Zaterdag 16 maart
Als we ‘s morgens beneden komen, is er een appje van KLM dat de vlucht vertraagd is van 11.25 naar 12.45. Aangezien de Kaagbaan wordt gerenoveerd, is de capaciteit beperkt en vertrekken we uiteindelijk om 14.00 uur. Vrijwel precies 10 uur later staan we op Panama City, waar weer wederom in de wachtrij gaan, omdat de gate nog niet beschikbaar is. Daarna neemt nog de douane rustig de tijd, maar gelukkig liggen dan de koffers in ieder geval op de band. De chauffeur staat klaar en we gaan op weg naar het American Trade hotel in Casco Viejo, de oude stad.
Om daar te komen, rijd je dwars door het nieuwe Panama City, dat vrijwel alleen uit wolkenkrabbers bestaat. Veel beton, dat er op afstand nog wel aardig uit ziet, maar er wonen relatief weinig mensen tussen de kantoren en postbus-adressen. De oude stad is een opeengepakte verzameling van smalle straatjes, met deels gerestaureerde koloniale huizen. Het is druk op de zaterdagavond en er is veel verkeer, dat nauwelijks vooruit komt en nadat we de oude stad binnen rijden, duurt het nog een half uur voor we ter plaatse zijn. Een sfeervol koloniaal hotel, gelegen aan de Plaza Herrera, wat zich aan het ontpoppen is als het culinaire hart van de stad.
Na het inchecken duikt Geke haar bedje in, ik ga nog even naar beneden om een hapje te eten in het restaurant. Een Panama biertje, een glaasje Shiraz en een kipfiletje zijn voldoende om ook het hoofd haast voorover te laten kiepen van de slaap. Maar dat mag ook, want het tenslotte al half 5 Nederlandse tijd. Als ik op de kamer kom hoor ik, boven de muziek van de feestvierende bruiloftsgasten op het naastliggende dak, gebabbel van achter onze televisie, alsof er een transistorradiootje achter zit, waar CNN permanent het politieke commentaar laat horen. Alle stekkers er uit getrokken, maar niets helpt. Het blijkt de volgende dag pas, dat het de tv van de buurman is. Waarover later meer.
Zondag 17 maart
Ik zit nog wel een beetje met jetlag en ben om half 3 behoorlijk wakker. Geke ligt lekker te ronken en slaapt uiteindelijk de klok rond. Dus nog een beetje dizzy naar het restaurant voor het ontbijt, nadat ik naar buiten heb staan gluren naar de kerkgangers die zich voor de derde keer die ochtend verzamelen om naar de mis te gaan. Deze keer, te zien aan de kleine kindjes met witte haarversieringen in, is het ook tijd voor de communie.
Na het ontbijt gaan we aan de wandel en besluiten de ringweg, die in zee is gebouwd om de oude stad heen, te volgen, een lengte van 3,8 km. In verband met een sportevenement is de brug afgesloten en lopen we lekker rustig met een prachtig uitzicht op de oude stad aan de ene kant en de nieuwe stad aan de andere kant. Wat een contrast! We zijn zo dom geweest om nog geen water te kopen, dus als we het hoefijzer rond zijn gelopen bij 34C, zijn we wel ernstig dorstig als we op het terras neerstrijken.
We zoeken een plekje om te lunchen en vinden een terrasje op het plein vlak achter het presidentieel paleis. Medelijden met de beveiligingsmedewerkers die in dikke zwarte kleding met kogelwerende vesten aan rondjes lopen. We maken nog een rondje door het stadje en ontdekken het Panama Canal museum. Morgen staat het echte kanaal op het programma, dus enig voorwerk is meegenomen. Daarna in het hotel eerst lekker onder de douche en dan naar de overkant van het plein, waar we gezellige parasols op het dak zien staan, veelbelovend.
Het dakterras blijkt een soort tapasbar te zijn en die zit al vol als we aankomen. Dus kiezen we voor het mediterrane restaurant op de 2e etage, waar we een tafeltje krijgen buiten op een smal balkonnetje. Een unieke plek, lekkere gerechten en prima wijn. Na het diner gaan we nog even naar het dakterras, waar we een tafeltje krijgen met uitzicht op ons hotel en het plein. Na een cocktail en een Aperol Spritz houden we het voor gezien en duiken ons bed in. De tv van de buurman speelt opnieuw, alleen nu is het een sportprogramma. Na een aantal belletjes met de receptie gaat de tv uiteindelijk uit en zijn we allebei zó vertrokken. Mijn vermoeden is dat er een open verbinding ligt tussen de beide kamers ter hoogte van het tv toestel.
Maandag 18 maart
We hebben de travel agent gevraagd om ons later dan de geplande 08.45 op te halen, het is tenslotte vakantie. Hij brengt ons naar het autoverhuurbedrijf, waar onze Kia Sorrento voor ons klaar staat. Na de nodige plichtplegingen vertrekken we rond half twaalf richting het Panamakanaal, nadat ik Geke de oppertse verbazing heb bezorgd, door het voetpedaal in de auto te gebruiken om ‘m van de handrem af te halen. We gaan naar de Mirador sluizen, die aan de kant van de Pacific liggen, de kant van Panama stad.
Bij het sluizencomplex is een groot museum gemaakt over de geschiedenis van de bouw van het kanaal. Indrukwekkend staaltje van techniek om een binnenmeer te creeren, dat ca. 30 meter hoger ligt dan de beide oceanen en dat verschil met sluizen te overbruggen. In 2007 zijn er nieuwe sluiscomplexen naast gebouwd, om de steeds groter wordende schepen te kunnen faciliteren. Het museum is een stuk interessanter dan het museum in de stad, want daar werd ook een groot deel van de geschiedenis van Panama behandeld. Ter vergelijking: Als ik een museum over de sluizen bij IJmuiden bezoek, hoef ik niet per sé met Willem van Oranje te worden opgezadeld. Maar goed.
Er liggen helaas geen schepen in de sluis, maar het is een indrukwekkend gegeven, zeker als je je realiseert, dat dit in 1914 voor het eerst in gebruik is genomen. Er hebben wel duizenden het loodje gelegd bij de bouw, veel door gele koorts en andere tropisch ziekten, maar ook door ongelukken en zelfdoding. Om het meer te kunnen creëren, zijn miljoenen tonnen steen en aarde verplaatst, omdat er dwars door een berg gegraven moest worden. Als we later over de Centennial brug rijden, kun je zien hoe diep het gat is. Fascinerend.
Als we verder rijden naar het westen, maken we een klein uitstapje de bergen in, waar we langs een klein weggetjes naar boven meanderen. Het dorpje Chica, wat het eindpunt is, wordt in het boekje mooier omschreven dan de werkelijkheid laat zien. Maar onderweg hebben we magnifieke vergezichten over het ruige berggebied, de zee en heel in de verte de wolkenkrabbers van Panama City. Na dit allemaal te hebben gezien, keren we terug naar de hoofdverkeersader van Panama. De Panamerican highway is een lange weg die dwars door Panama loopt van oost naar west en in Costa Rica eindigt. Veel heeft het niet te maken met een highway, maar ja, het is wel in de Caraïben.
Na enig zoeken komen we aan bij ons volgende hotel Los Mandarinos in El Valle. Dit hotel ligt tegen het bergmassief aan van een stille vulkaan. Qua temperatuur een kleine 10 graden lager dan in het laagland. Achter het hotel ligt de eigenlijke vulkaan, die vaak omgeven wordt door wolken, waaruit vaak een lichte regen valt. Zoals nu ook, maar niet hinderlijk. Het is een prachtige locatie dat een beetje doet denken aan een klooster, het heeft mooie kamers en een goed restaurant. Een tapas vooraf en daarna een paella met een Chardonnay om alles weg te spoelen. Aangezien ik waarschijnlijk door het vliegen weer verkouden ben en vervelend loop te hoesten, nog een lokale cognac om dat op te lossen.
Dinsdag19 maart
De vorige middag bij de apotheek een middeltje gehaald tegen de hoest. Werkt als een tierelier, maar ik voel me vanmorgen nogal brak. Het hoesten is al minder, de neus is nog verstopt, maar mijn hoofd zit vol met watten. Mag de pret niet drukken, moet je maar denken. We gaan op zoek naar de waterval die ten noorden van het dorp ligt. Je kunt er ook ziplinen en meer andere leuke dingen; de groep Deutsche Mädel die bij de kaartverkoop staan, giechelen wat af, want zijn gaan ziplinen.
Wij besluiten om de kleine route te doen, naar de waterval en het natuurlijke zwembad. Over wiebelende hangbruggetjes en steile trapjes komen we uiteindelijk bij de 30 meter hoge waterval. Ik heb ze wel spectulairder gezien. Als we teruglopen richting de auto krijg ik het zo benauwd, ik loop te happen naar adem. Zal de verkoudheid wel zijn. We besluiten om niet naar de butterfly farm te gaan, zo denderend voel ik me niet en dat is blijkbaar ook aan me te zien.
Ik maak het eerste deel van het reisverslag af, godver de foto’s erbij (Nikon werkt niet echt mee) en verstuur het, zoals ik denk dat het zou moeten. Het is alweer een half jaar geleden en ik kan me niet echt herinneren hoe het gaat, wellicht krijgt iedereen nu 3 uitnodigingen. We gaan een half uurtje bij het zwembad liggen en vervolgens lopen we naar de Irish Pub van het hotel, waar we een lunchje nemen. Heerlijk met uitzicht over de tuin, onder de veranda, een graadje of 28, wat wil je nog meer?
Na de lunch besluit ik toch maar even een paar uurtjes te gaan liggen en terwijl ik in mijn mandje lig, merk ik dat mijn hartje heel onregelmatig slaat. Nu heb ik een kenner op dit gebied in mijn reisgezelschap en als ze me wakker komt maken, krijg ik een tabletje dat de rikketik moet sussen. Terwijl ik nog wat bij lig te komen, probeer ik te bedenken, waar dit probleem door kan worden veroorzaakt. En ja hoor, via de Spaanse bijsluiter en met hulp van google translate kom ik er achter, dat het hoestdrankje hartkloppingen kan veroorzaken. Door het toilet die hap, het heeft nu met 4 doseringen al goed gewerkt, maar de bijverschijnselen zijn niet aangenaam.
Tegen de avond trekt de wind weer aan en komen de wolken omlaag gerold over de vulkaan. Het wordt aangenaam koel en dat is waarschijnlijk ook de reden, waarom er in het weekend veel inwoners van Panama City hier de hitte komen ontvluchten. Dat verklaart ook, waarom het dorp er welvarend uit ziet. Er wordt aan de hoofdweg door het dorp gewerkt en zo te zien komen er trottoirs en bepanting langs de weg. Dat zal fraai worden.
We gaan eten bij het restaurant dat vlak naast ons hotel ligt: La casa de Lourdes. Het is een villa in italiaanse stijl met een grote zuilenveranda, die zicht biedt op een vijver. Chef Lourdes heeft een goede reputatie en de verwachtingen zijn hoog gespannen. Het smaakt allemaal prima, maar maakt niet echt de verwachtingen waar. De desserts zijn echter verrukkelijk. Gewoon een prima diner, maar geen culinair hoogtepunt.
Woensdag 20 maart
We zijn allebei vroeg wakker, pakken de koffers en gaan bijtijds ontbijten. We hebben een rit van bijna 300 kilometer voor de boeg en dat is best veel in Panama. Eerst nog even langs de supermarkt voor water en ibuprofen, want die verdwijnen beide als sneeuw voor de zon. Het eerste deel van de rit gaat over bochtige bergwegen met haarspeldjes en stijle hellingen en afdalingen. De sterkste die we tegen komen is 37,5%. Daarna komen we in de laagvlakte weer op de Panamerican highway. Het was de bedoeling om nog een uitstapje te maken naar het dorpje, waar de bekende Panamese hoeden worden gemaakt, maar die afslag missen we. Misschien maar goed ook, want als ik later een paar van die hoedjes ontdek op de verkiezings-billboards, dan laat ik mijn beurt voorbij gaan.
Onderweg in Chitré halen we een paar zoete broodjes bij een panaderia en zitten daar kort op het terrasje om de broodjes weg te werken. Het is warm, de temperatuur loopt op naar 37C, dus blij met de airco in de auto. Het laatste deel van de route gaat over slechte wegen, we worden flink door elkaar geschud. Iets na 3 uur zijn we bij het Playa Venao Beach Resort. Het ligt prachtig aan een baai, omzoomd door oerwoud. Het wemelt er van de branding-surfers, die op de forse golven hun kunsten vertonen.
De kamer die we krijgen aangeboden staat ons niet aan, want we kijken uit over de parking, terwijl het merendeel van de huisjes juist over het groen of de zee uitkijken. De receptioniste gaat nog even puzzelen als we ons melden en uiteindelijk krijgen we een junior suite die uitkijkt over de tuin, het zwembad en de zee. Helemaal prima. Geke probeert nog even een poosje te slapen, want zij lijkt het stokje van de verkoudheid te hebben overgenomen van mij. Niet zo mooi dus.
Tijdens het avondeten krijgt Geke flinke hoofdpijn en ze gaat vroeg naar bed. Tot overmaat van ramp is er een techno- party aan de gang op een heuvel achter ons hotel, met bonkende bassen die tot 07.00 ‘s morgens doorgaat. Ons huisje met een puntdak is een soort klankkast, waatdoor we de hele nacht het gebonk behoorlijk meemaken. Slecht geslapen dus.
Donderdag 21 maart
Als we opstaan heeft Geke nog steeds zware hoodfpijn, ze denkt zelf aan migraine. Dat is ongeveer 10 jaar geleden, maar toch. Tijdens het ontbijt wordt ze onwel en omdat ik het zie aankomen, kan ik haar op de stoel houden, waar ze ongeveer een minuut niet aanspreekbaar is en daarna moet overgeven. Als de ergste rommel is opgeruimd, lopen we samen terug naar onze habitacion en stop ik haar weer in bed. Een dokter? Ho maar. Het hotel kan ons nog een extra nachtje onderdak bieden, want morgen 400 kilometer rijden is geen goed idee. Dus nu de reisagent gebeld om onze volgende accommodatie een nacht te verschuiven, dan slaan we één nacht in Boquete maar over. Dat is gelukt.
Na de lunch rijd ik naar het dichtstbijzijnde dorpje met een pharmacia, dat is ruim 30 kilometer terug over die verschrikkelijk slechte weg. Ik haal medicijnen tegen migraine en oordoppen, omdat de serveerster wist te vertellen, dat de techno-meuk meerdere dagen duurt. Bij de supermarkt haal ik italiaanse bruiswater en hollands bier met een ster (voor mij). Ook neem ik een paar crackertjes mee en als ik na ruim anderhalf uur weer thuis ben, gaat een deel van de crackers er in. Mooie basis voor de medicijnen. Lekker slapen.
Na nog even te hebben gezwommen en de surfers te hebben gefotografeerd, ga ik naar de kamer om te douchen. Ze slaapt als een os en als ik nog een wandeling heb gemaakt, wordt ze wakker en eet wat fruit en crackers. De scherpste kantjes van de hoofdpijn zijn weg, dus er zit vooruitgang in. Er zit weer wat kleur op dat kleine witte bekkie en ze vraagt me zelfs om watermeloen mee te nemen als ik terugkom van het diner. Het is inmiddels kwart voor 8 en er zijn nog geen activiteiten op de heuvel achter ons, dus hopelijk hebben we niets nodig van de doos met 30 oordoppen, dat zou een traktatie zijn. Morgen is er weer een dag, dan maken we even de balans op, maar er zit echt verbetering in. Gelukkig maar.
Het strand is hier licht vulkanisch, dus donkerder dan Caraïbische stranden. Er komen mooi lange rollers op het strand af bij hoog water, naar schatting 2 meter hoog en daarom prima voor de surfers. Het water van de Pacific is relatief koel, maar dat mag voor hen de pret niet drukken. Als de zon zo rond 5 uur begint te zakken, verandert de zee van zilver in goud en als de zon achter de heuvels is verdwenen, blijft er enige tijd een prachtige oranje gloed hangen, die scherpe contrasten maakt met de begroeiing op de heuvelrug. Genieten.
Vrijdag 22 maart
De ergste hoofdpijn is weg en er zit weer wat kleur op. Ik haal een ontbijtje met broodjes, kaas en wat thee en dat verdwijnt gedeeltelijk naar binnen. Als ik na mijn eigen ontbijtje terug kom, zit Geke aangekleed in de kamer, een goed teken. We nestelen ons bij het zwembad en lunchen met een Griekse salade, want veel groente krijg je hier niet binnen. Tot zover allemaal prima, de hoofdpijn is helemaal weg en we genieten samen van het mooie weer en het prachtige uitzicht over de strand en de zee. Morgen naar Bocas del Mar.
We eten in her restaurant van het hotel. Allemaal simpel, maar eerlijk. We delen wat calamaris in tempura en daarna voor mij een visje gevuld met spinazie en paddestoelen, Geke kiest voor een kipburger met frietjes. Ze heeft weer trek, maar voorlopig blijft ze nog bij sodawater, wat haar de omerking ontlokt, dat het voor Marjon toch wel erg saai is om altijd water te drinken. We maken een praatje met de enige serveerster die Engels spreekt, ze blijkt uit Argentinïe te komen. Ze heeft een tijdje in Chili gewoond, heeft daar alles verkocht en is gaan reizen/werken in Peru, Colombia, Mexico, California en nu Panama sinds 6 weken. Ze is hier om te leren surfen en dat probeert ze elke dag te doen. Een andere manier van leven.
Zaterdag 23 maart
We zijn weer op tijd wakker. Tot half acht is de techno-terror doorgegaan. Zelf heb ik er niets van gehoord, maar Geke kreeg de oordopjes niet goed in, dus die heeft weer genoten. We pakken onze spullen vast in en gaan ontbijten met uitzicht over de baai. Het water staat heel laag, om bij de zee te komen moet je minstens 10 minuten lopen. We rekenen af en tegen half 11 zijn we onderweg, want we hebben nogal wat kilometers te verstouwen. In Pedasi stoppen we nog even bij de Pharmacia, je weet maar nooit! Ook beroof ik nog even de bank, je wilt er niet om verlegen zitten.
Het eerste deel naar de Panamerican Highway is hetzelfde als we tijdens de heenweg gereden hebben. Landschappelijk gezien niet erg interessant, alleen de koeien met hangoren en hun kalfjes mogen zich op onze belangstelling verheugen. Naarmate we verder westwaarts komen, wordt de natuur mooier (groener), maar tot onze verbazing ook de snelweg beter, haast west-europeese kwaliteit. We worden maar liefst 3x gecontroleerd op een geldig rijbewijs (zouden ze bij ons ook wel mogen doen), een ervaring die ik in vele jaren niet meer heb gehad. In de verte de bergen, waar wattenwolken omheen hangen, met op de voorgrond meertjes, omzoomd met weelderige begroeiing. Zo had ik me Panama voorgesteld en dat zien we nu voor het eerst.
Onze bestemming is Boca Chica. Hotel Bocas del Mar. Op de plaatjes zag het er al fantastisch uit, maar het blijkt de overtreffende trap. We rijden onder de poort door en moeten vervolgens nog een kleine kilometer over hobbelige en steile grindwegen, zonder precies te weten waar we naar toe gaan. Na een laatste fikse helling staan we bij het hotel en melden ons bij de receptie. Na de gebruikelijke plichtplegingen worden we voor een welkomstdrankje meegenomen naar het restaurant. Wat een uitzicht! Het restaurant ligt op een heuvel van ca. 30 meter hoog en kijkt uit op de zee en de eilandjes voor de kust. Er ligt een prachtige tuin omheen en er dobberen luxe zeiljachten in de natuurlijke haven beneden ons.
Ons drankje, een Rudy Special (versgeperst sap van passiefruit, gegarneerd met een schijfje limoen) wordt geserveerd en als we daarvan hebben genoten, brengt de receptioniste ons naar onze kamer. Het is een bungalowtje, dat ook op de heuvel ligt, helemaal vrij en bijna 180 graden uitzicht over de zee. De kamer is giga, met een enorme glaswand voor het zeezicht, wat versterkt wordt door het Dudok-achtige oplopende dak met overstek. Er zit een klein tuintje bij met ligstoelen en op het terras staat een jacuzzi. Het bad in de badkamer staat voor een enorm raam, ik ken vossen die daar zo in zouden willen zitten tot ze wit uitgeslagen zijn. Om het compleet te maken ligt er boven ons huisje nog een infinitypool, met een even mooi uitzicht. Wat een verwennerij!
We zwemmen eerst nog even en daarna maken we ons op voor een uitstekend diner. Heerlijk in de open lucht, met ventilatoren boven elke tafel en gezellige en kundige bediening, die bovendien ook Engels spreekt. We drinken een heerlijke Viogner uit Argentinië bij onze visrisotto, we zijn weer helemaal blij.
Zondag 24 maart
“Tsjonge, wat is het hier mooi”. Een duidelijker uitspraak kun je niet verwachten en het is volledig waar. We hebben voor vanmorgen een boottocht van 4 uur geboekt, die verschillende mooie plekjes in het natuurgebied van de eilanden van Boca Chica voor ons in petto heeft. Als eerste gaan we naar het gebied, waar de dolfijnen “wonen”. Snoeihard met de speedboot met 175 pk en als we in de buurt komen, zien we de eerste rugvinnen al. We worden getuige van een zeldzaam schouwspel, want de dolfijnen zijn op jacht en hebben het op een red snapper voorzien. We zien die forse jongen boven water uit springen en het volgende moment dat we hem weer zien, zit hij muurvast tussen de kaken van 2 dolfijnen, die zij aan zij met hun prooi in de snuit boven water komen. De schipper vertelt dat de snapper minsten 10 kg+ moet zijn, vandaar dat de dolfijnen samenwerken om de vis eronder te kunnen houden!
We varen nog een poosje rond en zien nog meer van deze zoogdieren, het water is echter te troebel om ze onder water te kunnen volgen. De schipper zet koers naar verderop gelegen eiland, waar we gaan snorkelen boven het koraalrif. Een woeste, bonkende tocht tegen de wind in, maar het snorkelplekje ligt voor een strandje aan de beschutte kant van het eiland. Er is veel vis te zien en we vermaken ons als snorkelend een half uurtje. Daarna gaan we door naar een volgend eiland, waar kokosnoten worden opgepikt en voor ons worden opengemaakt. Lekker, maar wel hard werken met die kokos! Omdat het zondag is worden ook hele gezinnen uitgeladen op het eilandje, ondanks dat het voor mijn gevoel erg ver uit de kust is.
Weer de boot in en naar een plek, waar we hopelijk schildpadden kunnen zien. Dat wordt er welgeteld één die, als we aan komen varen, nieuwsgierig zijn kop boven water tilt en nog een traag rondje om de boot draait. Wel heel bijzonder. Op de terugweg duiken we nog een baaitje in, waar in de rotsen een enorm gat is uitgesleten, waardoor een soort natuurlijke brug ontstaat. Bij hoog water kun je er alleen met een kano doorheen. Rond één uur liggen we weer aan de steiger bij ons hotel en douchen we even snel, voor we aan de lunch gaan. De locatie is zó relaxed, dat we het eigenlijk jammer vinden, dat we morgen al weer weg moeten.
We maken nog even een praatje met de Hollandse manager, die nu aan zijn tweede jaar bezig is en graag zou willen dat de streek en zijn hotel wat breder bekend zou worden. Aan ons zal het niet liggen! ‘s Avonds eten we ook weer lekker in het hotel op het overdekte terras, met goede en betaalbare wijn er bij. Dit hotel dendert met grote snelheid onze top 10 in, helemaal fantastisch, alles klopt. Jammer dat we weer door moeten, maar dat weet je natuurlijk nooit vooraf hoe een hotel uitpakt als je een reis boekt. Dat komt nog.........
Maandag 25 maart
Na het ontbijt en na afscheid te hebben genomen, gaan we iets na10 uur op pad naar de Caribische kust in het noorden. Hiervoor moeten we over een pas, wat volgens onze gastheer een mooie route is. En dat klopt. Het is heel groen, met prachtige vergezichten en de bergen, die in de wolken verborgen zijn. We klimmen steeds hoger en komen in de bergmist terecht. De temperatuur gaat onderuit van 34C naar 19C en het begint zowaar echt te regenen. Je verwacht, dat als je over de pas bent van 1250 meter, je richting de kust weer de zon in rijdt. Niets is minder waar. Het blijft regenen, tot we in Almirante zijn.
Hoe ik er bij kom weet ik niet, maar ik had van Almirante verwacht, dat het heel anders zou zijn de de werkelijkheid laat zien. Vieze vissersplaats, van waar ook ferries vertrekken en containers worden geladen, kortom een troosteloze bende, zeker als het regent. We zoeken naar de parking waar we de auto kunnen achterlaten, maar worden tegengehouden door ratjes die iets van ons willen. Daar houden wij helemaal niet van en rijden er omheen. Er fietst er zelfs een achter ons aan tot het eind van de weg, waar we moeten keren. Op basis van het kaartje vinden we de parking, een grasveldje met hekken er omheen, waar gelukkig ook iemand van de reisorganisatie klaar staat, wat de ametante jongetjes als sneeuw voor de zon doet verdwijnen.
We krijgen de kaartjes voor de eilandtaxi, een smalle overdekte houten boot waar 18 mensen in passen. Samen met veel schoolkinderen maken we de overtocht naar Bocas del Toro, waar we binnen een half uur aankomen. Ook hier staat weer iemand van de reisorganisatie klaar, die ons naar het vertrekpunt van de watertaxi van het hotel brengt. Bocas del Toro is een stadje met allemaal huisjes op palen boven het water, wat zeer in trek lijkt te zijn bij backpackers, aangevuld met vreemde paradijsvogels. Maar goed dat we hier niet ondergebracht zijn, zoals eerst de bedoeling was. Overal klinkt luide muziek, gecompleteerd met blerende verkiezingsauto’s, die daar nog bovenuit proberen te komen. Een kakafonie van geluid.
Onze watertaxi vertrekt na ongeveer 3 kwartier, in de tussentijd hebben we een snackje gepakt in een eettentje. Ook hier een vergelijkbare boot, die ons naar het Red Frog Resort brengt. Het regent nog steeds, wat het allemaal een beetje triest maakt. Op het eiland aangekomen worden we wegwijs gemaakt over het resort en worden we met onze bagage in een golfkarretje geladen om naar onze bungalow te gaan. Ons villanummer 13 ligt hoog op het eiland en de route er naar toe gaat door het tropische regenwoud omhoog, ongeveer 80 meter boven de zeespiegel. Het is een groot huis, met een kleine infinity pool, een groot terras, een enorme kamer annex keuken en twee slaapkamers met eigen badkamers.
Echter, het is erg op zijn yanks ingericht, met enorme gedateerde meubels die ook niet allemaal even proper zijn. Het maakt een oubollige indruk en dat, in combinatie met het grauwe trieste weer, ontlokt bij Geke de opmerking: “Het lijkt wel of ze de meubels van de overleden ouders naar binnen hebben gezeuld”. Niet blij dus en dat is ook wel terecht als je weet waar we vandaan komen. Alles is even donker qua houtsoorten, veel slijtageplekken op de meubels, gewoon niet goed.
We bellen voor vervoer naar de beach club, het enige restaurant dat op maandag open is. Er komt een aftands vrachtwagentje voorrijden, met achterin in de lengterichting twee banken en in enorme dieselwolk brengt het wagentje ons naar het pizzarestaurant. Ik trekt stiekum een vergelijking met krijgsgevangenen in een Jappenkamp die worden vervoerd, brrr. Het restaurant blijkt vol te zitten, waardoor het humeur naar een nieuw dieptepunt daalt, er zijn echter 2 dames zo vriendelijk op op te staan, dus we kunnen zitten en eten. De pizza staat uiteindelijk na anderhalf uur op tafel.
Dinsdag 26 maart
Rond 8 uur zijn we wakker, want de gordijnen blinderen niet. Ik krijg mijn cadeau van Geke, een 8 gangen diner met alles er op en er aan, inclusief overnachting en ontbijt bij de Librije. Helemaal top! Verder ben ik voorlopig ontzettend druk met het beluisteren van alle verjaardagswensen die via Whatsapp worden gestuurd. Hilarisch en wat een leuk idee! Uit allerlei hoeken komen de wensen binnen: familie, vrienden, collega’s van mij en Geke, gewoon heel jarig! Gedurende de nacht is het droog geworden en er komt al een schamel zonnetje door de wolken. We ontbijten bij het andere restaurant, dat prachtig uitkijkt over het strand. Mooie plek.
Weer in onze villa komt de zon er goed bij en nestelen we ons op de ligbedjes bij het zwembad. De pool is door de regen nogal fris, maar dat is wel lekker, omdat de temperatuur flink oploopt. We pakken onze spulletjes om te gaan lunchen bij het strand en om te genieten van de golven van de zee, die behoorlijk hoog zijn, overal zand. We drinken aan het eind van de middag nog een drankje en gaan dan naar boven om ons op te frissen. Nog eerst even wat lezen, om een relaxte dag af te sluiten.
Geke heeft in het restaurant de bubbels geregeld. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat die onmiddelijk op tafel staan. This is Panama! Bij ons hoofdgerecht een nette Chardonnay. We kiezen voor penne met grote garnalen, een prima keuze. Als we vragen om naar huis gebracht te worden, komt er nog een feestelijk dessert met 1 kaarsje. Dank!
Woensdag 27 maart
We worden allebei pas tegen 9 uur wakker en hebben allebei lekker geslapen. Het is enigzins bewolkt buiten, maar er zit verderop wat meer blauw in. De gast die ons heeft ingecheckt komt ons ophalen met een golfkarretje en vertelt ons over de flora rondom ons huis. Alle tijd om te vertellen over de verschillende soorten bananen die in de tuin staan. Onderweg naar beneden vraagt hij of we de red frogs al hebben gezien en het antwoord is nee. Hij stopt op een plek waar ze veel zitten en inderdaad, zo’n kikkertje hadden we nooit gevonden. Ze zijn nog geen 2 centimeter lang en zijn zeer giftig, vandaar de rode kleur. Onthouden waar ze zitten, want ik heb de camera niet mee. Ook laat hij ons luiaards zien, die lekker hangen te schransen hoog in de boom boven ons. Ik had niet verwacht die te kunnen zien!
Na het ontbijt laten we ons weer bij het huis afzetten en we nestelen ons bij het zwembad in de hete zon. Na een half uurtje komen erin de verte heel zwarte wolken aan en inderdaad gaat het later regenen. Als de regen voorbij is gaan we tegen half drie lunchen en besluiten daarna een wandeling over het strand te maken; de zon is een beetje omfloerst, dus het is niet zo heet. Op het strand zijn ook omgevallen bomen, die grijs uitgebeten zijn van het zoute zeewater. Op deze bomen groeien weer orchideeën die mooi wit staan te bloeien. Als we terugkomen van de wandeling drinken we nog een drankje en gaan dan nog bij ons huis zitten lezen. Heel relaxte dag.
Donderdag 28 maart
Als ik ‘s ochtends vroeg wakker wordt in de schemering, loopt het regenwater langs het raam. Nee toch?! Maar gelukkig, als we om half 8 echt wakker worden, is de lucht strakblauw en lijkt het zo’n echt mooie dag te worden. En niets blijkt minder waar. We besluiten naar beneden te lopen voor het ontbijt, om te proberen de red frog te vinden en wellicht ook een luiaard. De red frog vinden we inderdaad (2 stuks) waarvan er één zich graag laat fotograferen. We hebben een stijve nek van het luiaard kijken net alsof je in New York bent, maar we vinden niks. Morgen nog maar eens proberen, voordat we gaan vetrekken.
Tegen 10 uur liggen we prinsheerlijk bij het zwembadje bij huis, waar even dompelen geen overbodige luxe is, al is het water aan de frisse kant. Tegen half 2 gaan we lunchen, nogmaals te voet en weer geen luiaards. Ik kies nogmaals voor de in broodkruim gefrituurde garnalen en Geke de taco met vis, groente en geraspte kaas. Na de lunch een fikse strandwandeling, mooie foto’s maken en daarna een lekker drankje als beloning, nadat we natuurlijk eerst even hebben gezwommen in zee. Voor vanavond alsvast een tafeltje gereserveerd, ze kennen ons inmiddels.
‘s Avonds dus weer in La Rosa gegeten, niet alleen omdat het andere restaurant nog steeds is gesloten, maar ook omdat we niet zo van de american pizza’s zijn. Helaas zie je de zee niet als het donker is, maar het geluid is natuurlijk erg fijn om te horen. We delen een garnalencocktail en dat delen is helemaal niet zo gek, want die maffe yanken nemen alle restanten mee in piepschuim doggy boxes. Daar zijn wij niet zo van. De garnalen hangen over de rand van het glas, in het glas een bbq-achtige saus en daarbovenop een bos van gefrituurde, flinterdun gesneden aardappelen, erg lekker. Als hoofdgerecht nemen we de aanbevolen schotel Mahi Mahi, een witte vissoort uit de Grote Oceaan, geserveerd met garnaaltjes. Lekker.
Vrijdag 29 maart
We zijn al weer bijtijds wakker. Het is flink bewolkt, maar er zitten ook wat blauwe plekken tussen. Er is geen water, dus dat levert wel wat problemen op. Maar met 3 toiletten is er altijd wel 1 beschikbaar om door te spoelen. We pakken vast de koffers en lopen wederom naar het restaurant, maar nog steeds geen sloths, de Engelse benaming voor de luiaard. Na een lekker omeletje gaan we terug naar onze basis en lezen nog lekker onder de bewolkte hemel tot we om 12 uur worden opgehaald om naar de watertaxi te gaan.
De boot brengt ons naar Boca del Toro, een gat waar je niet dood wilt liggen. Gore straten, dito huizen en restaurants, overal hostels en mottige zaakjes, waar je op snorkel- of duiktours kunt gaan. Brr, wat een gat. We kiezen een restaurant om te gaan lunchen wat er fatsoenlijk uit ziet, we bestellen allebei een currygerecht met veel groenten, heel smakelijk. De transportservice van het hotel brengt ons naar de luchthaven, die op 3 minuten afstand van het centum ligt, als er niet zoveel kuilen en gaten in de weg zouden zitten.
We betalen $ 19,50 voor het overgewicht (van de bagage) en nadat we ingecheckt zijn is het wachten op de aankomst van het vliegtuig. Dat blijkt een tweemotorig propellorvliegtuig te zijn van Air Panama. Je bent het niet gewend als de vleugels boven de cabine zitten en je tegen het landingsgestel aan kijkt, waar dubbele scooterbandjes onder zitten. Maar goed, we vliegen in 50 minuten naar Panama City, krijgen nog een drankje en een zakje chips onderweg, dus net KLM. We landen op tijd, onze chauffeur staat klaar en na het gebruikelijke oponthoud door het verkeer zijn we om 5 uur in het hotel.
In het American Trade hotel herkent de receptionist ons, hij refereeert aan het TV-probleem van ons vorige verblijf. We slapen nu in een iets grotere kamer aan de voorzijde, de kant van het plein. We gaan op zoek naar een ander restaurant en vinden de locatie die de chauffeur heeft aanbevolen. We worden allebei een beetje zeikerig van de hautaine benadering van de gastvrouwen, die ongetwijfeld om hun uiterlijk geselecteerd zijn, niet om hun brains. We drinken een cocktail op het dakterras, waar we op hoog vloume getrakteerd worden op de bijbelse boodschap van Johan Maasbach-achtige sekteleden die luid zingend de hallelujah’s over ons uitstrooien, een permanente strijd met de muziek van het dakrestaurant waar we zitten. Wel een mooi uitzicht op het nieuwe Panama-stad.
Wegwezen daar. We lopen nog zeker 3 kwartier door de stad op zoek naar een alternatief restaurant, maar uiteindelijk komen we toch weer uit bij Casacasco, waar we op een balkonnetje lekker dineren, net als pakweg 2 weken geleden. Het is vrijdagavond, dus er is op straat van alles te beleven, auto’s die rondjes rijjden, politie-auto’s met zwaailichten waar niemend zich wat van aantrekt, gepimpte auto’s met strijkplanken achterop en blauwe verlichting in de wieldoppen, kortom genoeg te zien. Als ik dit schrijf, zit ik op ons balkonnetje van onze kamer en circuleren de auto’s nog steeds stapvoets over het plein. Genoeg voor vandaag, morgen worden we om 15 uur opgehaald en vliegen we terug naar Nederland.
Een fijne vakantie met allerlei ups- and downs; wat we er van geleerd hebben, is dat onze voorjaarvakantie geen vakantie moet zijn met veel reisdagen in het land zelf. Panama is leuk en afwisselend, maar het reizen trekt ook best wel een wissel. Ook moeten we in het vervolg beter opletten, of er wel een groei zit in de kwaliteit van de locaties waar we verblijven, want Bocas del Mar was dé absolute topper. Weer wat geleerd.
Geschreven door Wim.en.Geke.reisverslagen