On the road

Vietnam, Ninh Bình

Vandaag een mooie mix van actie en rust.
Ik was vanochtend toch alweer redelijk op tijd wakker, kon niet meer slapen, maar voelde al snel dat ik toch nog niet helemaal uitgerust was.

Ik besluit eerst te doen hetgeen ‘moet’. Namelijk vervoer naar Halong Bay regelen.
Ik beslis dus inderdaad rechtstreeks van hier ernaar toe te gaan. Dat betekent automatisch dat het een bus wordt. Ik boek een open ticket HalongBay, Cat Ba Island (met een speedboat). En via versa, maar dan met de bus naar Hanoi. Dit is het meest effectief. Het zou besef ik nu onzinnig zijn om eerst om eerst terug naar Hanoi te gaan en van daaruit naar Halong Bay. Overbodige kilometers en verloren tijd.

De weersverwachting voor Cat Ba is redelijk. Ik koester nog stille hoop, mijn snorkelmasker toch niet voor niets mee te slepen.
Het meisje aan de balie probeert me nog van alles meer aan te smeren. Maar ik zet de rem erop. Ze is me iets te gladjes en pusherig. Ik wil me werkelijk niet nog meer vastleggen. Op Cat Ba zoek ik zelf wel mijn weg.
Het voelt anderzijds wel fijn, dat ik nu weer wat meer van de puzzel van het reisschema in elkaar heb liggen. Dat geeft toch ook wel rust in het hoofd.

En maakt duidelijk dat ik vandaag nog de kans heb om zoveel mogelijk van de omgeving van TamCoc te gaan ontdekken. Een motor was ook nu handig geweest, dan was mijn actie radius wat groter geweest. Maar het wordt een fiets (met mandje), dat beperkt het aantal te overbruggen kilometers. Maar daar is an sich ook niets mis mee.
Ik besluit de dag in tweeën te splitsen. De ochtend voor het bezoeken van Mua cave en het uitzicht aldaar. Dan ‘het’ buffet. Een siësta (ik slaap heus een klein uurtje); en dan ‘s middags nog wat door de rijstvelden fietsen. En kijken wat op mijn pad komt.

Het weer is beduidend minder dan eerdere dagen. Ik vermoed dat vannacht wat regen is gevallen, nu is het gelukkig droog. Het is zelfs wat frisjes. Het zal zo’n 20 graden zijn met een stevig windje.
Met fietsen heb ik hier gelukkig niet eens zoveel last van. Het is een fijne fiets en het is niet zo heel ver naar de ‘cave’.
Die uiteindelijk niet meer dan een hol in een rots blijkt te zijn. Waar ze een groot, glimmend porseleinen beeld van een tijger ingeplaatst hebben, om ‘m Tiger Cave te kunnen noemen.
De entree was 4 euro, dat schept toch verwachtingen. Die dus totaal op het viewpoint komen te liggen.
De view wordt bereikt door het beklimmen van zo’n 500 in de rotsen uitgehakte treden. Ik merk dat ik een goede basis conditie heb. Om me heen hoor ik veel gepuf en gesteun. Het doet me direct aan de grootste klimdag van onze trekking in Nepal denken. Hoewel dat toch heus nog van een andere orde van grootte was (zo’n 3000 treden). Janneke zou hier óók opgehuppeld zijn.
De geiten weten de weg naar boven ook te vinden.

En dan op de top, onder het stenen beeld van een enorme draak, genieten van een formidabele kijk op (wederom) de Karstbergen, de rijstvelden, het water met de helaas bijna uitgebloeide Lotusbloemen. Je kunt echt 360 graden rond kijken. In feite de blik van boven, op waar ik gisteren door heen gevaren ben. Dat maakt de beleving compleet. Ja, dit landschap heeft me wel weten te betoveren.

Overigens, geit is in deze omgeving hét streekmenu. De plaatselijke trots.Tijdens het buffet wordt het ook aangeboden. Ik laat het lekker liggen. Tijdens mijn Azië reizen eet ik eigenlijk altijd vegetarisch. Deels om de kans op darmklachten (en erger) te beperken. Het eten is er niet minder lekker om. Ik tank dan ook even goed energie bij, tijdens de lunch.

En dan na mijn middag dut, vanuit het hotel de andere kant op.
Het fietsen is ook erg relaxed, omdat het verkeer, hier althans, beperkt is en erg rustig rijdt. En omdat je hier eigenlijk totaal niet lastig gevallen wordt door blaffende en soms mee rennende honden. Er zijn ook beduidend minder honden in Vietnam, dan elders in Azië.
De erfenis van de afgelopen decennia, waarin hond net zoals geit (maar ook kat), op het dagelijkse menu stond. Het werd gezien als delicatesse, vooral in Hanoi. Het is ook echt een oude traditie. Vroeger was het vooral uit armoede. Tegenwoordig ook, omdat de bijgelovige Vietnamezen denken dat het eten van deze dieren hun levensgeluk bevordert.
In De Westerse landen ligt hier toch een taboe op. Er is ook jaren kritiek van internationale organisaties van dierenvrienden. Het zat de Vietnamese overheid ook niet lekker.
Sinds recentelijk is er een verbod op het eten van katten (ook omdat dezen op hun beurt schadelijke ratten eten) en honden. En je ziet ook steeds meer dat kat en hond echt als huisdier gehouden worden, in de stad. Dan vaak ook aan een lijn liggen. Maar op het platteland denk ik dat dit gebruik niet 1,2,3 uit te bannen is.

Maar goed, ik fiets dus zonder lastig gevallen te worden door viervoeters richting de grotten van Bich Dong. Een prachtige poort geeft hier toegang tot het tempel terrein. Onderaan de rotsen staat een mooie Pagode (het is goud dat blinkt in de tempel, in de vorm van een aantal gouden Boeddha’s). Er wordt volop wierook gebrand. Op het terrein zit een oud vrouwtje aan een laag tafeltje dit te verkopen.
Afhankelijk van de gelegenheid verbrandt men een heel pakje of enkele stokjes. Maar het aantal stokjes moet oneven zijn. Het is taboe om een even aantal stokjes te verbranden. Dit hoor ik nu ook pas voor het eerst.
De opstijgende rook staat symbool voor de communicatie met de andere wereld. Hierdoor kunnen mensen contact houden met hun voorouders of wensen kenbaar maken aan een van de vele goden van het Vietnamese godenrijk. De keuze van goden varieert van dorp tot dorp. In sommige tempels staan beelden van Confucius naast Taoïstische of Boeddhistische beelden. Hier in het Noorden staan daar ook nog vaak beelden van oorlogshelden bij. Of wordt er wierook gebrand voor een levensgroot beeld van Ho Chi Minh. Maar dat heb ik nog niet gezien.
Aan weerszijden van de poort zie ik wel een wachter staan. De een goedaardig, de ander boosaardig.

Van hieruit staat me weer een klim te wachten. Via de grotten, waar je vleermuizen hoort tjilpen (ik kan er geen ander woord voor bedenken, piepen of blaffen ís het niet), volgt een tweede reeks trappen. Met ook hier een mooi (maar toch minder spectaculair dan dat van vanmorgen) uitzicht.

Ik doe nog een kleinere Pagode aan, waar er direct een geplastificeerde lijst met de vertaling van een aantal Vietnamese zinnen in het Engels door 2 oudere Boeddhistische nonnen onder mijn neus geduwd wordt. Het blijkt uiteindelijk om het verzoek om een donatie te gaan. Ik zie de logica met de text niet!? De zinnen doen me eerder denken aan een bladzijde uit een middelbare school lesboek.
Als ik er niet op in ga, zijn ze direct een stuk minder vriendelijk. Maar, er komen twee nieuwe fietsende toeristen aan, waar ze zich direct met nieuw elan op richten.
Ik richt mijn blik weer op de landkaart, om langzaam het hotel weer op te zoeken.
Ik drink een blikje cola zero. Het eerste pas vandaag, maar het smaakt zeer verkoelend. Want ondanks dat het niet zo’n hete dag was, verlies je ongemerkt toch vocht.

Ik besluit alvast wat in te pakken, voor ik ga eten. Morgen vroeg zal de bus om 06.30 vertrekken. Het werkt voor mij niet om pas ‘s ochtends de rugzak klaar te maken. Dan slaap ik gewoon niet rustig.
Morgen weer een nieuw avontuur, een nieuw hoofdstuk van de reis.

Maar eerst een laatste avond maaltijd alhier. Ik houd het bij (weer) een Egg-Noodle soup met verse lemon. Na de overvloedige lunch, is dit wel genoeg om de dag mee af te sluiten. De eigenaars van het restaurant nemen hartelijk afscheid van me.
Ik maak nog een voor mij traditioneel, avond wandelingetje. Het dorp (althans interessant voor toeristen, zo in de avond) omvat eigenlijk maar één doorgaande straat. Hier leeft het. Hier branden vele kleurrijke (vaak flikkerende) lampjes. Toch is het er rustig. De Vietnamezen zijn vanuit mijn eerste indruk geen schreeuwers. De kinderen ook niet. Ik vind ze, de kids, wel levendig over komen. Ze zien er doorgaans goed verzorgd en happy uit.

Bijzonderheid: ik heb (op een wierookhouder, een Northface tas (maar die ga ik gebruiken) en 2 tassen (Fjallraven Känken, made in Vietnam) voor Janneke na, nog niet geshopt. Ik taal er eigenlijk ook niet naar. Eigenlijk wel zo rustig. Maar de keerzijde voor de thuisblijvers: dus ook (waarschijnlijk) geen souveniers.

Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Doe ik het toevallig altijd al correct: een oneven aantal wierookstokjes aansteken.

Peter 2018-10-10 16:58:02
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.