Gisteren is het er niet meer van gekomen het verslag te maken.
Dus, dat haal ik vandaag in, wel met minder tekst. Moet ook een keertje kunnen.
Dus terug naar zaterdag,
Ik heb als ik wakker word, niet zo’n honger. Het eten was gisterenavond ook erg overvloedig.
Ik eet toch wát voor de energie. Ik ben namelijk van plan vandaag te gaan fietsen.
De eigenaar van het hostel heeft een fiets voor me geregeld.
Op het moment dat ik erop stap, voel ik vrijheid.
Op de gps, ga ik op pad. Op naar Hampi zélf. Zo’n 6,5 kilometer van mijn hostel af.
Maps.me stuurt me in eerste instantie door kleine weggetjes. Ik ben er echt een bezienswaardigheid. Het lijkt wel of iedereen ‘hoi’ roept en zwaait. Naast enthousiaste mensen, zie ik aan 1 stuk door mooie tafereeltjes. Zo kleurrijk en levend is India toch.
Ik moet natuurlijk niet vergeten links te rijden. Dat is nog wel een ding hier constant aan te denken.
Het grappige is, dat ik fietslampjes mee genomen heb. Op zich hoef ik dus niet voor het donker terug te zijn.
Maar, de wegen zijn best gevaarlijk, dus de voorkeur geef ik er niet aan.
Ik laveer tussen een kudde witte runderen door, dat is nog eens wat anders. Ik wijk uit voor honden. Ik maak me eigen dan even niet te trappen, zo ver dat natuurlijk op zo’n moment lukt. Honden zullen eerder naar bewegende benen happen. Maar, alles gaat goed.
Ik heb geen versnellingen op mijn fiets, dus dat wordt af en toe een stukje lopen. Maar ik heb de tijd aan mezelf. Ik stop dus geregeld om de fiets aan de kant van de weg op slot te zetten.
Zo idioot. Áan het slot zit een (weliswaar) klein metalen plaatje mét de code erop. Dat liet, ik denk de broer van de eigenaar me ook nog trots zien!?
De ene dag neem ik me voor geen ‘gekke dingen’ meer te doen. De volgende dag zie ik mezelf me weer met uiterste krachtsinspanning op een grote steen hijsen, om een plek aan de rivier te bereiken, waar allemaal bomen met gekleurde linten staan. En waar zo ver ik kan inschatten nu verder niemand (meer) komt. Ik denk dat dit zo ontstaan is, tijdens een festival of bepaalde ceremonie. En dat het zo achtergelaten is. Het ziet er eigenlijk een beetje uit, zoals Eijsden, nadat de Maas twee jaar geleden overstroomd was. Toen hingen ook takken en bomen vol met spullen, afval.
Dit zijn juist de leuke plekken. Ik gebruik een lint, dat ik er vind, om om mijn linker broekspijp te binden, zodat deze niet telkens aan mijn fiets blijft haken.
Ik maak in Hampi niet echt véél kilometers, maar ik heb wel het gemak om snel van het ene naar het andere te kunnen flitsen. En ook om me weer wat beter te kunnen oriënteren. De ‘winkelstraat’ zoals ik die in mijn geheugen had, die ís er helemaal niet. Dus, ik heb (eigenlijk best triest van mezelf) direct ook meer vrede met het feit dat ik verder van Hampi af zit.
Ik ga met name wat tempels af, langs de rivier met name. Vooral de ceremonies daar zijn en blijven indrukwekkend. Ik loop wat langs de winkeltjes die er wél zijn. Omdat er verder geen toeristen zijn, word ik wel meer aangesproken om iets te kopen, dan dat dat hier normaal, in het seizoen zou zijn.
Alle hoop is op mij gevestigd. Maar ik merk, dat ik minder ‘drang’ voel om iets te kopen. Ik houd het er maar op, dat ik nog lang en veel moet reizen met mijn rugzak, waarmee ik natuurlijk ook gewoon zeg hoe het is. Dat ik geen plek heb om nu te shoppen.
Mijn fiets begint langzaam wat meer geluid te maken, te sputteren. Gelukkig zie ik iemand bezig aan de fiets van een jongetje. Het is een fietsen verhuurbedrijf. Misschien komt mijn fiets hier wel gewoon vandaan?
De man is bereid wat aan te draaien en wat anders wat te buigen. Hij hoeft er niets voor.
Ik ga op een rooftop een lekkere fruit-curd eten. Ze hebben zich er echt moeite voor gedaan.
Ze zijn momenteel ook heel blij met iedere klant die ze kunnen krijgen.
Op de terugweg, miezert het een beetje. Toch probeer ik no zoveel mogelijk om me heen te kijken. Op een gegeven moment wordt mijn blik gevangen door het silhouet van een pauw, die bovenop een van de grote stenen langs de weg staat. Het is al wat schemerig, dat maakt het extra mooi.
Ik begin de weg te herkennen, dat is wel fijn. Als ik mijn buurtje in fiets, word ik herkend en door menigeen begroet.
Als ik bij mijn hostel boven kom, heb ik ‘buren’. Een jong Indiaas koppel. Ze zeggen relatives te zijn, maar wel te gaan trouwen!?
In India komt dit wel vaker voor. Gearrangeerde huwelijken. Maar ik kan het toch niet helemaal plaatsen,
Ze komen in ieder geval wel verliefd over. Het 20jarige meisje is in Hospet komen werken. Hij woont 88 km verder op, aan de Oostkust van India. Dit is een manier om elkaar toch af en toe te zien.
We eten gezellig samen en kletsen over van alles. Zij wil van alles over mijn familie/gezin weten. En komt op mijn kamer even kijken naar de foto’s die ik daar weer opgehangen heb.
Alsof ze me al jaren kent, biedt ze me aan dat als ik in haar geboortestad ben, hier altijd bij haar kan slapen. En dat ik dan mijn familie mee moet nemen.
Ik zeg dat ze de ochtend erna even op mij kamer mag kloppen, als ze weg gaan. De jongen moet weer terug.
Ik geef haar bij het afscheid een paar Nederlandse klompjes als aandenken. Ze lijkt er zielsgelukkig mee. Ik beloof af en toe te appen.
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog