We slapen allebei wel wat onrustig. Sowieso niet in je eigen bed, maar ook druk in je hoofd over van alles wat er in de afgelopen dagen thuis is gebeurd en in de komende tijd tijdens je afwezigheid allemaal nog gaat plaatsvinden. Maar we hebben het los gelaten, het is goed doorgesproken en we hebben vertrouwen in de uitvoerende. Al met al stappen we de volgende morgen redelijk fit uit bed voor het ontbijt. Tegen 10.15 vertrekken we om de pakweg 700 kilometer naar onze eerste bestemming aan het Gardameer te overbruggen.
We kiezen ervoor om via Zwitserland te reizen, wat de kortste route moet zijn. Dus op richting Basel, waar we bij Freiburg al in een vette file belanden, die we met een omleiding (wellicht onsuccesvol) proberen te omzeilen. Een alternatief via de Fernpass is op voorhand al anderhalf uur langer. Vignetje voor CH gekocht bij de pomp en na het schandelijk lelijke Basel (het lijkt wel op Luik) wordt de omgeving wat aangenamer om aan te zien. Bij de Gotthard staat de gebruikelijke wachtrij, dus maar over de pas. Wel zo leuk. Voor de grens bij Como komen we in een lange file, omdat na de grens één van de 2 tunnelbuizen van verschillende tunnels zijn afgesloten en dat dus 5 banen naar één baan terug moeten. Strak gepland vanuit een waarschijnlijk andere visie, maar het kost bijna een uur.
De rondweg van Milaan is natuurlijk altijd al een drama, maar als we daar in het spitsuur rond 17.00 in belanden is dat geen pretje. Het verloopt stroperig allemaal en de Italianen ter plekke hebben meer haast dan een Vlaamse Reus in paringstijd, dus dan weet je wel hoe het gaat. Chaos. Na de noordring belanden we onder inktzwarte luchten en een paar kilometer verder komt het verkeer bijna tot stilstand door een enorme regen- en hagelbui, waarbij er ijsknikkers met een doorsnee van 2 centimeter naar beneden komen. Uiteindelijk zijn we 2 uur later dan verwacht om half 8 ‘s avond bij het hotel. Inchecken, parkeren, uitladen, uitpakken.
Er staat een complementary fles bubbels klaar op de kamer, leuke verrassing. De klassieke kamer is heel ruim, met 2 kleine balkons bijna boven het meer. Het hotel uit pakweg 1890, maar inmiddels helemaal gerenoveerd en, zij het klassiek, door de renovaties helemaal bij de tijd. Het hotel ligt direct aan de oever van het meer, gebouwd met alleen een privé boulevard er voorlangs. Top! We reserveren snel een tafeltje in het à la carte restaurant, wat met opengeschoven puien prachtig over het meer uitkijkt. Een verrassing.
Het is een mooi restaurant aan het water, eveneens klassiek qua opzet. Bereidingen aan tafel en cloches over de warme gerechten. Een pasta vooraf met milde kaassaus en rode garnalen en daarna allebei een stukje zeewolf. Heerlijk. Een Lupo Chardonnay erbij en het is helemaal feest. Nog even het restant van kamerbubbels gedronken en daarna, na dit verslagje, iets na middernacht de bedstee opgezocht.
Geschreven door Wim.en.Geke.reisverslagen