Onze trouwdag, 45 jaar al weer.
Na het ontbijt gaan wij op pad naar La Roque Saint-Christophe, een Troglodietenvesting en -stad.
In een toeristenfolder kwamen wij dit tegen en hadden er nog nooit van gehoord, zowel niet van de bezienswaardigheid, als van het woord. Dus ik heb even opgezocht wat dit woord betekent:
Troglodiet - zelfstandignaamwoord: 1. een mens die in grotten (of holen) leeft ♢ Troglodieten woonden in grotten. 2. een dom, bruut persoon ♢ Wat is hij een ongelofelijke troglodiet. Woordherkomst: afgeleid via het Latijnse trōglodyta.
Met een lengte van 1 kilometer en een hoogte van meer dan 80 meter vormt La Roque Saint-Christophe de grootste verzameling historische holwoningen van Europa in 5 etages met meer dan 100 schuilplaatsen. Duizenden jaren geleden was deze rots tot een woongebied omgebouwd. Deze klif deed al dienst als schuilplaats voor onder andere de neanderthaler (50.000 jaar voor Christus) en later ook door andere volkeren. De grootste periode van bewoning was in de Middeleeuwen, vanaf de 10de eeuw besloot een bisschop er een vesting van te bouwen, om het volk te beschermen tegen de invasies van de Vikingen.
Om deze bezienswaardigheid te bereiken rijden wij in circa een uur daar naar toe via D-wegen. Ook deze route leidt ons weer door een prachtig landschap.
Het grappige is dat de door Google Maps berekende afstand van ons vakantiepark tot aan de rots dezelfde 58 kilometer bedraagt, als gisteren onze rit naar de plaats Cahors.
De laatste paar kilometer gaat over een heel smalle weg, waar wij hopen geen tegenliggers tegen te komen, en dat gebeurt gelukkig ook niet. Onze navigatie heeft ons via deze route gestuurd. Blijkbaar kan men er ook via een andere weg komen, want op het parkeerterrein staan best wel veel auto's en die zijn vast niet allemaal langs deze smalle weg gekomen. Die andere toegangsweg nemen wij later op de dag, als wij hier weer weggaan. Bij het parkeerterrein is een restaurantje met terras, dat idyllisch aan een klein vijvertje ligt, en er zijn, heel belangrijk, toiletten.
Dan is er een korte klim via een goed begaanbaar pad tegen de rotswand op en komen wij bij de entree en kaartverkoop, annex souvenirwinkel. Het rotsplateau dat toegankelijk is voor bezoekers is helemaal afgezet met een hekwerk, zodat men niet van 40 meter hoogte van de rotswand af kan tuimelen. Onder de rots loopt een weg en nagenoeg evenwijdig daaraan stroomt de rivier de Vézère. Op deze rivier hebben wij van bovenaf goed zicht, er wordt druk op gekanood. Er is een prachtig panorama over de Vézère vallei.
De route over de rotswand is goed aangegeven en is voorzien van displays met informatie. Bij de entree hebben wij trouwens een folder met uitleg in het Nederlands gekregen. Zo zien wij plekken als de stal, het abattoir, de droog- en rookkamer (om voedsel te conserveren en vleeswaren te roken), de kerk, de smidse, de wapenkamer, en er staan een aantal reconstructies van houten bouw- en hijsmachines. Ook staan er twee maquettes, die een goed beeld geven hoe het er hier destijds heeft uitgezien.
Het bezoek is bijzonder interessant en waardevol.
Na dit bezoek rijden wij naar het in de buurt gelegen plaatsje Les Eyzies-de-Tayac-Sireuil, ook wel bekend als Les Eyzies. Dit plaatsje staat bekend als een van de mooiste dorpjes in het departement Dordogne. Deze plek wordt al vanuit de oudheid bewoond. Evenals elders in de Dordogne waren de omstandigheden dermate goed, dat de prehistorische mens goed kon overleven in dit gebied. In de nabije omgeving van Les Eyzies zijn dan ook vele prehistorische grotten te vinden. Vanwege haar ligging, temidden van al deze bezienswaardigheden, wordt Les Eyzies ook wel de wereldhoofdstad van de Prehistorie genoemd.
Het plaatsje ligt aan de voet van hoge kalkrotsen. Aan de voet van deze kalkrotsen bevonden zich holten, die door de prehistorische mensen gebruikt werden als woning. Het huidige plaatsje heeft prachtige oude straatjes en gebouwen en is wereldberoemd. Het plaatsje zelf heeft niet heel veel inwoners, maar vanwege de vele prehistorische bezienswaardigheden in de nabije omgeving, wordt het plaatsje jaarlijks door miljoenen mensen bezocht.
Nu wij er zijn is het absoluut niet druk. Her en der zien wij een aantal restaurants en souvenirwinkeltjes. In een bezoek aan het prehistorisch museum hebben wij geen zin. Wij lopen door het plaatsje heen, zien uitstekende rotsen en tegen de rotswand gereconstrueerde rotswoningen. Bovendien eten wij op een terras een broodje ham-kaas en later smikkelen wij een heerlijk, verkoelend ijsje op. De temperatuur is 26 graden en loopt later op tot 29 graden C.
Wij rijden terug naar Souillac, doen een paar boodschappen en rijden naar huis.
Wij doen snel onze badkleding aan en lopen naar het zwembad. Buiten ons is er niemand. Het water is nog steeds erg koud, maar het frist ons lekker op.
Later drinken wij op ons terras een wijntje en, in verband met de late lunch, nemen wij een kleine maaltijd.
Wij kijken vanaf ons terras in oostelijke richting en zien tussen de huizen door een stukje van de vallei, waar het landschap en de hemel aan de horizon door de ondergaande zon steeds donkerder worden in diverse pasteltinten, zoals donkerblauw, roze en lila, die langzaam overgaan in duisternis.
De maan schuift achter het dak van het huis voor ons te voorschijn tot hij volrond is. Zo snel als dat gaat!
De dagen gaan snel.
Vandaag heeft de beheerder keurig de defecte lampen en douchestang gerepareerd. En mieren zijn wij binnen gelukkig niet meer tegengekomen.
Vandaag hebben wij 126 kilometer gereden.
Het weer: zon en 16 tot 29 graden Celsius.
Verblijf: vakantiepark Domaine de Lanzac.
Geschreven door Menrbijtjes