Luuk en ik zien elkaar bij het (overigens prima) ontbijt om 08.00 uur. We zoeken ons wezenloos naar de toegewezen ontbijttafel, die uiteindelijk in een vergaderzaal wordt gevonden. Iets na 09.00 gaan we van acquit en zien een pittige route van 440 kilometer tegemoet. We hebben onze intercoms aan elkaar kunnen koppelen, dus onderweg is dat wel handig om met elkaar te kunnen praten en te kunnen overleggen over hoe we gaan rijden als er weer eens een baustelle is. Dat is heel handig, alleen leeft het Sena systeem een eigen leven en zijn we van tijd tot tijd kort van elkaar verbroken.
Het is prima weer, nog wel een beetje fris in het begin, maar strak blauw dus dat ziet er goed uit. We verlaten de Spessart en gaan zuidwaarts door het Odenwald. Tegen 11 uur gaan er een paar truien uit, want het wordt wel een beetje warm. Wat is het hier prachtig, zeker om motor te rijden. We rijden zuidwaarts door het Odenwald, pakken nog een stukje mee van het Steigerwald en de Frankenhöhe, waar we worden getrakteerd op uitdagende wegen met prachtige vergezichten. Voordat we in de Schwäbische Alb aankomen, moeten we een gebied doorkruisen met ontzetten veel, dicht bij elkaar liggende dorpen. Heb je net je gas open, moet’ie al weer dicht. Ach ja, dat hoort er bij
We komen nog wel een aantal lastige ‘umleitungen’ om te nemen, wat betekent dat we flink moeten omrijden, maar soms ook moeten zoeken. Luuk maakt nog een tussenstopje tijdens een ‘umleitung’ om een een toeleverancier van zijn werkgever te fotograferen. Daar waren we zonder ‘umleitung’ niet langs gekomen, dus zoals een groot filosoof ooit zei: “Elke nadeel hep se voordeel”. We zijn laat met de lunch, omdat we ook nog naar een tankstation hebben moeten zoeken. Maar uiteindelijk belanden we in een imbissstube waar we een pizza bestellen. Er zit een erg frisse vent aan de bar met zijn biertje, dus van vliegen hebben we geen last.
We lassen nog een kleine stop in bij een Penny Markt om wat water aan te vullen en daarna hebben we nog 85 kilometer te gaan naar onze bestemming. Bij Lermoos gaat het bij de tunnel helemaal goed, geen file. Nu de zon onder is wordt het frisjes, maar de Lermoser tunnel is lekker warm. Daarna rijden over een bijna lege Fernpass met gezwinde spoed richting Nassereith. Het laatste stukje bij de Fernsteinsee is er een snelheidsbeperking tot 30 (!) km. per uur en dat is wel frustrerend. Iets voor 19 uur arriveren we bij Sterzinger Hotel Post, waar we direct opgevangen worden door al aanwezige medereizigers, die ons naar een parkeerplaats voor de motor dirigeert. Gelijk maar even ketting smeren, want ik tikt haast de 1000 kilometer aan sinds de laatste smeerbeurt.
We checken in, ontmoeten de andere reizigers van ons gezelschap, waaronder Harold, Gertie en Albert. Snel even douchen, waarbij blijkt dat ik geen licht in de badkamer heb. Er wordt een andere kamer voor mij geregeld, omdat de onderhoudsman al naar huis is. Dus alle spullen later op de avond nog even verhuizen. Een drankje op het terras en dan worden de Nederlanders in een aparte Stube gestopt voor het eten. Je weet het maar nooit met die eigengereide en onopgevoede Hollanders😜.
Een bruschetta met tomaat vooraf en daarna een Zwiebelrostbraten met Spätzle. Een karaf Blaufränkisch erbij en het is weer een geslaagd diner. Nog even uitdampen op het terras en daarna naar de kamer om dit verhaaltje te schrijven. Morgen de Stelvio en de Gavia. Ik kan me er op verheugen.
Geschreven door Wim.en.Geke.reisverslagen