Beste mensen in de zon, in Nederland
Ik hoorde het vannacht al regenen. En hard ook.
Maar ik hád de bui al zien hangen, toen ik gisteren het weer checkte. En ik wist het ook voor ik aan de reis begón, dat er nog geregeld moesson regens zouden kunnen vallen. It was, it’s part of the deal.
‘Dadelijk’ meer naar het Zuiden, kan ik zelfs nog méér neerslag verwachten.
Dat is het natste deel van India. Maar het zal dus ook mooi groen zijn en minder stoffig.
Ik blijf positief. Er valt té veel te genieten.
Dancing in the rain. Ik heb er hoe dan ook weer super veel zin in.
En ik heb weer een zeer uitgebreid ontbijt. En een leuk, onderhoudend gesprek met de man uit een gezin aan het tafeltje naast me. De vrouw spreekt niet goed Engels. Het zoontje van een jaar of 7, is verlegen, maar zou wel met Mia willen trouwen, als ik op mijn telefoon een foto van haar laat zien. Om hem wat over de streep te krijgen. Foto’s van je familie laten zien, opent eigenlijk vaak wel het gesprek hier.
Het jongetje draait wat om me heen, dus vindt het stiekem best leuk. En ja, aan gearrangeerde huwelijken zijn ze hier gewend in India.
De knipmessen brengen uit zichzelf van alles lekkers, richting mijn tafel. Ik pak wat ik nu niet op krijg, weer in een servetje voor de lunch.
Ik boek ook alvast een kamer voor de laatste twee nachten in hetzelfde hotel. Mét dus weer dat gratis ontbijt erbij. Hoewel, de laatste ochtend zal ik op tijd naar de luchthaven moeten, dan red ik het niet meer.
Uiteraard loop ik weer even binnen bij een Ganesha Pandal, je zou er haast aan gewoon raken. Maar het ís niet gewoon, het blíjft bijzonder! Voor India gewoon, zijn op/in de meest gekke plekken en situaties, slapende mensen. Hier in de ‘tent’ dus ook. Liggend op de grond en zittend, slapend in een stoel. Ze merken me dus niet eens op.
Erna, met hernieuwde energie, op naar het museum.
Het blijkt maar een kwartier lopend, van het ontbijthotel af te zijn.
Het is net gestopt met regenen, ik kan mijn regencape uit doen. Dat is gelukkig stukken minder benauwd.
Onderweg weer veel musjes, kraaien en katten. En ik zie een wegkruipende dikke muis. Als extraatje voor vandaag, een dode rat.
Ook typisch zijn de watertank-auto’s, die prachtig en fleurig beschilderd zijn. Je hebt grote maar ook kleinere. Ze zijn echt onderdeel van het straatbeeld.
Net als de prachtig gedecoreerde vrachtwagens. Met vaak allerlei frutsels en tierelantijnen eraan. Afbeeldingen van goden (voor een veilige reis), of stickers van een soort Talisman om onheil tegen te gaan. Een soort hangers met die afbeelding hangen ook vaak aan deurposten, om kwade geesten buiten te houden.
Ik heb Janneke beloofd om, als ik ze ergens zie liggen, er weer voor haar mee te nemen, net als de vorige keer uit Rajasthan.
Ik ga eerst The Jehangir Gallery in. De toegang is free en ik krijg twee keer een dunne catalogus toegestopt. Als ze mijn belangstelling, enthousiasme zien. Of in de hoop dat ik als rijke Westerling iets zal kopen!?
Er hangt een toepasselijk schilderij van het Victoria Station, met de spiegeling hiervan in de natte straten, het plein ervoor. Zoals ik het gisterenavond in het donker na de flinke stortbui nog gefotografeerd had.
Als ik de Gallery uit loop, is het wéér hard aan het regenen.
Dus mijn cape weer om, telefoon in een plastic zakje.
Heb ik de cape tenminste ook niet voor niets meegesleept.
Een gids met een grote groep Engelsen (de eerste echte toeristen, die ik zie) houdt zijn verhaal, terwijl ik op de trappen voor de gallery een stuk van mijn verhaal alvast in mijn notities uit tik. Wachtend tot de regen wat minder wordt. Heb ik mijn tijd toch nuttig besteed.
Ik smeer me tóch ook nog ns in met mijn roller tegen de malaria-muggen. Juist bij dit weer komen muggenlarven vaak uit en hebben ze honger.
Ik heb waterdichte zakken om mijn spullen in de Kipling tas gedaan. Door schade en schande wordt een mens wijzer.
De meeste Indiërs lopen nu op slippers. Ook slim. Maar dat zou funest voor mijn hielspoor zijn. Dus het zal soppen worden.
Aan het eind van zijn verhaal hoor ik hem zeggen: ‘you will have 5 (!) minutes to look around in the Gallery. Dit kun je toch niet serieus menen!? Ben ík blij dat ik in mijn eentje op pad ben!
Hoewel het eigenlijk steeds harder gaat regenen, loop ik toch al richting the Gallery of Modern Art. Het ligt maar zo’n 400 meter ervan af.
Bij het museum blijk ik (ik blijf natuurlijk toch deels nog de ‘oude Yvonne’) mijn moneybelt met ‘groot geld’ in de kluis te hebben laten liggen. Dus ik kan de entreeprijs niet ophoesten. Dit is even een ding, maar als ik vraag of ik niet, ze betalen in plaats van 500, maar 20 roepies, voor 1 keer als Indiase bezoeker naar binnen mag, doén ze dat uiteindelijk. Ik breng het ook wel met wat humor, drama. Maar volgens mij raak ik er wél iets mee. Het levert in ieder geval iets óp.
Ik wilde eerst alles wat ik wél aan kleingeld in mijn beurs had, geven. Maar dát hoeft niet eens.
Dan zou hun administratie natuurlijk ook niet geklopt hebben. En wat dát betreft zijn ze in India wel erg bureaucratisch.
Als ik naderhand naar buiten loop, bedank ik heb nog eens uitgebreid. Het was ook zeer de moeite waard. Ook het gebouw zelf.
De powerbank is mijn redding voor de snel leeglopende batterij van mijn iPhone. Die ik natuurlijk ook intensief gebruik. Voor foto’s en als navigatie tool.
De telefoon hangt eraan vast, als aan een navelstreng. Hoe kom ik hiér nu weer bij. Soms moet ik, ook in mijn eentje, om mezelf lachen. Misschien ga je dat ook wel vanzelf doen, als je solo reist. Net zoals ik me soms tegen mezelf hoor praten. Maar dát doe ik op mijn werk ook wel eens, als ik mezelf goed wil/moet concentreren.
Het grote geld mee nemen, over concentreren gesproken, zat ook even niet in mijn systeem.
Ik maak nauwelijks iets op. Soms een fles mineraalwater. Maar in het hotel staat ook een grote tap met mineraalwater om je fles te vullen. Dus zelfs dat is sporadisch. Alleen dus af en toe wat Pepsi Zero. Ik heb gelukkig nu een plek waar die te vinden is. Want ik zie ze, flesjes of blikjes, zelden. Maar soms is zo’n lekker koele, sprankelde slok gewoon echt even verfrissend in deze hitte.
Ik was best lang binnen in de Gallery. Sommige ‘dingen’ wisten me echt te raken. In de tussentijd lijkt de ergste regen voorlopig gedaan.
Toch wel fijn.
Op naar het vissersdorp: Sassoon Docks. Een soort vissersafslag. Waar vissersboten binnen komen. En de vooral vrouwen de garnalen pellen. Prachtige beelden, een zeer zilte lucht.
Op een gegeven moment gaat de telefoon niet meer aan, oei. Als ik de powerbank wil aansluiten, krijg ik een ‘dreigende’ melding, dat er (toch) vocht in het toestel is gekomen. En dat dit mogelijk onherstelbare schade zou kunnen veroorzaken. Dit voelt toch effe niet fijn.
Ik blijf zo’n kwartier proberen, maar niets lukt. Ik besluit later nog eens terug te keren naar het haventje, maar besluit even terug naar het hotel te gaan. Maar, ik heb nu natuurlijk geen GPS!?
Gelukkig heeft het museum me dat laatste geld gegund, ik kan er mooi een taxi mee pakken, om me terug te laten brengen. Om zo snel mogelijk een nieuwe poging te doen mijn gsm weer aan de praat te krijgen. Ik google wat op mijn iPad, hoe te handelen. Maar daar word ik ook niet echt vrolijk van.
Ik doe een dansje in mijn kamer als ik dan toch opeens ‘het appeltje’ zie oplichten.
Uiteindelijk na een tijdje onder de ventilator te hebben gelegen (de telefoon én ik), durf ik ‘m toch weer op de ‘gewone lader’ aan te sluiten en komt er dus weer leven in.
Ik krijg ook direct weer een energie boost. En ga toch weer terug naar het Dock. Ik neem heen voor 100 roepie een taxi, anders zou het al te donker zijn als ik er aan kom. Terug zal ik wel weer lopen.
Dus nu mét moneybelt op pad, voor prachtige taferelen op de kade. En in de open hallen waar de pellers op de grond zitten.
Mannen met grote lange karren nieuwe vangst en grote bakken ijs aanvoeren. Het wemelt er van een soort witte kraanvogeltjes (?) en kraaien. Ook vliegen er continu een soort roofvogels (wie helpt me aan het achterhalen van de soortnaam, ik ben toch echt een stadsmeisje?) over. ‘Dezelfde’ als die boven het station rondcirkelen.
Ze duiken hier soms met een zachte plons even het water in. Of scheren er overheen. Al vis vangend.
Marihuana??? Nu voor derde keer in korte tijd, wordt me dit ingefluisterd, toegeroepen, vanuit de stalletjes rond het station. Wat denken ze wel niet van zo’n onschuldige oma!?!
Ik ga proberen de foto’s nog erbij te uploaden, dan ben ik netjes bij. Maar, het verhaal staat er altijd eerst. En dan pas druppelen de foto’s 1voor 1 binnen. Dat duurt heel lang. Dus kijk rustig later nog eens, ook bij voorgaande verslagen. Er kunnen zomaar nog heel veel (heel veel) bij zijn gekomen….
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog