naar de goede slaapplek. Maar dit is de goeie, gelukkig maar. Het hondje heeft een beetje een krakkemikkig hok en in de stal rommelen een paar koeien. Ook hier was Annemiek gisteren, maar nu ga ik haar kwijtraken als wegbereider, want zij moet maandag weer aan het werk. We troffen elkaar twee keer, maar toch verbonden, zoiets. Ik krijg een kamer waarin niks veranderd is sinds oma er gestorven is (dit verzin ik zelf, maar ik denk dat ik er niet heel ver naast zit), de douche is warm en de handdoek groot en heerlijk dik. Ik ga in bed liggen om goed door te warmen. Het springveren matras neemt zijn taak iets te letterlijk wat betreft dat springen, maar ik ben moe en bepaald geen prinses op erwt. Mijn mobiel maakt van het donkere gangetje een baken van licht, maar dat klopt dus niet. Ik ontdek in het gangetje zowaar een Nescafé koffiezetapparaat, dus ik maak me een kopje koffie en ga op het terras zitten, in een mild zonnetje. Lekker hoor.
Ciao, Bertine
Geschreven door Dove.e.roma