Goedemorgen volgers,
Gelukkig hebben jullie afgelopen dagen óók kunnen genieten van prachtig weer.
Hier is het ook helemaal perfect. Warm, maar niet té heet. Althans, ik kan er goed tegen. Jodhpur tikte vandaag nog 31 graden aan. Het is een van de warmste plaatsen van Rajasthan. Het ligt midden in de woestijn.
Dat merkte je ook op weg van Udaipur naar Jodhpur. Het werd steeds droger.
Helaas ging mijn geboekte window seat niet door. Maar het lukte me gelukkig toch wat mee te krijgen van het voorbij glijdende landschap. Ik had (ook vanwege veiligheid) niet voor niets een ticket voor overdag geboekt.
Tja, de ochtend in Udaipur vertrek ik om 06 uur uit mijn hotel. Ik was van plan het stuk naar het busstation te gaan lopen. Maar al na 5 minuten kom ik hierop op terug. Het is nog donker en Maps.me stuurt me al snel smalle weggetjes in. Waar de honden van me wakker worden en hun territorium (nu er nog nauwelijks mensen op straat zijn) willen verdedigen. Dit wordt ‘m niet.
Ik besluit alsnog een tuctuc te nemen. En kom dus veel te vroeg aan. Want voor de zekerheid wás ik al extra vroeg vertrokken.
En áls ik eenmaal in de bus zit, duurt het nog tot een half uur ná de geplande vertrektijd, eer ie ook daadwerkelijk vertrekt. Tja, dat is India. Er stappen nog telkens mensen in (waardoor de bus dus ook telkens weer best lang stilstaat). Als een groep mannen instapt (dit blijkt uiteindelijk een groep worstelaars, die in Jodhpur deel zullen nemen aan een toernooi; een meisjesteam blijkt toevallig ook in de bus te zitten), staan we wel een half te wachten. Een popcorn- en waterverkoper grijpt zijn kans en komt de bus door.
Maar dan toch weer op weg. Een zeer slechte, smalle weg. Met veel kuilen, maar vooral ook veel drempels weer. Ik zit achteraan, kun je voorstellen, hoe ik door elkaar geschud word. Mijn stappenteller raakt helemaal van slag. Slaat op hol.
De reis zou zo’n 5 en half uur duren. Maar we doen er uiteindelijk ruim 7 uur over. Gelukkig was er wel een plas-benenstrekstop.
We rijden op een gegeven moment door een gebied met veel marmer- en granietindustrie. In de verte zijn de heuvels te zien, waar het materiaal neem ik aan, gedolven wordt.
De assistent van de coach van het ‘wrestling team’, knoopt een praatje aan. Ik zié hem telkens denken wat ie nu weer zal vragen. Vragen als: ‘ wat eten jullie in Nederland (rund, oef). Welke celebrations hebben jullie (nee werkelijk niet zoveel als in India). Als ik zeg dat ik zélf Kerstmis niet vier, ‘moet’ ik, nadat hij vraagt in welke God ik dan geloof, zeggen dat ik niet praktiserend ben. Dát gaat er bij hem moeilijk in. Als je niet in een God gelooft, wat betekent het leven dan!?
We hebben het over trouwen (en niét trouwen). Ik zeg maar niet dat ik gescheiden ben en een LATrelatie heb. De man blijft met meer vragen achter, dan voor ie begon met zijn diepte interview.
Want als hij vraagt in welk dier in Nederland God huist (in India het Rund), waar ik zo snel geen antwoord op heb, waarmee ik hem tevreden kan maken. En als ik dan ook nog moet bekennen dat we in Nederland geen nationale vogel hebben (India heeft de pauw), de helft van de bus luistert inmiddels mee, valt hij helemaal stil.
Het is werkelijk een filosofisch gesprek.
Maar hij informeert ook ‘gewoon’ hoe duur mijn hotel was in Udaipur en wat mijn telefoon gekost heeft. Net als eerder geeft ik op dat laatste geen antwoord, het zou té shokking zijn.
Ik moet mijn aandacht er wel bij houden, zijn engels is moeilijk te verstaan. En ik dreig langzaam in te zakken. Zodra hij zijn aandacht verlegt, dut ik inderdaad in.
Ik word wakker als het meisjesteam aan het zingen slaat. Het wordt wel steeds gezelliger. Als enige toerist hoor ik er, ondanks dat ze me niet goed konden volgen (qua antwoorden over de Nederlandse cultuur), toch helemaal bij. De man zegt uiteindelijk ook, als ik me dreig te excuseren over het zo ánders zijn van de Nederlandse cultuur (althans hoe ík er in sta), ‘zo ís het nu eenmaal’. Eigenlijk ondanks het onbegrip heel respectvol. Bijzonder.
Net zoals de toeter van de bus bijzonder is. Ie speelt diverse deuntjes. Soms wel een halve minuut lang. Je kunt met recht zeggen, dat het een levendige reis is. Maar, mijn kont is wel beurs. Gelukkig rijden we de laatste anderhalf uur over een betere weg.
Ik kijk op mijn GPS de route mee. Ik zie Jodhpur steeds meer naderen.
Als het team zo’n 10 km voor Jodhpur uitstapt wordt mij ‘good luck with traveling’ gewenst. Ik wens hen geluk met de competitie. Dat wordt zeer gewaardeerd.
Ik neem het stuk vanaf de bushalte naar het hostel, een tuctuc. Die halverwege stil valt, omdat z’n benzine op is. Dus weer met al mijn spullen over in een andere, die wel geregeld wordt. Er schuift wat geld van de laatste naar de eerste chauffeur. Ze regelen ‘t zich wel onderling.
Wat me meteen opvalt is, dat er meer zwervers op straat liggen, maar minder runderen rondlopen. Maar dan wel weer paarden.
Verder word ik ondergedompeld in een (chaotische) wereld van kleur. Heerlijk. Daarom houd ik zo van India!
Op elke hoek van de straat wordt een andere god vereerd, in tempels versierd met oranje bloemen kettingen. De vrouwen lopen min of meer allemaal in kleurrijke sari’s, dragen de mooiste sieraden. Er zijn ook veel stoffen- en armbandenwinkeltjes in mijn buurtje. En ‘wedding’-versierselshops.
Jodhpur wordt sowieso de Blauwe Stad genoemd. Vooral in het oude stadsdeel zijn veel huizen blauw geverfd.
Over het waarom bestaan diverse theorieën. Sommigen beweren dat deze blauwe huizen bewoond worden door mensen uit de hogere kaste, de Brahmanen.
Een andere legende zegt, dat het blauw afkomstig is van de god Krishna, de enige god die door de eerste Maharadja vereerd werd.
En volgens nog een theorie, zou het blauw de muggen (en zon) buiten houden. Bijzonder is het hoe dan ook.
Toen ik vanochtend het Fort bezocht, had ik een goed zicht op deze blauwe huizen. Hoewel het toch echt maar een deel van de stad betreft.
Maar als ik rond mij hostel ronddool, is het kleurrijk genoeg, blauw of niet.
Mijn hostel zelf (Bob’s hostel, Janneke was er toevallig in 2019 ook), is wél blauw. En erg hippie-achtig. Zowel op het eerste gezicht, als in de praktijk. De gemiddelde leeftijd van de bezoekers zal 25 zijn. Het is alternatief, lawaaierig. Maar ach, ik zit toch hoofdzakelijk op mezelf. Ik ga niet krampachtig mee doen. Maar ik kan er wel van genieten. Van het sfeertje. En ‘s nachts gaan de oordoppen in. En ik hoop dat ik niet teveel eruit hoef ‘s nachts. Ik heb voor het eerst geen eigen toilet/badkamer. Ik heb echt een hokje. Maar, ik maak het me weer gezellig.
Wel slaap ik voor het eerst in mijn meegebrachte lakenzak. Dat voelt toch prettiger dan t dekentje dat er ligt.
Een kakkerlak heb ik deze reis nog totaal niet gespot. Relaxed, de klamboe heb ik tot heden dus voor niks meegesjouwd!
Van honden heb ik overdag geen last, ‘s nachts blaffen ze wel enorm.
Vandaag ben ik dus naar het Mehrangarh Fort geweest, dat op een 125 meter hoge rots ligt (vandaar het mooie uitzicht). Het fort werd in 1459 gesticht en werd vervolgens, net als in Bundi, weer steeds groter gemaakt.
Ook hier weer de meest prachtige zalen, schilderingen, spiegelplafonds, nisjes, wapentuig, de draagstoelen die op olifanten gebruikt werden. Kortom, genieten van al het pracht en praal.
In de middag probeer ik online een busticket voor woensdag naar Mandawa te boeken. Dit kost me 2 uur en veel verbazing. Oftewel wordt mijn creditcard (een aantal keren) niet geaccepteerd (ik boek uiteindelijk met Peter’s Visacard op afstand). Oftewel word ik als alleenstaande vrouw geweigerd (ik heb hier bewijzen van). Of er zijn technische problemen!? Uiteindelijk heb ik dus beet.
En kan ik weer lekker de straat op. Ik wandel rond op de kleurrijke en drukke bazaar rond de Kloktoren. Er is werkelijk van alles te koop. Traditionele kleding, schoenen, specerijen. Sieraden, kunstnijverheid, tapijten, speelgoed. Ik ben nog altijd op zoek naar ‘het aapje’ voor Mia. Wat nog niet wil lukken. Maar goed, ik ‘heb’ Delhi nog, op het laatst van mijn reis (nog effe niét aan denken, ik héb nog een week).
Rond de markt is ook veel streetfood te koop. De meeste traditionele eettentjes bestaan er al jaren en serveren nog steeds de originele recepten.
Ik eet de meest smaakvolle Samosa bij Shahi Samosa, hetgeen ook heel populair is onder de locals. Ik zie hier eigenlijk geen toeristen restaurantjes, zoals in eerdere steden. Dat maakt het júist bijzonder. Gelukkig vind ik na anderhalve dag, wel een plek, waar ze Cola Light verkopen. Even een boost. Ook om het verslag nog te schrijven.
Morgen meer….dan haal ik evt spelfouten er ook nog uit. Ik tik op de iPad. Dat gaat niet altijd goed.
Volgens mij ben ik nog als laatste op in het hostel. Gisteren moest ik de oordoppen nog in doen om het lawaai buiten te houden, toen was ik wel al om 21 uur gaan slapen.
Nu is het 0.30 uur. Ach, het ontbijt wordt toch pas vanaf 09 uur geserveerd, ik slaap eens lekker uit!
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog