Dag 84
Vrijdag 6 juli 2018. Van Ferentillo naar Soggiorno Don Bosco. 16 km.
We hadden gelezen dat het vandaag pittig zou worden en wilden daarom alweer vroeg starten. Rond 5.30 uur liepen de deur uit van het leuke appartementje. We liepen achter het huisje langs, de weg op. Zo kwamen we eerder bij het startpunt van de route. We waren dit keer alert en gebruikten de gps-route van Fred Vliegen. Fred heeft deze route twee jaar geleden gelopen en aan zijn gegevens hebben we veel steun. We waren het gezellige Ferentillo nog niet uit of we liepen langs een bar en die was al open. Als we dat hadden geweten hadden we hier ontbeten en de lunch ingeslagen i.p.v. gisteren in de supermarkt. Natuurlijk hebben we wel even koffie gedronken want daar zouden we de hele dag geen kans meer voor krijgen. Om 5:50 uur liepen we over een asfaltweg verder. Kort daarna rechtsaf omhoog en iets later gaf de gps aan een smal bospad op te gaan. We twijfelden moeten we hier echt in? Het pad was overgroeid met takken van bramenstruiken. De takken met akelige stekels hingen over het pad zo ver we konden zien. Om niet te vallen zijn wandelstokken onmisbaar maar op dit pad zijn ze ook handig om de takken niet in je gezicht en tegen je benen te krijgen.
We klommen naar boven, de ondergrond was bedekt met grote, keien en soms liepen we in een stenen watergeul. Gelukkig heeft het hier al lange tijd niet geregend want anders zou dit pad niet te belopen zijn geweest. Het pad werd nog woester, grote keien en takken maakten het ons niet makkelijk. Toen we bij een weitje uitkwamen zag ik Jan uitglijden. Er was een hoge stap nodig om het weitje op te komen. Jan zocht steun op een boomwortel maar deze brak af en voor hij er erg in had zat hij op z’n gat! 🤭 Niks aan de hand hoor, hij stond weer snel op en stak zijn wandelstok naar mij uit zodat ik veilig omhoog kon. Leuk dat we weer koeien op een klein weitje zagen. Ze zochten verkoeling onder een paar bomen. Één koe heeft een bel om z’n nek de andere koeien volgen dit opperhoofd blijkbaar. Om 7.30 uur komen we, na een zware klimtocht, aan bij een brede grindweg. We hebben in 1.5 uur 500 m geklommen. We zaten nu op 750 m en gaan naar boven de 1000 m.
We bleven een tijdje op dit grindpad wat geleidelijk omhoog gaat. Om 8.40 uur hadden we het idee dat we op het hoogste punt waren en hebben even zitten rusten en wat gegeten. Na de rust sloegen we op een driesprong linksaf een mooi grindpad op, lekker ruim tussen weiden. De bomen staan verder van het pad af zodat we in de zon liepen. Vreemd dat hier, hoog op de berg een mooi huis stond, wat zo te zien, aan het gras op de oprijlaan, al lange tijd zijn eigenaar niet gezien had. Je zult hier toch wonen, ver van de bewoonde wereld, geen dag zou ik het hier uithouden.
Geef ons het gezellige Obdam dan maar! 😃
Iets later kwamen we gelukkig weer op een pad met bomen en zien alweer een huis wat onbewoond lijkt. We hadden een mooi wijds uitzicht en kwamen onverwachts weer een heel koppel paarden tegen. De paarden en koeien die hier los lopen hebben het hier blijkbaar erg naar hun zin, want net als wij, zouden zij ook uit dit gebied kunnen lopen. Wildroosters hebben we nog niet gezien!😉. In een bocht van de weg zagen we dat de weg een heel stuk glooiend naar beneden liep. Mooi om te zien maar het betekende ook dat we daarna weer omhoog moesten, want we waren nog niet op hoogte. En ja hoor, hierna moesten we scherp naar rechts een steigend smal bospad in. Ook hier moesten we oppassen voor de scherpe doorntakken. Ruim na tienen kwamen we bij een asfaltweg en daar hebben we ons yoghurtje gegeten.
Op het moment dat we weer wilden gaan lopen stopte er een jeep met twee mannen. Uit de geopende raampjes kon je zien dat ze aan het luisteren waren. Volgens ons waren ze op zoek naar hun vee, langs ons hele pad hadden we belgeklingel gehoord maar nu was het stil. 😉
Op de asfaltweg konden we rustig middenop lopen want we waren de enigen. We hadden prachtig uitzichten en zagen het dorpje Polino wat ver beneden ons lag. Het leek uit de hoogte of alle huizen aan elkaar geplakt waren. Na een haarspeldbocht zagen we een bord dat het nog 1600 meter was naar ons hotel. Och, nog maar 1600 meter! Maar tjonge, wat is 1600 meter lang als het asfalt bijna onder je schoenen plakt van de hitte en de weg flink omhoog gaat. We waren blij dat we na een mooie maar zware dag tegen 12.00 uur aankwamen bij het mooie Don Bosco hotel. Dit hotel ligt eenzaam op een 1100 meter hoge berg. Er staat nog een huis en natuurlijk een kapelletje.
Vanmiddag hebben we lekker in de tuin gezeten. Het windje zorgde ervoor dat het goed vertoeven was in de schaduw van de bomen. In het hotel verblijft een groep kinderen maar er zijn ook oudere mensen die hier rondscharrelen. (Veel ouder dan wij 😏) Ze lopen allemaal met stokken, twee mannen speelden een Napolitaans kaartspel en een van de echtparen kibbelde steeds op erg luide toon. Een van de mannen spreekt een paar woorden Engels maar een antwoord begrijpt hij niet. Een andere spreekt geen enkel woord over de grens maar heeft lang bij ons gezeten. Wederzijds erg moeilijk. Toen we ‘s avonds wilden eten stonden er veel mensen in de hal en het restaurant maar er was geen personeelslid te zien. We moeten een beetje denken aan van die tv-programma’s als Daar komen de schutters en Hotel op stelten. 😂.
Uiteindelijk hebben we we prima gegeten en intussen op het grote scherm gezien hoe België won van Brazilië. 👍
Om 18 uur was er een flinke regenbui gevallen. Dat verkoelde heerlijk. En
ww denken dat het morgen niet tot problemen zal leiden als we ongeveer 600 meter moeten klimmen maar vooral ruim 1000 meter dalen.
Ciao.
Geschreven door Truus-en-jans.reisblog