Eerst rijden we de boterbloem-weg aan de overkant van de baai. Dan terug zuidwaarts, weer door de enge tunnels, in deze richting zijn wij het die opzij moeten in de inhammen. In een dorp onderweg zien we bij de kerk een huwelijk, aan de kant van het water staan een aantal mannen die geweerschoten afvuren. We stoppen deze keer even in Klaksvik en lopen even rond in de haven.
Snel terug naar de rust en de natuur. Aan weerszijden van de Funningsfjørđur ligt ook een boterbloem-weg. Eerst nemen we die aan de oostkant tot in het dorp Elduvik.
In Elduvik wonen 23 mensen. We lopen even door het dorp en kijken naar het beeld van de Meerman. Hier is een mooie camping, heel wat anders dan de vervallen, vieze boel die we woensdag in Æduvik zagen, eigenlijk hadden we toen naar hier kunnen komen. Dat weten we dan, moesten we ooit nog eens terug komen.
Dan terug naar het einde van de fjord, om aan de andere kant naar Funningur te rijden. Dit dorp ligt aan de voet van Slættaratindur, met 882 meter de hoogste berg van de Faeröer.
Vandaar gaan we naar Gjógv, wat rotskloof betekent. De weg er naartoe is er pas sinds 1960, daarvoor moest alles via de natuurlijke haven. We eten een wafeltje op het terras boven de haven.
We hebben een kamer geboekt in een bijhuis van het hotel. Maar hier ziet de camping er ook goed uit.
Geschreven door DEF.on.the.ROAD