Inmiddels ‘zit’ ik alweer een nacht en hele dag in Laos, raar om weer terug te gaan naar Hanoi, voor mijn blog. Maar ik ga het toch even doen, om het verhaal compleet te krijgen. Gelukkig maak ik op de iPhone-notities telkens wat aantekeningen, anders zou ik het misschien niet eens meer weten!?
We namen afscheid van een nat NinBihn (waar vrouwen in regencapes in het meertje de was aan ‘t doen zijn!?) en komen aan in een druilerig Hanoi.
Het is leuk weer terug in het(zelfde) Hostel te komen, het voelt dan direct als thuis.
De ‘Limousine’ (een klein busje, waar we tussen de jongelui zitten) zorgt voor een snelle rit, we waren er al om 12.30 uur. Dus nog een hele middag in Hanoi vóór ons.
We bezoeken het Mausoleum van Ho Chi Minh. Het is tussen 1973 en 1975 met Russische hulp gebouwd, op de plaats waar Ho Chi Min op 2 september 1945 de onafhankelijksheidverklaring voorlas. Het is een bouwwerk in de vorm van een kolossale kubus. Gebouwd van marmer uit de Marmerbergen bij Danang. Ik heb hier in 2018 achterop bij een EasyRider doorheen gereden.
Het graf is nu een soort bedevaartsoord dat dagelijks bezoekers uit alle delen van Vietnam trekt. Het is echt een toeristische attractie geworden. Ook gaan er veel schoolreisjes naar toe.
Militairen in smetteloos witte uniformen staan als erewacht opgesteld. Vandaag hebben er veel een doorzichtige regencape over het uniform aan getrokken.
Vaak staan er duizenden mensen in de rij om een glimp van de in 1969 overleden leider (hij ligt gebalsemd in een glazen kist) op te vangen. Ho zelf zou dit nooit gewild hebben, hij wilde sowieso gecremeerd worden.
Wij mogen overigens niet naar binnen, maar bezoeken wel nog het presidentieel paleis, gelegen in een botanische tuin.
Het diende als ambtswoning. Ho Chi Minh weigerde na zijn benoeming als president er te wonen. Hij gaf de voorkeur aan een eenvoudig houten huis (een paalwoning) achter het paleis, gebouwd in 1958. Ho woonde hier tijdens de oorlog. In de ruimte op de begane grond overlegde hij met zijn militaire commandanten en andere leiders. Boven sliep en studeerde hij. Ho Chi Minh is altijd eenvoudig en sober gebleven. Hoewel we wel de auto’s zien waar hij destijds mee rond gereden werd.
Op het terrein (waar Mangobomen staan) blijkt ook de eenzuilige (one pillar) Pagode te liggen. Waar ik in 2018 vruchteloos naar heb lopen zoeken. Nu komen we ‘m spontaan tegen. Gebouwd in 1049, door Keizer Ly ThainTong. De tempel is in de loop van de eeuwen vaak verwoest, maar telkens weer opgebouwd. In 1954 staken Fransen de Pagode na hun nederlaag als wraak in brand. Maar ook nu was de heropbouw weer binnen een jaar voltooid. Oorspronkelijk rustte de pagode op de stam van één boom, inmiddels vervangen door een betonnen pilaar. In het heiligdom bevindt zich een altaar en een beeld van de veelarmige godin van de genade.
Wij gaan weer een heerlijke Noodlesoep eten in ons vertrouwde restaurantje. Heel eenvoudig, maar toch een smaaksensatie. Een unieke mix van zoet en hartig.
We dwalen nog wat door de straatjes. Peter koopt een souvenier voor de meisjes, ik koop (heel kinderachtig) een ‘Wouter’- knuffel.
We eten bij een Thai, met uitzonderlijke klasse. Het ís, dat we met stokjes eten, anders zou ik de vingers erbij af likken. Nog nooit zó goed Thais gegeten. Peter gaat er de laatste dagen van zijn vakantie terug, geeft ie al aan. Dat zal ik zeker óók doen. Het ligt ook nog ‘ns maar 300 meter van ons hotelletje.
We sluiten de dag af, met Scrabble. We hebben niet veel plaats in de kleine kamer. Maar waar een wil is, is een weg.
De zaterdag op pad naar de oude Long-Bien-brug. Grappig dat je met z’n tweeën toch weer naar andere plekken gaat.
De 1682 meter lange brug over de Rode Rivier is tussen 1896 en 1902 door de Fransen gebouwd. De brug was tijdens de Vietnam oorlog van vitaal belang voor de aanvoer van oorlogsmaterieel. En werd daarom ook herhaaldelijk door de Amerikanen gebombardeerd, maar door de Noord Vietnamezen telkens weer gerepareerd.
We struinen ook nog even rond over de Long Bien markt. De oudste overdekte markt van Hanoi. Heel authentiek en lokaal. Een doolhof van etenswaren, een oceaan van kleuren en geuren. En erg vies door de regen en erg luidruchtig.
Erna gaan we naar de tempel van Literatuur. Het oudste en misschien wel mooiste bouwwerk van Hanoi. Opgericht in 1070 en het deed ruim zeven eeuwen dienst als opleidingsinstituut voor toekomstige Mandarijnen. Het tempelcomplex is gebouwd naar het voorbeeld van de oorspronkelijke Tempel van Confucius in de Chinese stad Qufu en bestaat uit 5 binnenplaatsen, met sierlijke poorten en Pagodes. Alles perfect in symmetrie.
En dan terug naar het hotel, de rugzakken van mij staan al klaar. Peter brengt me naar bus 86, die naar de luchthaven zal rijden, als express-bus.
Het afscheid nemen voelt heel raar. We wisten het natuurlijk. En ik heb zélf de plannen in elkaar gesmeed. Maar als het moment er dan is, voelt het onwezenlijk.
Misschien ook wel door het slechte weer. Het regent inmiddels echt harder, er is nauwelijks zicht. Het stuk door Hanoi gaat traag, erna komen we gelukkig op een 4-baansweg. Maar we slaan eerst nog af bij Domestic Airport. Het blijft altijd spannend (voor mij) op weg naar een vlucht. Of ik wel op tijd kom. Maar onverwacht mag ik dan toch uitstappen op International Airport.
Eenmaal ingecheckt, hetgeen gelukkig snel en soepel gaat, begint de reiskriebel en reislust vanzelf weer te ontstaan. De vlucht is maar 5 kwartier. Toch krijgen we nog een snack en een drankje. En de papieren voor het visum. Ik had extra een pen bij me gestoken, ik had hierop gehoopt.
Met het formulier en een pasfoto in mijn hand, sta ik snel in een beperkte rij. Het visum (een prácht-exemplaar!) is vlug gepiept, ze doen niet moeilijk. Ook de bagage ligt al klaar.
Ik krijg nog Laotiaanse Kip (de munteenheid van Laos) terug van de 50 Dollar die ik voor het visum on arrival betaald heb, genoeg om in de stad te komen. Hoef ik zondag pas te pinnen. Loop ik wéér met veel flappen op zak. Honderduizend Kip is 5,24 euro.
We delen met een aantal Europeanen een taxibusje. En ik sta wonder snel voor mijn hostel.
Waar ik een heerlijk grote kamer heb, met veranda met zicht op de rivier. Hier houd ik het wel een week uit! Ik word verwelkomd door een Gekko!
Ik maak de kamer tot mijn thuis. Ik hang weer de meegebrachte foto’s op en pak mijn spullen netjes uit en breng zelfs systeem hierin aan. Ik ga veel te laat slapen. Ik zet in eerste instantie de wekker om 5.15 uur. Voor het traditioneel (voor Luang Prabang), bij zonsopkomst, aalmoezen geven aan de Boeddhistische monniken. Maar ik besef dat dit niet verstandig is. De nacht ervoor heb ik ook al wat minder slaapuren gepakt. En, ik kan dit nog vaker gaan doen, deze week. Het gebeurt iédere ochtend.
Dus ik sta welgemoed om 07.30 uur op.
Zeker als bij het opstaan, de zon (hoewel wat flauwtjes) schijnt. Het was zó bizar om drie weken Azië achter de rug te hebben en zo goed als geen zon te hebben gezien (Peter heeft vandaag in Hanoi wéér regen). Ik heb dit nog nooit mee gemaakt.
Maar vandaag dus goed weer. Wel heel heet. Maar, er blijkt nòg een traditie te bestaan met Laotiaans Nieuwjaar. Het elkaar natspuiten en gooien met water.
Met grote Supersoakers staat jong en oud klaar om dit in de praktijk te brengen. Dit verkoelt.
In de ochtend, als ik de eerste tempelcomplexen bezoek, is het (water gooien) nog wat te omzeilen.
Dan herken je het feit dat het Nieuwjaar is, aan de offerandes en de mandjes met kleine vogeltjes die overal aangeboden worden. Als je de vogeltjes los laat, wordt je wens voor het Nieuwe jaar mee de lucht in genomen.
In de middag lukt dit echt niet meer om droog te blijven. Kletsnat moet ik me tweemaal omkleden. Gelukkig droogt hier de was wél. Het is echt uniek (zelfs de politie moet eraan geloven), dus ik stort me er maar in.
Tussendoor klim ik nog ruim 300 trappen op, om een tempeltje op een top, mét mooi zicht op Luang Prabang te bezoeken. Even hoog en droog.
Erna is het feestgedruis (en het waterballet) nóg intenser.
Ik haak wel eerder af, dan menig ander. Het waren drukke dagen, ik trek me rond 17 uur terug in mijn kamer. Ik ga het verslag schrijven. Dan ben ik weer bij.
Erna loop ik nog even (rond 21 uur) het stadje in, in de buurt van het Guesthouse. Er wordt uitbundig gevierd. Het watergooien is min of meer gestopt. Ik koop nog even twee toetjes en een fles water. Douche me (voor de derde keer vandaag, het is 38 graden, in de avond wat klam). En zet nu de wekker wél op 05.15 uur!
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog