Even de dag van gisteren ‘inhalen’

India, Alappuzha

Ik loop momenteel een dag achter met het blog. Maar sowieso ben ik de dagen, de tijd ‘kwijt’. Hetgeen een zalig gevoel geeft. Dat is toch hét teken, dat je los hebt gelaten!?! Het voelt vrij.

Maar dan weer niet zó vrij, dat ik deze dag niet alsnog ga neerschrijven. Of beter gezegd, ga kopiëren. Want, het verhaal ís al geschreven. Op mijn telefoon. Ik hoef het maar, via Airdrop in de Pindat over te nemen.
Maar dan wel de taalfouten er nog even uithalen. Of eigenlijk zijn het vaak tikfouten. Ik weet niet of het aan de leeftijd ligt (hoe kríjgt ‘de jeugd’ het toch voor elkaar zo snel te appen?). Ik zit constant met mijn (toch niet al te dikke) vingers, op de verkeerde ‘toetsen’, of gebruik (in de snelligheid) geen spatie. Waardoor woorden zich aan elkaar rijgen. Die ik dan achteraf weer ‘moet’ verbeteren. Waardoor uiteindelijk het allemaal juist meer tijd kost.
Maar goed. Het is een luxe dat ‘dit’ gewoon allemaal kon. Zelfs ‘on the road’.
Door de mobiele (juist) telefoon. En het internet.
Een jaar of 10 (?) geleden, moest je nog een internet cafeetje zien te vinden. En dan ging ik ook nog altijd op zoek naar het goedkoopste. Of ik mocht even snel op de pc van het hostel. En dan hád je je mail vaak bij klaar, dan kwam er opeens een powercut. Werd het beeldscherm zwart. En was je alles kwijt.
Het lukt me nóg, het gevoel naar boven te krijgen dat ik op zo’n moment hád . Vooral het gevoel, dat het je nooit zou lukken, een verhaal dat je uit je hart schrijft, weer opnieuw zó op ‘papier’ te krijgen.

Die tijd ligt achter ons. Ik weet niet of het nu altijd beter is. Maar ik profiteer optimaal van de mogelijkheden die ik nu heb. Hoewel ik (daar ben ik me ten zeerste van bewust), nog heel veel handigheidjes op computergebied niét in mijn vingers heb. Maar dat heeft dan wel weer z’n charme, zullen we maar zeggen.

Maar goed, terug naar gisteren.

Ik sta vroeg op, om nog in het donker de weg naar het station te lopen. Het is dan 05.45 uur. Deze 2.6 kilometer lopen evenwijdig aan het strand.
De eerste vissers lopen, met hun netten aan een stok hangend, naar het strand.
Op het strand staan al heel wat mannen aan de waterkant, richting de zee te staren.
De kraaien krassen erop los. Een haan kraait. De honden zijn rustig, slapen nog. Het wordt langzaam licht.
Een tuctuc rijdt me snel voorbij. Die ziet aan mijn tempo, mijn resolute pas, dat ik toch niet in zal stappen. Morgen, als ik naar Kochi zal gaan. Met al mij bagage, neem ikwelbeen tuctuc,
Er komen me twee snelwandelaars tegemoet. De temperatuur is nu nog aangenaam.
De lucht boven zee kleurt langzaam rose.
Het is sowieso leuk, dit stukje Alappuzah ook even te zien.
Het ademt toch een andere sfeer uit. Meer op het smmusent gerocht, er staan ook kraampjes o het strand. Nu nog gesloten.
Ik moet wachten voor een gesloten overweg. Het is ern lange trein die net Alappuzha uit rijdt.
De treinrit, ongeveer 208 kilometer, waar ie ruim 2 uur (ik heb niet de snelste trein) over zal doen, kost me 55 roepies (0,60 euro).
Daar kan Nederland nog wat van leren.
De trein komt dan wel een kwartier te laat. Dat zal nog wel wat ingehaald worden op dit traject.
Wat in India ook nog kan. Gewoon even, waar dan ook, zelfs op het station, het spoor oversteken.

Na een half uur, stapt een gezin met oma in. Oma, behoorlijk corpulent ploft letterlijk naast me neer. Haar lijf tegen me aan. Ik héb nog wel een 10 cm ruimte aan de kant van het raam. Maar dat geef ik toch mooi niet prijs.
Zelfs niet als kleinzoon op haar schoot komt hangen. En uiteindelijk al slapend, met zijn hoofd op míjn schoot terechtkomt.

Ik probeer ook nog wat te gaan slapen. Het was weer een van de kortere nachten.
Ik zit in de gewone klasse. De banken zijn hard. Ik voel het aan mijn kont. Maar dit waarschijnlijk meer te maken met het feit dat ik gisteren aan de linkerkant van de boot zat. En met roeien links kracht heb moeten zetten. Daarbij mijn lichaam alhier in het primitieve bankje heb gedrukt.

Ik zal bij aankomst op het station Varkala eerst even informeren hoe laat treinen weer terug naar Alappuzha gaan. Online zag ik maar twee treinen in de middag/avond. Waarvan de vroegste om 18 uur. Dat kan ik me niet goed voorstellen.
Ik zou liever ergens rond 16 uur weer terug gaan. Dan kan ik in Alappuzah eten. En, ik zal ook mijn rugzak nog moeten inpakken. Hoewel ik morgen niet heel vroeg weg moet. Ik heb de tijd aan mezelf. Kochi ligt maar een uurtje treinen van Alappuzah af. Dat is even lekker, voor ‘n keertje.
Anderzijds. De trein komt niet in Kochi centrum zélf aan, maar in Ernakulam Junction. Het business district van Kochi.
Va daaruit zal het nog km zijn naar mijn guesthouse.

Ik kom uiteindelijk 29 minuten later dan gepland in Varkala aan.
De eerste mogelijkheid om met de trein terug te gaan, is inderdaad pas om 18 uur.
Ik kan altijd nog de bus nemen, als ik echt eerder weg wil.

Maar vooralsnog gaat mijn dag hier net beginnen. Ik voel echt dat als ik bij zo’n nieuwe bestemming uit stap bij het station, dat mijn bloed en energie harder beginnen te stromen.
Het is al tijd mijn pet op te zetten.
Ik loop door een villa wijk. Er hangen zelfs bewakings camera’s op. Een tuinman is ergens aan het snoeien in de tuin. Ik zie grote naamborden: advocate, doctor (gespecialiseerd in allergieën), professor.
Ik had nochtans ergens wild willen gaan plassen. Hier maar even niet.

Ik heb enkele malen een op ‘n muur geschilderde Lotusbloem gefotografeerd. Puur omdat ik het zo’n mooi beeld vind. Ik krijg nu het idee, in combinatie met de text (hoewel Hindoe), dat het politiek getint is.

Bij toeval kom ik bij een tempel uit, die ik gepland had. Da’s even handig. Het is gewoon op weg naar het strand.
Ik passeer een groot ommuurd veld met een enorme hoeveelheid Afrikaantjes (in India Gendha genoemd). Ik vroeg me al vaker af waar deze, gebruikt in religieuze slingers en andere offerandes, toch vandaan kwamen? Zo’n massa’s bloemetjes. Het lukt me net, over de muur heen even een foto te maken.

Het is hier super rustig.
Waar ik eigenlijk al de hele tijd onbewust op zat te wachten, gebeurt opeens. Een fel aanslaande hond. Mijn ene hand gaat al richting Dazer. Maar hij zit aan een ketting.
Ik hou de Dazer bij/in de hand. Want rijkdom en bewaking gaan hand in hand. Ik ‘bewaak’ mezelf.
Ik heb de Dazer trouwens nog niet op apen uitgeprobeerd. Vreemd eigenlijk.

De villa’s worden allengs groter. De afstand tot de zee kleiner. Spannend. Het moet er erg mooi zijn.

Varkala staat bekend om zijn kliffen langs de kust. Waar een natuurlijk bron uit ontspringt. Deze zou een geneeskundige kracht hebben. Maar gelovigen hebben ook de overtuiging dat een bad in dit Heilige water, de zee, hun lichaam zal bevrijden van ziektes. En hun ziel van zonden.
Varkala wordt veel door pelgrims bezocht.

Ook de 2000 jaar oude Janardhana Swamy tempel gewijd aan Lord, zou deze eigenschappen hebben.

Ik vind bij de tempel iets, dat ik in deze vorm nooit eerder zag. Een oude boom, waaraan honderden (meest zacht plastic) poppetjes hangen. Mensen staan er even stil en bidden er. Ik vraag iemand naar de betekenis hiervan.
Bij de geboorte van een kind (of mogelijk ook nog wel later) hangen mensen hier symbolisch een poppetje neer. Hiermee zou het kindje beschermd worden tegen onheil en negativiteit.
Om de zoveel minuten klinkt er een harde knal. Dit zou ook het kwaad tegen houden.

Voordat mannen, de hoofd gebedsruimte in gaan, ontbloten ze hun bovenlijf.
Er klinkt getrommel, belletjes luiden. Trompetgeschal (of iets in die trant) klinkt.
Buiten staat een man met een citar.
Een totaal andere sfeer dan dat ik eerder meegemaakt heb. Maar zeer devoot.
Ik voel me er stil, maar ook een beetje een vreemde eend in de bijt. Ik trek me stilletjes terug.

Op het strand is het net vloed. De weg naar de kliffen zal nu mogelijk moeilijk worden. Ik probeer het via een ander, hoger gelegen pad.
Ik passeer een man, die een parkiet op een kistje heeft zitten. Dit heb ik wél ooit ‘ns gezien (héél vaag kan ik me zelfs herinneren dat er in mijn studietijd, ooit een man met een vogeltje en kaartjes bij de Hema zat; of heb ik dit gedroomd??).
De parkiet trekt dan uit een stapel kaartjes joúw kaartje. Met een ‘boodschap’ hierop geschreven, speciaal voor jou bestemd.
Voor 100 roepies kun je dit hier laten doen.
Ik vind het nu nóg leuker dat ik de plastic parkieten gekocht heb.

Het wordt trappen klimmen. De schoenen, die ik net nog aan mijn schoudertas geknoopt had, doe ik maar weer aan.
Hier zweven ook weer roofvogels rond. Heel veel zelfs. Het zijn ‘eagles’. Toch mooi om even zeker te weten.

Er hangen borden met:’unstable cliffs’, en ‘Cliff edge’. En wat dóet Yvonne dan? Dan houdt ze zich in dit geval keurig aan de voorschriften. Ik heb met name Janneke (en Peter natuurlijk) beloofd voorzichtig te zijn . Speciaal in dit soort situaties. Om niet omwille van een selfie naar beneden te storten!?!
De zee is vrij ruw.

Bovenop de klif loopt een wandelpad. Het is er erg commercieel (uitgebaat). Veel trendy restaurantjes en winkeltjes. En Ayurveda massage’s en Detox package. En Stress management and Relaxation Programs.
En, er is nog hoop. Ook een Geriatric Package and a Rejuvenation and Slimming Program (dat laatste is echt niet nodig met al het gewandel en gezonde eten).
Maar het geheel heeft hoe dan ook een leuke sfeer. Alleen, hoer opeens relatief véél toeristen. Dan vind ik Alappuzha stiekem in mijn hart leuker,

Maar, hier heeft menige shop heerlijke wierook aan. En het breken van de golven op de rode kliffen is mooi te horen. Er gaat zowel kracht als rust vanuit.
De kleur van de zee is werkelijk azuur blauw.
Af en toe zie je de schaduwen van de adelaars over het strand.

Indiërs staan wat in de branding te springen op het stukje strand áchter de klif. Er ligt één Europese vrouw op een grote badhanddoek in de zon te bakken.
Ik heb mijn lange jurk aan.

Ik ga proberen rond 14.30 uur een bus terug te krijgen. Ik eet van te voren in Varkala een portie lekker pittige, vegetarische Momo’s.
Dan loop ik terug naar het station, waar volgens mij ook de bussen staan.
Het begint te betrekken. Maar, het blijft bij wat gerommel en een paar druppels.

Er was me in de ochtend verteld dat ik met een bus terug kon naar Alappuzah.
Mooi niet.
Op zo’n moment is het zó fijn online te kunnen. Ik zoek een combinatie van treinen, waarvan de tweede wél een beetje op tijd terug is in Alappuzah.
Eerst die van Varkala naar Kolam. Dan van daaruit ruim anderhalf uur door naar Alappuzah.
Dus, met wat kunst en vliegwerk hoop ik er toch te komen. Bovendien kom ik dan op weg van station (ik neem deels een tuctuc, als de weg waar het erg donker is, te stil wordt), naar mijn hostel langs mijn restaurant. Kan ik hier direct weer wat fruit nemen.

Maar eerst moet ik de rit nog maken.
Ik kan ín de trein, waar ik moet staan, de route volgen op mijn telefoon. Zodat ik én weet óf we wel naar Kollam gaan. Én wanneer we aankomen.
In Kollam heb ik anderhalf uur. Ik pin wat geld voor de zekerheid. En loop tegen een ontzettend leuk ‘wagenpark’ aan. Het lijken wel circuswagens. Mogelijk zíjn het dat ook. Maar de mensen die er aan’t sleutelen zijn, spreken geen engels. Ze laten me lekker mijn gang gaan. Wat een kleurrijk geheel. Het spat ervan af.
De tweede trein is enorm vol. Dat merk ik al als ik, toch heus heel vroeg, aan kom op het station.
Het perron staat al flink vol. Ik laat mijn kaartje zien, zodat iemand me kan aangeven wáár te staan. Want plekken op het perron corresponderen met coupés.
Volgens mij zit ik uiteindelijk toch nog fout. Het is toch een soort sleeper wagon. Deels volgepropte banken. Er kan werkelijk niemand meer bij. Op de bedden is her en der wel nog plek. Maar die zijn gereserveerd.
Een koppeltje is bereid mij bij hen op de bank te nemen. Ik ben zó blij. Ik ben behoorlijk moe. En om nu in die meute te gaan staan!?
Omdat ik een beetje afga op de tijd, wil ik bijna een halte te vroeg uitstappen. Blijkbaar is de trein, die toch goed door reed, toch een kwartier te laat. Dat laatste kwartier sta ik dan wél ín de mensenmassa. Om geen ‘paniek’ te laten opkomen, ga ik bewust, staande, wat foto’s uitzoeken. Zelfs bewerken. Ik maak ook nog wat foto’s. Dit is zonder beeld niet uit te leggen.
Net zodat het niet uit te leggen is, dat er hier nog door Jan en Alleman, gewoon over het spoor gelopen/overgestoken wordt. Levens gevaarlijk, dat kan een kind nog bedenken. Maar het gebéurt, zelfs als de trein al aan komt rijden.
Ze zijn er natuurlijk van jongs af aan mee opgegroeid. Zullen het wel redelijk kunnen in schatten. Maar dan nog. Wat een wereld. Soms.

Ik moet me dwingen om niet in slaap te vallen bij het uploaden van de foto’s bij ‘het verhaal’. Gelukkig werkt het internet goed. Dus áls het eenmaal loopt, dan loopt het.
Jullie kunnen je voorstellen dat ik héél goed geslapen heb vannacht.
Ik word ook weer voor de wekker wakker.
Ik ga de kleding die ik gisterenavond nog snel gewassen had, nog even boven op de rooftop in het zonnetje ophangen.
En ik begin met het inpakken van de grote bacpack.
Maar ik ga ook om 08.30 uur lekker wat zwemmen ‘voor de deur’. Als ik mijn badpak in de badkamer aan ga trekken, springt er een grote pad voor mijn voeten weg. Hij duikt weg in het (waarschijnlijk zelfde) gat, als waardoor hij binnen is gekomen.
Hoewel ik aan de kust zal blijven, de laatste tien dagen, geloof ik niet dat ik bij de komende hostels nog zó dicht op het strand zal zitten. Nog even van genieten.
Het zonnetje schijnt ook uitbundig.

Het hostel ligt aan een doodlopend weggetje. Het eindigt met een kanaaltje. Aan het begin, is dit eerder een ondiepe geul. Ik waad er doorheen om verder te kunnen lopen op het strand, dat uiteraard door gaat aan de andere kant. In de hoop dat de vloed de geul voor dadelijk niet te diep maakt, om nog terug te komen
Er zijn meer grotere boten op de zee, dan dat ik eerder zag. Andere dagen was ik rond deze tijd ook vaak al weg.
Hier nu óók arenden boven het strand, vlakbij zelfs. Op hun vlucht scheren ze over het water en pikken waarschijnlijk kleine visjes op.

Zo bijzonder hier zo dicht op te mogen staan. Om ze haast aan te kunnen raken.
En nu ook goed hun witte kop te kunnen zien, van zo dichtbij.
Je ziet ze echt zweven op de thermiek.
En net zo snel als de groep van een arend of 15 er wás, zijn ze opeens ook weer weg. Ze trekken zich terug, een stukje het binnenland in.
Wat rest is het gekras van de kraaien.
Ik was op het juiste moment op de juiste plaats.

Ook, als ik een groep vissers net op dit moment, hun wat grotere, kleurrijke boot op het droge zie trekken.
Dit geeft mij (zonder woorden eraan te verspillen) gelegenheid er met mijn systeemcamera omheen te ‘dansen’.
De zon verdwijnt soms achter eeen wolk, piept er dan weer achter uit.
Zo prachtig, de ruwe, doorleefde gezichten van de vissers. De donkere koppen van de Zuid-indiase bevolking. Maar eigenlijk is er wel een mix van huidtinten, valt me opeens op. Net zoals jong en oud deel uit maakt van de groep.
Het is op een bepaalde manier spannend, omdat je weet dat dit je de kans geeft mooie foto’s te maken, maar tegelijkertijd ook zo ontspannend. Ik ben zo enorm in mijn element.
Tot opeens het alarm op mijn telefoon gaat. Ik zal richting t hostel moeten gaan lopen. De was nog binnen halen.
Zoals de vissers hun netten binnen haalden. Ieder zijn ding.

Ik ben toch in mijn enthousiasme wat verder afgedwaald dan ik dacht. Ik moet nog een heel stuk terug lopen.
De geul is gelukkig niet dieper volgelopen met water. Hij is dus goed doorwaadbaar.

Er staan zowaar wat vrouwen op het strand.
Een familie? Indiase toerisren, lijkt me. Ze hebben muziek op hun telefoon en staan spontaan te dansen. Je kunt op heel veel manieren dansen tijdens je vakantie.

Ik begin net de electriciteitsknoppen in mijn kamer wat in de gaten te krijgen. Wat is aan, wat is uit. Wat is voor wat: licht, fan, airco.
Ik weet net om te gaan met de klemmende deur en met de grote, stroeve schuif om mijn deur te sluiten. Ik onthoud net dat het hangslot onlogisch open en dicht gaat.
En dan moet ik alweer gaan.
Dit was een erg fijne plek! Een bijzondere, authentieke plek, met een vleugje hippie sfeer. En vooral met zeer gastvrije mensen.

In het hostel, spoel ik mijn benen nog snel ff af. Het zwarte zand ervan af. Ook mijn slippers houd ik nog snel onder de kraan. Die drogen nog net in het zonnetje.
Ashkar, de eigenaar van de homestay, vraagt me nog eens een goede recentie bij Booking.com te schrijven.
Hij bestelt een tuctuc voor me.
Als de tuctuc driver opeens hoger in de prijs gaat zitten dan dat Ashkar zei, komt er wel even een discussie in de Tuctuc. Maar ik wil het niet op de spits drijven. Ik wil op een fijne manier weg

Hopelijk is er wat ruimte in de trein. Het lijkt me een gunstig tijdstip zo tussen de middag.
Ik neem een (blijkbaar) iets duurder ticket. Waardoor ik toch meer kans heb op een zitplaats. In een 6-zitter.

Het was even moeilijk afscheid te nemen. Iets moeilijker dan ‘normaal’. Het was ook gewoon een heel bijzonder plekje.
Hoewel ik achteraf nóg veel op mezelf geweest ben. Was er altijd een bekend gezicht. Iemand die even ‘hallo’ zei. Of even naar je dag informeerde. En uiteraard andersom.
Het had een speciale atmosfeer. Er híng ook echt ‘peace’. Hoe soft dat misschien ook mag klinken.
Voor hen ben je een passant. Zo gaat het voor hen iedere dag/paar dagen. Mensen komen en gaan. Sommige op doorreis. Sommige blijven wat langer hangen.
Ik had zeker ook nog wel een dag langer willen blijven. Zeker. Was de dag gisteren dan achteraf een verkeerde zet?
Neen, zeker niét. Het was absoluut de moeite waard.

Het op wég zijn, nieuwe dingen ontdekken, geeft weer ándere energie. Andere inzichten. En bij ‘thuiskomst’ op je vertrouwde stekje weet je dan ook direct:’ ik had niet op zo’n echte, door toeristen ingenomen plek in een guesthouse willen verblijven.
Dit was de ultieme balans tussen authentiek met een miniem sausje Westers.
Ik hoorde Ashkar vanochtend trouwens tegen mijn Nepalese buurvrouw zeggen, dat hij ook al vaker in hostels in Thailand en Bali had gewerkt. Dat hij oorspronkelijk uit Sri Lanka komt. En dit Guesthouse nu een dik jaar runt. Hij lijkt er helemaal op de plek. Maar volgens mij, is hij ook wel een globetrotter, die uiteindelijk weer elders zijn geluk zal gaan beproeven.
Mijn geluk ligt, ondanks mijn eeuwige drang om ‘weg’ te ‘moeten’, in iedere geval bij Peter. In Maastricht.
En bij de kleine kring van familie om me heen. Ik vind het ook heel fijn, sinds het verhuizen van pa, wat meer contact met zus Ellen te hebben. Het/ze is me dierbaar.

Ik ben goed op tijd bij het station.
Ik tik nog wat aan mijn verhaal.
Uiteraard neem ik ook het ‘leven’ letterlijk en figuurlijk, op het platform in me op. Er is veel bedrijvigheid en veel lawaai.

Ik vind een vrouw die ook naar Kochi gaat en engels spreekt. Ze gaat mme de coupé wijzen. Het lukt me nog net niet het systeem helemáál te doorgronden. Het gaat in ieder geval van voor naar achteren, van luxe wagons naar steeds minder luxe. Maar juist het gebied tussen een eenvoudige sleeper en de klassen erna, is me nog onduidelijk.
Vlak van te voren komt de vrouw zeggen, dat ik tóch in een andere coupé moet. Zij heeft AC. Ik niet.
Er staat een groepje tienermeiden. Die hebben wel mijn klasse. Ik ga ze gewoon even volgen.

De trein vertrekt om 12.57. Een mooie tijd om te reizen. Zowel wat betreft (minder) drukte (hoop ik dán nog), als ook omdat je dan nog vroeg in de middag aan komt. Nog een soort bonus middagje hebt om alvast op de nieuwe plek te landen. Te acclimatiseren.
Ik zal maar 2 nachten in Kochi zijn. Eigenlijk maar één volle dag.

Mijn hoop dat de trein rustig zou zijn, blijkt ijdele hoop.

Er wordt wel eens een  vergelijking gemaakt tussen een Indiase trein (de lagere klassen) en een veewagen. 
Voor ik begin wil ik even verduidelijken, dat je in India je treinkaartjes/plaatsen vaak ver van te voren moet reserveren. Voor de verre reizen, de verre afstanden heb ik dit dus ook écht vroeg gedaan. 
Als je op de laatste dag(en) een kaartje wilt kopen, vis je als je een bepaalde klasse wil, vaak achter het net (daar hébben we ‘het net’ weer).
Voor alle drie de ritten, die  ik nu nog ga maken, héb ik de boekingen al gemaakt.
Dus het ‘circus’ van vandaag hoef ik niet nóg eens mee te maken. En naar het vliegveld zal ik helemaal verstandig zijn en een taxi nemen. 
Maar, hier komt de maar: het was wel een héle belevenis, ervaring. Ik had het tóch niet willen missen. 

Dit was even de intro. Nu volgt mijn reiservaring van vandaag: 

Wat ik de volgende minuten mee maak, heb ik nog niet eerder aan den lijve mee gemaakt. Ik ren met het groepje meiden (met al mijn bagage)  zover mogelijk naar de achterste wagons. Ik doe maar gewoon wat zij ook doen. 
Als we voor een deur staan, die opent (een aantal blijft dicht), moeten we eerst nog een tijd wachten op de  uitstappende mensen. Het zijn er veel, dus ik denk (lijkt me toch logisch): ‘dan komt er ook veel plek vrij’. 
Maar op een of andere manier lijkt de trein nog overvol. Mensen wringen zich naar binnen. Uiteraard gepaard  gaand met ellebogen werk. 

Een conducteur loopt ‘blaffend’ mensen naar binnen te commanderen. En, hij heeft en gebruikt zelfs een soort wapenstok. 
Dit is écht mensen naar binnen drijven. 
In 11 keer India maak ik deze extremiteit, waar je wel altijd over leest, écht zelf voor het eerst mee. 
Ik besluit direct om niet de coupés in te gaan. Dan hoef ik me hier straks ook niet uit te worstelen. 
En in het tussenstuk krijg je letterlijk, met twee tegenover elkaar openstaande deuren, meer lucht. 

Ik vrees dat ik met mijn bagage, echt wel méér plek inneem, dan veel van de anderen. Maar het wordt geaccepteerd. Mijn rugzak staat tegen de achterwand van de coupé. Hierbovenop mijn tas met souveniers. Mijn fototas, hoe slim, heb ik met de draagriem aan de stang boven ons hoofd gehangen. Die bungelt eerst wat in het luchtledige. Maar kan ik uiteindelijk boven de andere twee tassen laten rusten. Ik neem dus feitelijk de plek van twee mensen in . Zelf hang ik tegen de stapel bagage aan.
Ik snap werkelijk niet, waar de meerwaarde van dat beloofde iets luxere kaartje uit bestond. 
Maar, je gelooft het niet, ik houd mijn telefoon omhoog, die laat ik steunen op mijn fototas.
Ik type in deze houding gewoon verder aan mijn verhaal. Ook wel om de indrukken van deze toch wel bizarre situatie wat op z’n plek te krijgen. 

Ik heb mijn linkerbeen gestrekt om mezelf op de plek te houden. Mijn rechterbeen hangt wat los om de backpack heen. Om deze niet om te laten vallen. 
Aan een hand heb ik de handvatten vd ‘souvenirtas’ vast én tegelijkertijd de riem  van mijn schoudertas, die hier ingestopt zit.
En dat bijna anderhalf uur lang. 
Want ik denk:’ ik ga geen kat op het spek binden’. Ik bewaak toch wel heel goed mijn spullen. 
Af en toe trek ik de stapel, vooral de rugzak weer wat recht. Soms houd ik me ook even aan de stang vast. 
Wat een reis. 
Nog extremer dan gisteren. 
De komende ritten  héb ik (achteraf gelukkig) al vooruit geboekt. Eerst schaamde ik me een beetje, dat ik hierin gekozen had voor de iets luxere klasse. 
Dat is me eigenlijk een beetje de eer te na. 
Nu kan ik er alleen blij om zijn. 

Bij de eerste stop blijf ik stokstijf staan. Ik ga mijn veroverde ruimte niet prijs geven.Toch lijken er hier meer mensen uit te gaan, dan dat er binnen komen. 
Er ontstaat iets meer ruimte. 
Het oudere mannetje naast me, met een  grijze snor en baardje, kijkt me soms aan met een blik: ’volhouden, we zitten in dezelfde positie’. Alleen hij wéét niet beter. 
Ik voel soms zijn handen. Niet op n vervelende manier. Die man moet zich ook overeind zien te houden. Hij helpt me ook wel met t tegenhouden van mn stapel aan de andere kant. 
Ik ben wel blij dat ik mijn monybelt met paspoort en pasjes, onder mijn kleding draag. Daar hoef ik me geen zorgen om te maken. Ik zie ‘het mannetje’ met zijn vingers mijn vliegtuig-hoofdkussentje, dat aan mijn fototas hangt, en dat gevuld is met wat onderzoeken. Het voelt ook vreemd, grappig aan. 
Af en toe prevelt hij wat tegen me. 
Ook hij heeft vanavond thuis iets te vertellen: ik stónd me toch vandaag in de trein naast n gekke, blanke vrouw. Ze was zo absurd. Die vrouw tikte constant op haar telefoon , die ze boven zich in de lucht hield’.  Ik heb mijn telefoon aan een koord om mijn nek. Ook een zegen dat ik dat bij me heb. Soms stop ik mijn telefoon voor de zekerheid in mijn bh. 

Dit is gelukkig relatief een korte trit. Een anderhalf uur. De ritten  die nog komen gaan, worden weer langer. 
De laatste rit naar Mumbai, is zelfs 1100 kilometer lang. Dat wordt weer een nachttrein. Een sleeper. 

Eigenlijk zijn we er uuteindelijk nog best snel. Op een gegeven moment kijk ik op Maps.Me: Kochi is dan nog (maar) 18 km. De volgende keer dat ik kijk nog maar 10.
En opeens sta ik weer buiten, op het perron. 
Ik moet echt even bijkomen. Ik  neem me hier echt de tijd voor.  
Maar ik héb alles nog, zo op het eerste gezicht. In iedere geval de meest belangrijke zaken. Zoal paspoort, pasjes, mobiel, fototoestel en zo. 
Wat snak ik nú naar een koud flesje cola. Maar ik héb alleen een fles pislauw water.

Ik drink een halve fles water achter elkaar leeg en ga dan pas de rugzak op mijn rug hijsen. 
Op zoek naar n tuctuc. 
De homestayis nog wel een stukje van het station af. Als ik het adres van de homestay in toets, blijkt het zelfs nog 12 km. 
Het ligt dan wel weer dichtbij waar het zich allemaal afspeelt, in Kochi. 
Een bus erna toe is mogelijk. Die zou 12 roepies kosten. 
Ik haf vooraf even bij het hostel geïnformeerd. Maar met mijn bagage zou dat een herhaling van zetten worden. 
Ik doe me dit toch heus allemaal zelf aan. Met al mijn bagage. 
Het is en blijft fascinerend, de taferelen op een Indiaasvstation. 
Mensen die last minute nog langs de trein rennen. Kán er nog iemand bij?!?
De linnenkamer.  De Parcel Office. 
De karren met grote juten zakken. De stapels houten kisten.  Dan heb ík nog weinig bagage, als je dat ziet. 
 Hoewel, dit kan écht niet meer. Hoeveel ik mee sjouw. Hoe krijg ik het toch telkens voor elkaar. 
Dit zeg ik op diverse vlakken, vaak tegen mezelf. Hoe kríjg ik het voor mekaar!?!

Ik maak nog foto’s op het station en schrijf, mét de grote rugzak op mijn rug, weer verder aan mijn verhaal. 
Er zou zó een documentaire over me gemaakt konden worden. De reizende reporter. Iets zoals Floortje Dessing, maar nóg wat meer basic. Want, geloof me. Met alle respect en bewondering voor Floortje. Ze is mijn idool. Maar, ze reist heus op haar reizen in een normále trein/coupé. 
En ik heb twee jaar geleden, toen ik haar met haar filmploeg tegen kwam in de woestijn in Pushkar, met eigen ogen gezien dat ze met een toch redelijke luxe jeep bij de woestijn afgezet werd. 
Waar ik toen al was. Met n tuctuc. 

Ik zal ‘ns bij de NPO informeren. Hoewel, die komen met een camera, zelfs met ‘n handy, zo’n trein niet eens ín. 
Uiteindelijk loop ik, vast als laatste van onze trein, van het perron af. Kochi in. 

Alsof je over de duivel spreekt. Opeens zie ik buiten een groep mensen. Én een cameraman. Mét handy.  Er blijkt een Strike van de tuctuc drivers. Als protest tegen de slechte betaling. 
Er blijkt in Kochi bij het station, een prepaid betaalsysteem te bestaan. Zowel voor taxi’s, als voor tuctuc’s. 
Een paar meter van het station af, kun je dan weer een niet-georganiseerde tuctuc driver zoeken. Wat ik natuurlijk doe. 

Er is een driver, die zich toch gewoon aanbiedt. Volgens mij wordt dit door de collega’s die staken niet gewaardeerd. Dat hij niet solidair is. Ik zie boze gezichten. Er wordt. weliswaar vrij rustig, naar hem geroepen. Ik sta er als derde partij. Wat moét ik?!?
Natuurlijk had ík me solidair kunnen verklaren. Maar eigenlijk bedenk ik me dit pas, als mijn tuctuc, met mij erin, snel het hazenpad kiest.
 
Op weg naar Joseys homestay. Mijn volgende korte thuis. Ik heb een inschatting gemaakt dat ik hier in Kochi, aan 1 vólle dag (2 nachten) genoeg zal hebben. Het is een historisch gezien, belangrijke stad. Maar daar later meer over. Mijn verslag ís al zo lang aan ‘t worden. 
We steken het water over. Koelte stroomt door de tuctuc. Even 
Nog 5.2 kilometer. We rijden de stad in. De bedrijvigheid van de stad. Het getoeter vangt ook direct aan. 
De stad (of stadje, ik weet ff nog niet hoe groot het is), strekt zich lang uit. Mijn homestay ligt niet ver van Fort Kochi. Een wijk van Kochi, blijkt later. Ik dacht er een heus fort aan te treffen. 

Ik ga ff extra comfortabel in de tuctuc zitten. Na die monsterrit in de trein. Voor zover dat in een tuctuc lukt. Met het gerammel, gehobbel en geschud. 
Maar na de treinrit is dit peanuts. 
Ik moet als ik dit schrijf weer aan mijn gerechtje denken, met de pinda’s hierin. Wat was dát lekker. Ik heb honger, heb niet echt goed ontbeten. 

Ook de keuken van de laatste bestemmingen zal vast nog heel lekker zijn. Ik blijf hangen in Zuid India. Ik zal niet noordelijker gaan, komen dan Mumbai. 

Kochi staat naast zijn goede seafood keuken ook bekend om zijn speciale gemaskerde dansers. In mijn kamer in Alappuzha hing al een design afbeelding van zo’n masker boven mijn bed. 

Nog 500 meter. Ik zie Casa Mia voorbij schieten. 
Ik word voor de deur afgezet. 
Er staat boven al iemand op de uitkijk. Ze vroegen in een appje  concreet naar mijn tijdstip van aankomst. 
Peter verwelkomt me. 
Peter, is the brother of Joshy. 
Joshy, die er nu niet is, is de eigenaar van Joshys homestay, zegt hij. 
Dat ligt in de lijn der verwachting. 

Ik vertel uiteraard, ‘my husband’s name is also Peter’. 
Hij zegt me, maar ‘ns te googlen op de naam: Peter’o Tool. Een beroemde Hollywood acteur. 
Ik moet zeggen. Deze Peter is een tanige, dunne man. Ik vermoed een eind zestiger. 
Ik zal het zo eens vragen. Je vergist je snel in iemands leeftijd hier. Vooral als ze wat ouder zijn. 
Hij praat veel (net zoals ik?), maar erg onduidelijk. 
Hij is erg komisch. Hij lijkt in zijn doen en laten wel een cartoon figuur. 
Ik houd het toch bij mijn eigen Peter. 
Maar hij gaat wel een kop Masala tea (pepper and cinnamon) voor me maken. 
Ik heb hem even ingefluisterd: ’not too dark, no sugar, no milk’. Maar het is een welkome zet. Ik ben uitgedroogd. 

Wil ik toch ook even zeggen (anders zou ik mijn Peter wel heel erg te kort doen.) Deze maakt me bijna standaard als ik bij hem heb geslapen en als we tijd ervoor hébben, ontbijt op bed. 

Ik krijg alvast tips voor mijn lunch, van broer Peter. Het klinkt goed. 
Kerala Café, verder de straat op. Daar serveren ze blijkbaar voor 290 roepies een uitgebreide Banana/blad Thali. 
En achter het hotel, ligt nog een leuk en goed restaurant. Ik krijg een briefje toegestopt met de handgeschreven naam. Ananda Bhavan. Mocht ik het briefje kwijtraken, kan ik het even in ‘t verslag terug lezen. Net zoals de namen van mensen die ik ontmoet.

De vrouw van Joshy handelt de administratie af. Ik betaal alvast. Wat ik uit handen geef, kan ik niet meer kwijtraken. 
Het was trouwens wel komisch net. Ik had bij het neerzetten van mijn tas, het wisselgeld van de taxi even onder de handdoeken gelegd, die in mijn kamer klaar lagen. Peter ziet het liggen en steekt het in het zakje van zijn blouse. Daar steek ík dan weer een stokje voor. Vast een misverstand, maar ook wel heel typisch. 

Peter vraagt, er hangt een postertje boven de tafel, waarop de administratie afgehandeld wordt, van een Kathakali Show. Of ik interesse heb om naar een voorstelling te gaan. Ik had het er net nog over. 

Ik vraag naar de toegangsprijs. Het is 600 roepies. Hij zal mijn kaartje alvast wel gaan halen. En zal ook vast wat hiervan in zijn zak steken. Zo werkt dat hier. 
Soms laat ik dit toe. Meestal niet. Regel ik mijn zaakjes (liever) zelf. 

Je mag, zegt hij, vóór de voorstelling, het schmincken van de artiesten zien. 
Dat doet me aan (broer) Paul denken. Die zijn carrière als beroepsfotograaf, ik denk wel zo’n beetje gestart is in Singapore. Waar hij 11 jaar gewoond en gewerkt heeft. En waar hij achter de coulissen van de Chinese Opera, ook foto’s mocht maken van het schmincken. 
En inmiddels doet hij dit in Japan. In de Geisha huizen van Kyoto. Hij is (minstens) net zo fanatiek met fotograferen, dan dat ik dat ben. Maar op een ander nivo. Inderdaad professioneel, zeer technisch begaafd. Dat ben ik totaal niet. Ik ‘doe’ maar wat. Op gevoel. Maar mét passie. 

 In mijn vorige guesthouse werd niet eens naar het paspoort gevraagd, daar ben ik niet eens geregistreerd geworden. Waren het voor hen zwarte inkomsten? Het zal mij een worst wezen. Ik gun het ze. 
Hier in Jocy’s doen ze het registreren formeel en uitgebreid. 

Kochi Peter loopt met me mee om me het restaurant te wijzen. En hij loopt zelfs mee de binnenplaats op. Hier blijft duidelijk ook iets aan de strijkstok hangen. 
Als hij té bepalend dreigt te worden (daar moet ik dus echt niéts van hebben), wimpel ik hem netjes, doch beslist af. 
Gelukkig had ik hem al van tevoren gevraagd even een foto van mij en Mother Theresa te maken. 

Het is hier nóg weer een graadje toeristischer. Tuctuc drivers duwen je constant een gelamineerde plattegrond onder de neus, waarmee ze je willen lokken een tour te maken. En hier wil ik juist absoluut géén tour maken. 

Kochi staat ook bekend om zijn speciale visnetten. Dit blijken  enorme stellages te zijn. Ik had me dat veel meer in een stuk intiemere setting voorgesteld. Intiemer, gek misschien om dit in de context van visnetten  te zeggen. Anderzijds. Ze zeggen ook dat je iemand in je netten gevangen hebt, in de relatie zin. 

Ik wilde intimiteit in een bepaalde context. 
Nou, het komt op mijn pad. Ik héb KP een kaartje laten kopen. 
Ik stap dus om 17 uur, het theatertje binnen, waar  de voorstelling van de Kathakali zal plaats vinden. 
En als dit hier niet intiem is? 
Alleen het theatertje is de moeite,  van het naar de voorstelling toe gaan waard. 

De Kathakali dans is een Indiase klassieke dans vorm. 
Kochi is van oorsprong de plaats, waar het opgevoerd wordt. 
Het is in dit geval een drama stuk. ‘Baka Vadha’, de dood van Baka. 
Er spelen in dit stuk 5 personages mee. Waaronder de hoofdpersoon
Bhima.
Het bij mogen wonen van het schminken is absoluut heel bijzonder. Met schmink, maar ook met papiervormen, die ter plekke geknipt worden, worden de personages gecreëerd. 
De hoofd-schminker is een ware kunstenaar an sich. 
De bijpassende muziek (van het stuk) knalt ondertussen uit de boxen. Meeslepende muziek. Het belooft een echt drama stuk te worden. 
De dansers hebben een studie  van 6 jaar moeten volgen om dot genre te mogen opvoeren. 

Alleen de intro is al dramatisch, puur door het stemgebruik van de verteller, die zingend het verhaal vertelt.  In een demonstratie  wordt daarna, door één van de spelers voorbeelden gegeven van de ‘techniek van het spelen. De basis emoties worden puur door gezichtsexpressie uitgedrukt. Ondersteund door  live trommelmuziek en bellen. 
Zo subtiel en krachtig. Heel expressief.

Daarna volgt net zo subtiel het verhaal. Noem het maar rustig drama. Ik kreeg in het Nederland een A-4tje met uitleg over het verhaal. De achtergrond. 
Het zit ‘m in kleine gebaren, subtiele gezichtsuitdrukkingen. Stem- en instrumenten gebruik, om alles kracht bij te zetten. 
Ik ben Kochi Peter achteraf zo dankbaar dat hij mij ‘gestuurd’ heeft. Ik weet niet of ik het uit mezelf was gaan kijken. 
Maar zo niet, dan had ik heus wat heel specifieks en speciaals gemist. 
Als ik later de filmpjes die ik gemaakt heb, terug kijk, lijkt het wat saai. Maar in de entourage van het prachtige theatertje, was het dat beslist niét. 

Ik loop erna buiten nog wat rond om ook dít te laten bezinken. Erna ga ik nog wat eten. 
Onion Oothappam. Met Tomato Masala. 
In Nederland word ik vaak onrustig, als ik niet om 18 uur kan eten. 
Hier begin ik er toch al aardig aan te wennen. Om zelfs soms nog na 20 uur wat te eten. 
De voorstelling zou om 19 uur afgelopen zijn, maar dat liep zeker nog een half uur uit. 
Ook omdat ik (alleen voor de kleinkindjes, maar niet heus) toch ook nog even op de foto wilde met de hoofdrolspeler. 
Buiten mij, deden alleen Indiërs dit laatste. En het franse koppel, dat mij aanbood een foto van mij te maken. 
Ze lazen het vast van mijn gezicht af, mijn  wens. 

Kochi Peter, ik ben je toch heus ook zéér erkentelijk voor de tip van het restaurant. 
De verhouding westerling-Indiër was hier 1 op 30. Dan ís het (het eten én  de sfeer) goed. Want, het eten is echt meesterlijk. 

Ik zal toch in het vervolg wat minder cynisch zijn over je tips, Peter.  You made my day (afternoon)!

Ik zal Kochi Peter voortaan afkorten als KP. Is toch makkelijker. En in die dag die nog voor me ligt, verwacht ik toch eigenlijk dat hij nog vaak als een duveltje uit een doosje zal springen. 
Hij dacht vast: ‘ik moet die eenzame Nederlandse vrouw wat op gang helpen’. 
Eenzaam ben ik nog geen seconde geweest, deze reis. Daar heb ik totaal geen tijd voor. 
Ik zal echt úit moeten rusten van deze reis. 
Zelden was een reis zó intensief en veelzijdig, als deze verkenning van Zuid India. Zelfs mét voor mij al bekende plekken erbij. 

Ook daar kwam veel nieuwe dingen en veel bijzondere mensen op mijn pad. 
Op iedere locatie zijn alleen de hostel eigenaren al, zó verschillend. 
Een groter verschil dan vandaag, tussen Alappuzha en Kochi had ik niét kunnen treffen. De alternatieve, spirituele, lay back, ongecompliceerde hippie van homestay Peace and Love. Hij had de naam van zijn plek niet béter kunnen kiezen!! 
En de zakelijke, formele eigenaren van Josy’s. 

Ik gebruik inmiddels naast Maps.me ook Google Maps. Op de eerste kon ik mijn homestay niet vinden. Via Google wél. En de  bijhorende stem (die ik normaal altijd uit zet) spreekt de Indiase straatnamen zo  leuk uit. 

Ik moet op de terugweg door een steegje. Het is een echt poezenstraatje. Schattig. 
Peter is vandaag mét zijnmoeder, die bij hem logeert, bij Wouter geweest. Dus die heeft nóg wat extra aandacht gehad. En het gaat nog steeds goed. 
Met mij gaat het óók goed. Meer dán.
Morgen Kochi verkennen en zeker eten in hetzélfde restaurantje.

Geschreven door

Al 2 reacties bij dit reisverslag

Heb vandaag weer eens een boek gelezen, en ik kwam er zowaar zelf ook in voor. Een mooi boek was het.

Peter 2024-10-03 07:35:10

Over die show hadden we het al even via de WhatsApp. Nu even de rest gelezen / bekeken. Ga een beetje tegen de richting in met lezen maar door de manier waarop je schrijft is het goed te volgen gelukkig. Ik ben blij dat je uitleg geeft bij de foto's ook want ik vond die boom met die poppetjes ( barbies ook zo te zien ) nogal freaky uitzien. Maar het staat dus voor iets positiefs, gelukkig:)

Esther 2024-10-08 16:46:18
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.