Vanochtend op de kamer wat Sultana’s en een handje noten gegeten. En toen toch weer op weg naar het Palace en het fort.
Bij het guesthouse hadden ze het nagekeken, het zou om 08.00 open gaan.
Ik was er om 08.15 uur, maar de tijd was veranderd naar 09 uur. Ik kan wel alvast een kaartje kopen (jaja, ik betaal netjes) en uiteindelijk is ‘een mannetje/gids’, na een stevige onderhandeling bereid toch alvast met me naar het fort te lopen.
Ik moet mijn waterfles in de rugzak doen, daar zijn de apen tuk op. En, géén oogcontact met de apen. Die had ik eerder gehoord, dus ik ga erin geloven.
Ook hij heeft een stevige stok. Ik stel me psychisch in op een survivaltocht door een stukje jungle.
Maar zonder kleerscheuren bereiken we (zonder een aap gezien te hebben) het fort, met prachtige uitzichten. De gids vertelt net niet teveel. De info over jaartallen en namen van vorsten laat ik langs me afglijden. Dat houd ik toch niet vast. Maar hij vertelt heus leuke feitjes en is aller vriendelijkst (zijn naam ‘Narender’ betekent ook ‘the best in human being’). Hij vindt het volgens mij wel leuk, dat ik in de notities-app in mijn telefoon wat aantekeningen maak. Wat geheugensteuntjes voor mijn verslag. Ook vindt ie het leuk me af en toe op de foto te zetten. Volgens mij wordt mijn India-jurk door ‘iedereen’ ook wel gewaardeerd. Maar de selfiestick is dus nog steeds niet in gebruik.
Ik zei dan wel een beetje cynisch ‘jungletocht’. Er schijnen volgens de gids in het dichte bos rondom het fort, wel degelijk wilde dieren te zitten. Enkele luipaarden en twee à drie tijgers.
Verder vertelt hij over medicinale planten. Over vogeltjes (Rockchits). Over de gebruikte kleuren in the paintings. De kleurstof Turkooise komt uit Iran en het blauw uit Afghanistan. Het is de Leppus Lazuli kleur (fonetisch opgeschreven).
Hij vertelt trots dat het waterreservoir (één van de vier) 20 meter diep is. En dat het kanon in vroeger tijden wel 25 kilometer ver kon schieten. Net 5 kilometer minder ver dan dat van Jaipur.
Ook benoemt ie dat er in het fort gescheiden mannen en vrouwen vertrekken waren. En dat juist de vrouwen vanuit het waterbassin een soort waterleiding naar hun vertrekken hadden gerealiseerd.
De omgeving/geschiedenis begint op deze manier wat meer te leven voor mij. Ik heb geen spijt ervan, dat ik de gids even heb laten meelopen. En ook de wandelstick had zeker z’n meerwaarde. Het was toch heus goed steil op sommige plekken.
Ik stort me een uurtje in alle rust op n projectje ‘eekhoorntjes’ met mijn systeemcamera. Ze zijn ontzettend beweeglijk en schuw, dus een goede concentratie oefening. Op een gegeven moment zet ik me bij een klein mini altaartje, waar zwart geblakerd brood geofferd is. Na een tijdje vergeten de beestjes me een beetje. Óf, het brood is té aantrekkelijk!?
Ik kom moe en ook vooral hongerig (de dorst had ik al gelest met een lekker fris blikje cola light) in het guesthouse aan. .
In de woonkamer is het een gezellige drukte met de andere gasten. Maar ik maak me op een gegeven moment los om boven een groente omelet met Lassi te verorberen. Met de kleine kindjes erbij is het ook wel erg druk. Wel belt Mia me eventjes met Facetime. Die is me niet snel te veel. Volgens mij is het gegeven dat oma in India is, nog wel erg abstract voor haar!?
Vanmiddag ga ik niet echt veel meer doen. Alvast wat inpakken, ik moet immers vannacht de trein van 01.40 uur hebben. Ik ga toch maar een tuctuc laten regelen. Het station is zo’n 5 kilometer ver. Net wat te ver om met de zware bagage te lopen. Bovendien, is het midden in de nacht. En dan zijn de honden vaak ook opgefokter.
Ik hoop in de sleepertrein wat te kunnen slapen. Maar hoe dan ook. Om 07.30 uur zal ik als alles goed gaat, in Udaipur aan komen. Weer een nieuw avontuur!
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog