Ook vandaag ontbijten wij weer met onze yoghurtjes en cornflakes/cruesli in de cabin. Wij doen verder rustig aan en als het beheerdersechtpaar langskomt om de cabins te doen en van schone handdoeken en dergelijke te voorzien, vertel ik hem van het schrapen van de takken van de berkenboom naast onze cabin tegen het houtwerk en dat dat 's nachts als wij willen slapen niet prettig is. Hij zegt er werk van te zullen maken.
Tropic is maar een kleine plaats, er wonen iets meer dan 500 mensen. Wij lopen even binnen bij de enige winkel van het dorpje, waar ook een restaurant in gehuisvest is.
Vandaag gaan wij weer naar het Bryce Canyon National Park om te wandelen. Net als gisteren rijden wij naar het westen via Highway 12, maar wij rijden nu echter niet tegen het Paunsaugunt Plateau op. Voordat de weg tegen het plateau omhoog loopt, parkeren wij de auto op een parkeerterreintje langs de doorgaande weg. Hier gaan wij de wandeling naar de Mossy Cave en een daarbij in de buurt gelegen waterval doen. Het beginpunt van de Mossy Cave Trail bevindt zich aan Highway 12. Het wandelpad ligt aan de noordzijde van het park, wel binnen de parkgrenzen, maar buiten het grote gebied van het park dat men bezoekt na de entree bij het parkrangerhuisje, waar wij gisteren waren. Er is wel een toiletgebouwtje, maar er is geen rangerpost.
Het is een vrij vlakke, niet al te lange wandeling met een paar glooiingen er in, langs een riviertje. De kloof waar de Mossy Trail doorheen loopt, heet officiëel de Water Canyon. Deze loopt aan de rand van het Paunsaugunt Plateau en behoort tot het Bryce Canyon National Park. Wij hebben een mooi zicht op de hoodoos, de oranjekleurige rotspilaren. De Tropic Ditch, het riviertje waar wij langslopen, is geen natuurlijk watertje, het is tussen 1890 en 1892 door de Mormoonse pioniers uitgegraven met pikhouwelen en scheppen, om onder andere water naar de landbouwgebieden van de plaatsen Tropic en Cannonville te laten stromen. Het water komt uit de East Fork of the Sevier River, waar het gehele jaar water stroomt.
In de route liggen 2 bruggen, waarmee wij over het water gaan, dat vrij snel stroomt. Verderop is er een Y-splitsing in het pad, wij doen beide afslagen.
De linker leidt naar de naamgever van de trail, een met mos begroeide grot, waar bronwater vanaf het rotsdak druppelt. Door de hoge vochtigheidsgraad groeien er mossen. In de winter, als het vriest, hangen er ijspegels aan het dak van de grot.
De andere leidt naar de bovenzijde van een waterval. Op de terugweg lopen wij ook nog even naar de onderzijde van de waterval toe.
Na de wandeling rijden wij naar Bryce Canyon City, het gebied met hotels net ten noorden van het park, en gaan op een bankje in de schaduw van de Ruby's Inn onze lunch gebruiken, die bestaat uit een paar crackers met kaas en chocomel. Verder kijken wij daar nog weer even in de grote souvenirwinkel en hotellobby, en ik maak een stel foto's, onder andere van de kolossale schouw en van een stelletje schilderijen, met afbeeldingen van de reis van de Mormonen naar dit gebied.
Dan rijden wij het park weer in en tonen onze Amerikaanse parkenpas aan de parkranger.
Nu willen wij de weg door het park, die van noord naar zuid loopt, helemaal tot het einde rijden (= 18 mijl = 29 km) en dan op de terugweg nog bij een aantal uitkijkpunten kijken. Aan het eind van de weg ligt het Rainbow Point, het hoogst gelegen uitkijkpunt in dit park, en daar zijn ook nog prachtige uitzichten en wandelingen te maken, onder andere de Bristlecone Trail, waarbij men langs meer dan 1.800 jaar oude Bristlecone Pines (bepaald soort dennenbomen) loopt.
Eerder zagen wij al dat er ten zuiden van het park een bosbrand woedt. Vanuit de verte is er een witte rookkolom aan de hemel te zien. Als wij in de buurt van het Rainbow Point komen, wordt het zicht wat heiig en later ruiken wij brandlucht. Op de parkeerplaats van het uitkijkpunt staan een aantal pick-uptrucks met apparatuur van de parkservice geparkeerd, om in te kunnen grijpen bij de brand indien dit noodzakelijk is. Deze brand is veroorzaakt door blikseminslag, al ruim een maand geleden. Een paar dagen later is er opnieuw de bliksem ingeslagen, op een plek in de buurt van de eerste brand. De branden zijn bij elkaar gekomen en vormen nu één brand. Men laat de brand gecontroleerd branden, dat wil zeggen dat men de natuur zijn gang laat gaan. Er schijnt veel dood hout en kreupelhout in dat gebied te liggen, waardoor het gevoelig is voor blikseminslag. Nu men het laat branden, wordt de oude troep opgeruimd door het vuur en wordt de kans op blikseminslag in de toekomst kleiner. Maar mocht het nodig zijn, dan grijpt men in.
Het uitkijkpunt is te bereiken, maar het gebied ten zuiden er van is afgezet met veiligheidslinten en -schermen, daarmee zijn de wandelpaden afgesloten. Er staan informatieborden met tekst en foto's over de branden. De chauffeur van de shuttlebus van de Rainbow Point Tour, die met een groot gezelschap de uitkijkpunten van het park bezoekt, vertelt er over, wij luisteren een tijdje mee. Deze George vertelt er boeiend over.
Wij kijken hier uit over een ander deel van het park, dan waar wij gisteren liepen. Er hangt rook en het ruikt er branderig.
Dan rijden wij de weg weer terug en kijken bij nog een stel uitkijkpunten. Het is en blijft een ongelooflijk mooi schouwspel van rotsen en rotspilaren in een palet aan okertinten.
Op de terugweg door het park bespreken wij wat wij met het avondeten zullen gaan doen. Gisteren was het eten in de lodge ons goed bevallen. Het smaakte heerlijk en het was helemaal niet veel duurder dan in een restaurant ergens langs de weg, of in een dorp of stad. Zo gaan wij opnieuw naar de lodge.
Het is nog vroeg en wij gaan lekker op het bankstel in de lobby zitten. Rina leest wat op haar e-reader en ik kijk mensen, altijd leuk. Er zitten meer mensen te wachten tot het restaurant van de lodge om 5 uur open gaat. Als wij een tafeltje toegewezen hebben gekregen, nemen wij beide weer een heerlijke salade, en ook vandaag smaakt het ons weer voortreffelijk. Rina drinkt er water bij (smaakt hier goed) en ik weer een glas ijsthee. De bediening is vlot.
Als wij terug zijn bij onze cabin is het nog steeds heerlijk weer, 24 graden C. Als ik voor de cabin buiten mijn zwarte, door het stof grijs geworden, hoge wandelschoenen zit schoon te maken, komt de beheerder de grote potten met planten bij de cabins water geven met een gieter. Hij vertelt dat hij een stel boomtakken van de berk naast onze cabin heeft weggesnoeid. Het was mij bij thuiskomst al opgevallen. Ik bedank hem hartelijk.
Wildlife: chipmunks, herten
Het weer: zonnig, tot 26 graden Celsius
Vandaag gereden: 65 mijl
Cabin: Bryce Country Cabins
Geschreven door Menrbijtjes