Dag vijf begon met een goed ontbijt. Om goed 9 uur zaten we op de fiets. Eerst nog een stukje van Parijs -Roubaix afgelegd, daarna ging het vlot met de wind in de rug. Warm was het niet (11 graden) dus lange mouwen. In Cambrai namen we rustig de tijd voor een bakkie en wat foto’s maken. Het ging veel op en af, zie afbeelding. We tuften vlot door, onderweg de regenjasjes aan, want droog was het niet. In Saint Quentin ( na ruim 90 km) en met een warme pistolet en goede bak koffie besloten we om de herberg in Berlancourt te pakken. We gokten erop dat er plek was. Gelukkig was dat ook zo en spijt hebben we helemaal niet. Super vriendelijk werden we ontvangen door twee pedagogen die hier moeilijke jongeren op het goede pad helpen. De koelkast is vol, we kunnen mee eten, de douche is warm. En dat alles voor een donatie. Waar maak je dat nog mee. Na 127 km is dit beter dan een camping. Wat een service, dat er nog zulke mensen bestaan. Eerst kwam Bert uit de Veluwe met een loodzware rugtas binnen lopen. Hij wilde in 100 dagen naar Compostella lopen.
Met ons drieën gingen we om 19.30 naar binnen en konden ons te barsten eten. Soep, kip, groente en aardappels. Daarna kaas en niet te vergeten een toetje. Om half tien gingen we met een volle buik van tafel. Morgen om 8 uur krijgen we ontbijt. Wat een geweldige mensen die fam. Vermeersch.

Geschreven door Bart.watsina.travels