Ons eerste bezoek is het dorp Kirkjubøur, één van de oudste dorpen op de de Faeröer. Het was tijdens de middeleeuwen het kerkelijk en cultureel centrum van het land.
Van het landschap op de weg er naartoe, over de berg, hebben we niets gezien door de dikke mist. Gelukkig trekt het open als we er zijn.
Volgende afspraak is een tocht met een RIB naar Hestur en de kittiwakes.
Eerst krijgen we een pak en reddingsvest aan, even een korte briefing en dan scheuren we over de zee naar de haven van Hestur.
Er is maar één dorp op het eiland, er wonen nog 11 mensen waarvan de twee jongste 50 jaar zijn.
We gaan het hele eiland rond, en zien verschillende grote kolonies kittiwakes, een geslacht uit de familie van de meeuwen. Zo nu en dan zien we ook puffins, maar die zitten meer op een ander eiland.
Nadat we de grotten zijn binnen gevaren, is het tijd voor actie, supersnel varen we terug en op het einde maken we nog enkele spectaculaire bochten om af te sluiten.
Nu rijden we naar het noorden van het eiland, naar Vestmanna. Onderweg picknicken wij vlak bij Koks, het enige sterren restaurant op de Faeröer en enkel te bereiken via een off-road weg. Zij serveren een 19-gangen-belevenis-menu, het begint met de eerste gang bij de parking, en met een Defender ga je naar het eigenlijke restaurant. Ze zijn al voor maanden volgeboekt, wij hebben ons, weken geleden, op de wachtlijst gezet, maar verwachten niet dat we er gaan kunnen eten.
Het plan was om in Vestmanna te kamperen, maar de camping is door corona voor het tweede jaar op rij gesloten. Er zijn twee mooie park4night plaatsen, goed met een camper maar niet met een dektent, er is te veel wind en er wordt voor het eind van de nacht regen voorspelt. Een hotel is er niet, dus rijden we terug naar Torshavn.
Geschreven door DEF.on.the.ROAD