Beste ‘volgers’,
Vannacht meer dan heerlijk geslapen én lang genoeg. Om 09.30 uur zat ik aan het ontbijt. Na een koude (!?) douche. Mijn buurvrouw aan de ontbijttafel had blijkbaar het zelde ‘probleem’.
Ach, het lukt mij vrij makkelijk de knop om te zetten en dan maar koud te douchen. Ik wilde toch echt even mijn haren wassen.
Ik had nog geen antwoord ontvangen op mijn bericht over de tocht naar Tadzjikistan. Nu is de eigenaar aanwezig en vraag ik hem hier face to face over.
Hij gaat direct bellen, maar de conclusie is, dat het gewoon voor één dag op en neer te ver/lang is.
Zeker zou het exotisch hebben geklonken, als ik had kunnen zeggen in Tadzjikistan te zijn geweest. Maar om dit nu kost wat kost te gaan doen, hoeft van mij niet.
Ik maak dus andere plannen: het wordt een dagtocht met een taxi/chauffeur naar Shahrisabz, zo’n 90 km ten zuiden van Samarkand. Een tocht door de bergen van zo’n anderhalf, twee uur.
In ieder geval leuk, even wat natuur te zien.
Na een beeld-belletje met Peter, ga ik rond 10.30 op pad. Ik heb van een sjaal een mitella gemaakt. Ik merk dat de rust van vannacht mijn pols goed gedaan heeft. Het is in ieder geval niet erger. Eerder wat minder. Ik kan me ermee behelpen. Ik laat me niet tegenhouden.
Ik slenter naar de Bibi-Khanym Moskee, die naast de Bazaar ligt.
De opdracht om de moskee te bouwen kwam van Bibi Khanum, de vrouw van de Turks-Mongoolse krijgsheer Timoer Lenk, naar wiens mausoleum ik gisteren was.
Voor de bouw van de moskee werden 100 olifanten uit india geïmporteerd, lees ik. Grappig hoe India voor/bij toch weer telkens terug komt.
Het wás een van wereld’s hoogste moskeeën (uit de veertiende eeuw), met z’n (of haar) 41 meter. Helaas zorgde dit ervoor dat de moskee aan het einde van de 19e eeuw bij een aardbeving instortte. Uzbekistan ligt in een gebied dat aardbevingsgevoelig is. In het hele land kunnen aardbevingen voor komen.
Ik weet eigenlijk niet of de hoogte van de moskee bij het herstel verlaagd is. Ik vind ‘m nog immens.
Ook de toegangspoort naar het complex is al imposant te noemen. Een soort ‘Arc de Triomphe’. Met z’n duizenden mozaiekjes in marineblauw, beige en toch weer de turkooise tinten, schermt ie het gebedshuis van de buitenwereld af.
Ik hoop niet dat de vele Turkooise foto’s jullie inmiddels vervelen. Ik kán gewoon niet doseren. En het ís voor mij ook ‘gewoon’ Uzbekistan.
Ach, uiteraard scroll gewoon maar wat door de foto’s heen en pik er af en toe eentje uit om écht te bekijken!?
Er is een heerlijk groene binnenplaats op het terrein van de moskee. In een glazen vierkante ‘stolp’ staat een groot marmeren beeld van een Koran.
Ik ga hier op een bankje zitten om alvast wat te typen (dit lukt trouwens wel met mijn hand, kleine vingerbewegingen, zolang ‘t maar niet vanuit de pols komt). Ondanks de voorspelling van bewolking, komt het zonnetje er geregeld door. Het zijn ideale weersomstandigheden. Met zo’n 24 graden.
Om me heen veel Uzbeekse dagjesmensen. Ik word weer eens gevraagd, door een jonge studente om samen op de foto te gaan. Ze oefent tegelijkertijd haar engels, geeft ze aan. Ik doe hier in Uzbekistan ook tijdens mijn reis trouw dagelijks mijn lesjes DuoLingo. Ik heb al 73 aaneensluitende dagen.
Een tijdje later sta ik te kijken en luisteren naar een groep zwaluwen die in en uit de grote, prachtige Turkooise koepel vliegen. Ze schieten door kleine openingetjes naar binnen. Om even later weer tevoorschijn te komen.
Het lijkt wel een dans op de wind.
Al lopend ga ik erna (2,7 km)op weg naar het Ulug Beg Observatorium.
Ik draai even van de weg af (ik zie een wegwijzer hier naar toe langs de weg staan) om het Mausoleum van de Bijbelse profeet Daniel te bezoeken. Deze is veel eenvoudiger dan de Mausoleums die ik gisteren zag. Geen pracht en praal, maar juist eenvoud. Ware het niet dat de sarcofaag maar liefst 18 meter lang is. Er schuilt een mooi verhaal achter.
Volgens een legende groeit zijn dode lichaam (nog steeds) 5 centimeter per jaar. Daarom werd de sarcofaag voor de zekerheid maar iets langer om een marge te hebben. Nu stierf Daniel 2500 jaar geleden, dus dan zou hij nu al meer dan 100 meter moeten zijn!?
De Iraanse stad Susa beweert overigens óók zijn laatste rustplaats te hebben. Dus lígt er wel een lichaam in de sarcofaag?
Ik zie twee koeien op een grasvlakte staan en loop ernaar toe. Opeens zie ik in het gras iets bewegen. Iets kleins!?
Er blijken overal, over het hele grasveld heen, holletjes te zitten. Waar de beestjes in en uit kruipen. Ze maken een piepend geluid. Gaan net als stokstaartje fier rechtop staan en kijken over het veld uit.
Ik probeer dichterbij één hol te komen. Het beestje duikt weg. Ik hoop dat de nieuwsgierigheid de angst overwint. En/of dat de lokroep van de anderen hem toch weer naar buiten doet komen.
Ik ga uiteindelijk strategisch tussen twee hollen in zitten wachten. Zeg nu maar ‘ns dat ik geen geduld heb!?
Hoewel ik denk, dat de beestjes allang door een ondergronds gangenstelsel ergens anders naar buiten zijn gekomen en me van afstandje zitten uit te lachen. Om me heen zie ik tientallen kopjes boven t gras uitkomen. Ik weet eigenlijk niet wat voor beestjes het zijn? Ik zal het de man van het hotel gaan vragen, wat uiteraard heb ik geprobeerd ze een beetje zichtbaar op beeld te krijgen.
Ik koop wat losse broodjes in een piep klein winkeltje. Ze worden gewogen. Ze zijn heerlijk gevuld, met ik denk dadels. Ik neem ook een soort cakeje (de Uzbeken hoúden van zoet), met een flinke laag poedersuiker eromheen. Op z’n tijd houd ik dus óók van zoet.
En dan dus naar het Observatorium. Het kost weer 40.000 Sum entree (zo’n 3 euro; Uzbeken betalen een fractie).
Het is een kleine site. Maar ik moet zeggen. Ik vind het méér de moeite waard en interessant dan ik dacht. Er ligt een gebouwtje met een bizarre constructie. Het observatorium.
Ulug Beg (de gisteren al genoemde meester in de wiskunde en astrologie en kleinzoon van Timoer Lenk) en zijn team van wetenschappers bestudeerde hier in de 15e eeuw met een telescoop de rotatie van de aarde en de positie van de hemellichamen. Ze slaagden er onder andere in om de werkelijke tijdsduur van een jaar te berekenen.
Mooi om te lezen hoe deze ontdekking(en) wereldwijde invloed heeft gehad.
Mooi in het museum vind ik ook een tekst van de Uzbeekse president die aangeeft oa uitspreekt de hoop/wens te hebben dat de Uzbeekse jeugd opgroeit tot gelukkige en onafhankelijk denkende mensen, met hoog intellectuele en spirituele potentie!
Het bevestigt eigenlijk mijn gevoel over Uzbekistan.
Ik ga er met een fijn gevoel weer weg.
Weer de weg omlaag af.
Ik moet zeggen: ‘ ik vind t leven met mezélf (in mijn eentje) óók niet saai’.
Op de weg terug door de archeologische site van Afrosoyob (ik zie niet meer dan wat heuvels en verdwaalde stenen), begint de lucht donker te worden en begint het wat te druppelen.
Het is dan al 16 uur geweest, ik loop toch maar door. Eerst door de heuveltjes, die geleidelijk overgaan in een grasveld.
In de hoop dat het niet dood loopt, wat een woordspeling, kom ik uit op n verlaten kerkhofje.
In de verte (hoor/hoop ik) hangt onweer.
Ik werk me een weg door het hoge gras en vergaap me aan de graven. Ze zij flink door de tijd aangetast. Dat maakt het juist zo onwerkelijk. Zeker omdat ik eigenlijk als de dood voor onweer ben. Wat doé ik hier???
Ik schuil een tijdje onder een schuurtje, maar volgens mij blijft het hangen. Dus ik ga toch maar weer verder.
De bui is blijkbaar boven de oude stad los gebarsten. Als ik hier aan kom, nadat ik een poortje naar buiten vond, wees de weg zich vanzelf uit, is het hier kletsnat.
Ik had al natte onderpijpen van het gras. Nu moet ik tussen de plassen heen zien te lopen om niet nog natter te worden.
Dit was an sich niet voorspeld. Gisteren gaf ie wel bewolking aan. Maar vanochtend gaf de weerapp geen regen aan. Soms moet de lucht ff klaren. Zo werkt dat bij mezelf ook.
In het hotel komt de werkstudent vertellen dat het ontbijt morgen ‘boven’ is!?
Naar aanleiding van die opmerking ga ik op onderzoek uit en ontdekt een prachtig dakterras, een stukje van mij kamer af. Dat was me nog niet opgevallen.
Ik verheug me al op morgen!
Als ik naar buiten loop op zoek (de telefoon aan een koord is werkelijk ideaal voor mij tijdens vakantie) naar een restaurantje, voelt het hotel opeens ‘anders’ aan!? Er is een grote Russische groep neergestreken. Ze maken (onderling) veel lawaai. Gelukkig heb ik oordoppen bij me. En mijn muziek. En, ik trek mijn eigen plan toch wel. Ik zorg er wel voor morgen al voor 8 uur aan het ontbijt zitten. Hopelijk ben ik ze dan voor.
Maar nu eerst nog dineren. Ik loop ‘ns een andere kant op en kom bij toeval een Koreaans restaurant in het vizier. Zoú ik?
Ach, waarom niet? Het is júist de kans het eens uit te proberen, hoewel de kaart volop vlees bevat. Maar ik kom uit bij vegetarische Gimbap. Een soort Sushi’s. Vegetarisch.
Van tevoren worden er al wat schaaltjes voor me neer gezet. Wat een feestje!
En dan gaat het ook nog eens steeds beter met mijn pols. Ik denk dat die mitella een gouden greep is geweest.
En de keuze van het restaurant ook. Het is zo óngekend lekker. Ik bestel een dubbele portie, maar krijg de side dishes er gewoon bij. En die worden nog bijgevuld óók! Er zit een soort subtiele ‘aardappel puréé (met kleingesneden groente)bij. Perfect om af te blussen. De kool is super heet (mijn neusverkoudheid komt er spontaan van los). Maar o zo lekker. Ik betrap me er op (er staat ook wel zachtjes muziek op) dat ik (onbewust) op en neer zit te wiegen van puur genot.
Zelfs de citroen thee is extra lekker. Ie is gemaakt met een verse citroen. Ik vermoed ook wel een flinke schep suiker.
Volgens mij geniet de ‘staf’ van mijn genieten, enthousiasme.
Ik ga hier zéker terug komen. Gelukkig ben ik nog een paar dagen in Samarkand. Laat de tijd in godsnaam stil gaan staan!?!
Ik betaal 115.500 Sum, omgerekend 8,52. Met een pot thee erbij. Bizar
De stokjes op de foto zijn voor de show. Normaal lukt met stokjes eten me al nauwelijks. Laat staan nu met ‘de’ pols.
Als ik naar ‘huis’ loop, druppelt het nog wat na. Maar dat voel ik niet eens. Ik zweef…
Uit de losse pols, poets ik voorzichtig mijn tanden. Gisteren ging dat gewoon niét, deed ik ‘t zo goed en zo kwaad als het ging met links. Gelukkig heb ik mondwater bij me.
Vandaag lukt het al weer een beetje.
Omdat er heel ouderwets lakens zijn (die ik afwoel) en een deken, pak ik toch ff mijn lakenzak. Heb ik die ook niet voor niets meegesleept.
Chauffeur (jonge gast, rijdt al bellend) maakt selfie met mij. Vergeet af te rekenen met vertrekkende mensen. Hilariteit in de bus. Achter me zit een wiskunde lerares met haar dochter van 21. De familiefoto’s op mijn telefoon scoren weer goed.
Geschreven door Yvonnereiskriebels.reisblog