Vandaag gaan wij voor de tweede maal deze vakantie naar de plaats Sarlat.
Op dag 14 van deze vakantie (21 september) bezochten wij deze plaats op een drukke marktdag, nu is het er heel wat rustiger, het is er zelfs stil te noemen.
De auto parkeren wij vlakbij het middeleeuwse centrum. Binnen een minuut lopen wij al weer tussen de oude, okerkleurige huizen in de nauwe straatjes met de vele (souvenir)winkeltjes en restaurants.
Als eerste bezoeken wij de oude kathedraal, want wegens een bruiloft was die de vorige keer gesloten.
De Kathedraal Saint-Sacerdos de Sarlat is prominent aanwezig in het historische centrum. Het oudste deel van deze abdijkerk stamt uit de 14de eeuw, maar de huidige vorm is in de 17de eeuw gebouwd. De bouwstijlen zijn een mengeling van romaans en gotisch. Het interieur is eenvoudig en stijlvol met mooie gebrandschilderde ramen. Uit de luidsprekers die rondom in de kerk hangen klinkt een zachte stemmige muziek. Er is een dame bezig de bloemen en plantstukken te verversen.
Om donaties te vragen staat ook hier een boomstam opgesteld, waar men kopspijkers in kan slaan, waarna men een geldelijke gift in een brievenbus kan deponeren.
Als wij rond de kerk lopen, komen wij bij het oude kerkhof en over verschillende binnenpleintjes.
Voor de kerk klinkt muziek over de straat. Een troubadour zit in een kleine aanhanger als eenmansorkest, en terwijl hij Engelstalige folkliedjes zingt, bedient hij met een voet een drumpedaal en met zijn handen een (vermoedelijk zelfbouw) trekzakje, die hij door middel van een blaasbalgje van lucht voorziet. De zang doet Iers/Keltisch aan en klinkt best goed. Wij blijven even staan luisteren.
Achter de kerk staat de opvallende Lanterne des Morts, de Dodenlantaarn. Het bouwwerk bestaat uit twee verdiepingen en is afgedekt met een kegelvormig dak; waarschijnlijk gebouwd in het laatste deel van de 12de eeuw, rond 1180, op het kerkhof van Saint-Benoît.
Deze middeleeuwse toren zou ter ere van de Saint-Bernardus zijn gebouwd, want deze heilige was hier in 1147 te gast. Toen hij in Sarlat was, zou hij broden hebben gezegend en toen deze door de zieken werden gegeten, genazen zij van hun ziekten. De toren zou gebouwd zijn om zijn overlijden te herdenken. Deze legende heeft de toren ook wel de naam Tour Saint-Bernard opgeleverd.
Het doel van de toren is echter een raadsel. Voor sommige historici lijkt de aanwezigheid van de lange, smalle openingen op de tweede verdieping voorbestemd om licht door te laten. Het zou een lantaarn van de doden kunnen zijn, dat wil zeggen een gebouw waarin men een brandende lamp opsteekt om de zielen van de overledenen te leiden. In de kapel onderin werden de doden opgebaard en via een trap kon men op de tweede verdieping komen, om daar een lantaarn neer te zetten. Ook kan de toren gediend hebben als een baken. Als de lantaarn in de toren ontstoken was, kon het naar buiten stralende licht de bewoners wijzen waar het kerkhof zich bevond.
Verderop in de stad bekijken wij de tussen de huizen gelegen oude Fontaine Sainte-Marie. Deze fontein draagt dezelfde naam als de er naast staande kerk, die nu dienst doet als overdekte markt. Aanvankelijk was dit een bron, die werd gebruikt vanaf de 12de eeuw. Na zowat 600 jaar werd ze echter ingemetseld, omdat het water besmet was geraakt. Inmetselen was de enige manier om duidelijk te maken dat het verboden was om er van te drinken. Pas in 1970 werd ze opnieuw vrijgemaakt, maar het water is nog steeds niet drinkbaar!
Het is geen fontein die water omhoog spuit, maar het is een bron waar het water van in een groot bekken stroomt en later aan de voorzijde van dat bekken op 4 plaatsen uitloopt.
Het is ongelooflijk rustig. De vorige keer dat wij hier waren was er nauwelijks een plekje vrij op de vele terrassen, nu zijn de meeste tafeltjes onbezet.
Als wij trek krijgen, zoeken wij dezelfde crêperie Lou Dotze op als waar wij de vorige keer aten. Het smaakte ons daar zo goed, dat wij daar graag op herhaling gaan. Die vorige keer was het terras vol en zaten wij binnen, nu nemen wij op het terras plaats. Wij bestellen dezelfde crêpes als laatst en ook nu smaken ze ons voortreffelijk.
Buiten het oude centrum zit in Sarlat een heel grote supermarkt van E. Leclerc, veel groter dan die in Souillac, en die lopen wij door. Het enige dat ik koop zijn een paar pakken van de LU-petit-beurre koekjes, die ik zo lekker vind en in NL niet meer kan vinden in de winkels. Wat ook heel erg groot is, is de wijnafdeling. Je kan echt zien dat wij in het land van de wijnen zijn. De flessen staan netjes gerangschikt per landstreek en per soort.
Wat ons opgevallen is, is dat de wijnflessen (nagenoeg?) allemaal voorzien zijn van een kurk, terwijl bij ons in NL de sluiting heel vaak een schroefdop is. De traditionele Franse wijnboer blijft doorgaans vasthouden aan een fles wijn met de bekende kurk. Deze kwam vroeger van de bast van de kurkeik, maar tegenwoordig zijn ze vaak voor witte en rosé wijnen van kunststof. Relatief nieuw zijn kurken van bio-plastic. Die zitten op de flessen wit en rosé, die wij hier tot nu toe kochten. Deze kurken zijn goedkoper dan veel natuurkurken en worden gemaakt van suikerriet. Ze zijn 100% recyclebaar, smaak- en geurneutraal en ook CO2-neutraal.
Als wij weer in Souillac zijn, tanken wij de auto vol en kopen bij de Lidl nog een brood voor vanavond bij de groente, en een paar flessen rosé om mee te nemen naar huis.
Terug thuis controleer ik het oliepijl van de auto, dat goed is, en wij pakken al vast onze meeste spullen in, want morgen zit onze vakantie in Frankrijk er op en rijden wij terug naar Nederland.
Inmiddels is het dikbewolkt geworden en begint het licht te regenen.
Na het avondeten spelen wij nog weer een paar spelletjes rummikub en kijken wat Tv.
Vandaag hebben wij 70 kilometer gereden.
Het weer: lichtbewolkt/zonnig, later lichte regen, 14 tot 24 graden Celsius.
Verblijf: vakantiepark Domaine de Lanzac.
Geschreven door Menrbijtjes