Vandaag was het een makkie van het station, waar ik na een rustige reis rond 08.10 uur aan kom
Ik mag gelukkig al inchecken. Ze werken ook met een 24-uurs systeem. Dus ik zal er overmorgen vroeg om dezelfde tijd eruit moeten, als dat ik vandaag aan kom. Dat is geen probleem. Want de 27e wil ik vroeg naar Munnar vertrekken. Dus ideaal.
Ik krijg een kleine basic kamer. Maar alles dat voor mij belangrijk is, zit erop en eraan. Het is erg schoon en het hotel ligt een steenworp afstand van het station. En ook maar 900 meter naar de Sri Meenakshi tempel. De tempel waar Madurai bekend om is.
De tempel ‘trekt’ aan me. Dus nadat ik de reiskleding in een sopje heb gezet en mezelf gedouchet heb, ga ik me een beetje installeren en stap dan het hotel alweer uit.
Niet nadat ik geïnformeerd heb naar de bus naar Munnar.
Die hoef ik volgens de hotel eigenaar niet te reserveren. Die vertrekt 3 maal in de ochtend (de eerste om 5.55 uur), vanaf een busstation hier 2.5 kilometer vandaan. Ik moet eerst pinnen, eer ik het hotel betalen kan. Daar doen ze gelukkig niet moeilijk over.
En dan echt de straat op, richting de grote tempel.
Mijn eerste indruk van de stad, althans deze stationswijk is, dat het er armoedig en wat smerig uit ziet. Nu is India wel bekend om zijn vele vuiligheid, maar hier ligt toch wel veel afval overal. Nog meer dan dat ik ‘gewend’ ben. En de straten liggen ook veel open. Met veel losse stenen en gruis.
De eerste indruk van de tempel is dat ie volgens mij in de 20 jaar dat ik er niet ben geweest, helemaal verbleekt is!? In mijn hoofd en herinnering was ie veel feller gekleurd. Vrolijker.
Dat zie je ook terug op reclame posters, die soms ophangen. En op de schildering bij de balie van het hotel.
Maar het blijft een kolossale tempel en heel indrukwekkend. De vier poortgebouwen zijn ruim 50 meter hoog. En geven toegang tot het tempelcomplex. Het complex is gewijd aan de God Shiva. Hier wordt hij Sundareshvara genoemd, de Schone God. En zijn vrouw Parvati of Minakshi. De Godin met de Vissenogen. Dit trouwens, om het cirkeltje rond te maken, de ouders van Ganesha. Waar je hier ook geregeld beelden of afbeeldingen van tegenkomt.
Ik lees later dat de tempel eens per 12 jaar hersteld wordt en dan ook inderdaad opnieuw wordt geverfd.
Je kunt om de tempel heenlopen, hiermee de 4 zijdes (windrichtingen) bewonderen.
De vier straten erom heen zijn verboden voor gemotoriseerd verkeer. Dus het is er heel relaxed vertoeven. Waren het niet dat je hier dan weer wél vaak aangesproken wordt. De mensenwat opdringeriger zijn dan op eerdere plekken.
Het valt me op dat er weinig honden zijn. Wel zie ik ontzettend veel bedelaars rond lopen, zitten en liggen. Deze aantallen heb ik eerder niet meegemaakt, deze vakantie.
Eén van de zijdes van het complex staat inderdaad compleet in de steigers. Zouden ze begonnen zijn, de beelden vers in de verf te zetten??
Aan de Noordzijde staat een heuse Rotterdammer bij een kraam. Hij heeft de Maskers die Janneke graag wilt. In alle groottes.
De grootste krijg ik voor 350 roepies, als ik morgen terug zal gaan.
Er is een gratis damestoilet. Dat is nog eens service. Alleen, door het extreme zweten, blijft er geen vocht over om urine te produceren.
Het lukt me weer niet te pinnen met mijn gewone bankpas!? Met mijn creditcard lukt het gelukkig wel. Ik kan ongeveer 100 euro te pinnen. De limiet per keer. Ik ga het vanavond nog eens proberen, anders morgen. Want ik weet niet of ik in Munnar kan pinnen.
Maar nu kan ik in ieder geval mijn hotel alvast betalen. En de bus naar Munnar. Je zou op de bonnefooi kunnen gaan, zei de hoteleigenaar. Maar dat lijkt me wat link. Ik ga het toch nog ns ergens vragen. Desnoods betaal ik iets meer. Ik wil wel dat stukje zekerheid. Maar de boeking bureau’s blijven beamen dat het alleen per auto gaat. Die willen aan je verdienen. Het zal niet de eerste keer zijn, dat ik dit bemerk. Als ik van ‘de Rotterdammer’ (die een half jaar in zijn geboorteplaats Madurai woont en de andere helft van het jaar in inmiddels Hoek van Holland) nog een bevestigd krijg, dat er zeker local bussen naar Munnar rijden. Dit zou zo’n 6 uur duren. Ik maak de beslissing. Ik zorg morgen om 05.15 bij het busstation te staan met al mijn bagage. Ik laat me daar dan wel met een tuctuc naar toe rijden. Helaas ligt het niet bij het station, wat je zou verwachten.
Ik loop verder langs de tempels af. Om erin te mogen, moet je alles in bewaring geven. Tas, geld, mobiele telefoon. Dat ga ik toch heus niet doen, nu. Ik ga morgen wel terug, zonder spullen op zak.
Er zijn hier heel veel speelgoed winkels. Maar het aapje dat langs twee touwtjes omhoog klimt, dat ik ooit in India kocht, long time ago, is tot nu toe niet meer te vinden. Mia en Mirre vinden het zo leuk. Het hangt bij mij op het toilet. Ik zou het graag vinden voor hen. Maar tot nu toe is het niet gelukt.
Op een gegeven moment krijg ik last van een stijve nek. Van het omhoog kijken en fotograferen met mijn systeemcamera.
Ik ga twee uur de zon uit en even bijtanken in het hotel. Ik stuur het verslag van de laatste dag Hampi op. Ik heb goede wifi op mijn kamer.
Als ik erna weer terug naar het tempel complex loop, lijkt de bewolking het over te gaan nemen van de zon. Maar uiteindelijk breekt het gelukkig toch weer open. Ik slenter er rond in een mooi avondlicht, waarin/waarvan de beelden verzachten. Hoewel veel beelden best monsterlijk zijn. Woeste monsters met uitpuilende ogen en hoorns. Ze doen vooral op de daken, dienst als tempelwachters.
Maar ook stucwerkbeelden van goden, mythische dieren.
Er is in de 7e eeuw begonnen aan het bouwwerk. In de 18e eeuw is het voltooid.
Rond 18.30 komt een heerlijk verkoelend windje. Opeens vliegen er honderden vogels op de tempel af. Ze nestelen zich op en tussen de beelden. Maar vliegen ook telkens op en af. Mooi te zien en horen ook vooral.
Ik had al een warme lunch gehad. Kmdst ik de eigenaar van het restaurant niet helemaal volledig versta (wel werd er opeens 20 roepie de prijs gegooid), kom ik terecht in een lege, beetje ongezellige vierkante AC kamer. Voor deze luxe betaal ik dus deze service. Airco en persoonlijke bediening door een mevrouw en een jonge jongen. Ik ben verder maar alleen in die ruimte. En de vrouw en jongen gaan, als ze één voor een de gerechtjes op een groot banen geschept hebben. Mij werkelijk óp de vingers staan kijken. Heel bizar en ongemakkelijk. Maar in mezelf moet ik zeker ook lachen. Júist omdat het zo bizar is.
In de namiddag ga ik voor het gouden uur (dan is het licht het mooist om foto’s te maken), weer rond de tempel aam het fotograferen. Ik probeer vooral mooie close-ups van de beelden te maken. Ik heb ze net op mijn iPad gezet. Ik ben enorm benieuwd.
Ik heb ‘s avonds, mogelijk door de hitte (38 graden) even geen zin in een warme hap. Ik haal ergens een soort koffiebroodje en eet dat op de kamer op.
Ik ben nu erg moe. Het was toch weer een telkens onderbroken nacht in trein. En een enorm intensieve, fijne dag er achter aan.
Mijn ogen zijn docht aan het vallen. Het lukt me niet meer te typen. Morgen dan maar de foto’s.
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog