Als de wekker gaat, ben ik nog diep in slaap. Om 6 uur was ik wakker, omdat die Italianen hun kinderen het terras op schopten en toen die weg waren, gingen ze zelf met elkaar in gesprek, op z’n Italiaans luid natuurlijk. De kiepdeur maar dicht gezet en daarna weer in slaap gevallen. En dan slaap je diep.
Om half negen aan het ontbijt, dat net als het diner prima verzorgd is. Lekker zonnetje buiten, maar plotseling vallen er toch serieuze druppels en staat het schuim weer op de weg. Na drie kwartier is dat voorbij en we besluiten om een wandeling te maken naar het stuwmeer, want de wegen zijn nog te nat om te rijden. We stuiten op een verzameling klassieke auto’s en motoren, waarbij de eigenaren ook nog eens verkleed rondlopen in de stijl van de jaargang van hun voertuig. Eén gast loopt zelfs met een sixtees pruik op ‘n kop. Het zal je hobby maar wezen.
Tegen half twaalf stappen we op de motor en doen een klein rondje: langs het meer naar het noorden en dan door de lange smalle tunnel: de Forno, Umbrail, Stelvio van bovenaf en de Fascagno. We rijden nog even Bormio in, maar besluiten toch om maar naar het hotel te rijden en daar in ons dagelijkse kloffie te gaan eten in ons dorp. Hoe dichter we bij Livigno komen, hoe donkerder het wordt in de verte en we vinden dat we een goede beslissing genomen hebben. Het wordt zwarter en zwarter en als we in het dorp rechtsaf gaan, vallen de eerste dikke druppen. We hadden 2 minuten eerder moeten zijn, maar desalniettemin valt het wel mee met de nattigheid van de motorkleding.
Even omgekleed en 2 paraplu's van het hotel geleend om het dorp in te gaan. We kiezen een bar/pizzeria/restaurante waar het bommetje vol zit en we toch snel een plekje krijgen bij het raam en met mooi zicht op alles wat zich hier afspeelt. En dat is nogal wat. We bestellen ieder een pizza uit de houtoven en nemen er een pinot grigio bij. Super lekkere pizza. Koffietje na en dan komt de eigenaar met 5 verschillende flessen grappa en een trits glaasjes aan en dan kunnen we onszelf bedienen. Heel bijzonder en het kost bijna niets.
Livigno
‘ Het dorp is lange tijd van de wereld afgesloten geweest, zeker in de winter. In 1840 heeft het daarom de voorkeur status van ‘belastingvrij’ gekregen, om te voorkomen dat de regio leeg zou lopen. Pas in de jaren ‘50 van de vorige eeuw is, door het initiatief van de bewoners om ‘s winters de passen naar het dorp sneeuwvrij te houden, het toerisme enigzins op gang gekomen. In 1960 is een stuwdam gebouwd, waarvoor een tunnel naar Zwitserland is gegraven om de materialen aan te kunnen leveren. Na de bouw van de dam is de tunnel in gebruik genomen voor het overige verkeer, waarmee het dal definitief werd ontsloten. De EEG heeft in 1960 de belastingvrije status bevestigd, vandaar dat het op zaterdagen en zondagen erg druk is met shoppers. De benzine kost er € 1,05, ten opzicht van € 1,69 in de rest van Italië. Dit verklaart ook, waarom wij meer grensovergangen tegen kwamen dan te verwachten was.’
Na de lunch gaan we terug naar het hotel om de middag op geheel eigen wijze door te brengen. Ik besteed tijd aan het verslag en doe een klein tukkie op mijn balkon in de zon. Ruud besluit om te gaan zwemmen, maar komt met hangende pootjes terug omdat het zwembad geterritoriseerd wordt door italiaanse kinderen. We drinken een aperitief in de Stube en hebben een prima diner met een andere soort Sassella erbij. Na het diner een wandeling door de uitgestrekte winkelstraat van het dorp, gelukkig met een paraplu mee, want op de terugweg begint het te regenen. Morgen een rustdag, de verwachting is ‘s ochtends zon en in de namiddag weer regen. Maar dan staat een massage geboekt!
Geschreven door Wim.en.Geke.reisverslagen